Al wandelend duurzame bedrijfsmodellen verkennen in Brussel: de ‘Sustainable Entrepreneurial Promenade’
Via een wandeling door het centrum van Brussel duurzame bedrijfsmodellen bestuderen; studenten FEB Brussel kijken steeds verbaasd wanneer zij gevraagd worden om goede stapschoenen aan te trekken wanneer de ‘Sustainable Entrepreneurial Promenade’ (SEP) wordt aangekondigd. In pedagogische artikels met betrekking tot duurzaamheid wordt het combineren van lichaam en geest sterk aanbevolen. Maar het ook effectief doen, is niet zo voor de hand liggend. Al sinds 2013 maakt SEP deel uit van het aanbod. Het parcours blijft min of meer gelijk, en dat geldt ook grosso modo voor alle organisaties die op het traject liggen. Dus, duurzaamheid ook als ‘blijven duren’.
In het artikel ‘Pedagogy of Passion for Sustainability’, dat verscheen in ‘Academy of Management Learning and Education’, gaf professor Paul Shrivastava een lijst van mogelijkheden die duurzaam management verbinden met lichamelijke oefeningen. Zo stelde hij voor om strategische flexibiliteit aan te brengen via yoga; competitieve strategie via voetbal of basketbal; coöperatieve strategie via spelen en sociale activiteiten die samenwerking vereisen zoals bijvoorbeeld dansen. Het integreren van klimsessies zou een andere mogelijkheid kunnen zijn. Studenten werken met twee en leren hierdoor het belang van vertrouwen, samenwerking en het stellen van doelen in een context die voor hen onbekend is.
Bij het klimmen worden drie elementen verenigd in één les: meer vernemen over duurzame businessmodellen en over eigen vaardigheden via een uurtje klimmen. Studenten zien dit eerst vooral als een interessante afwisseling met hoorcolleges. In tweede instantie vernemen zij meer over Rising You, een sociale organisatie die werkt vanuit Brussel, Antwerpen en Gent. Via het klimmen leert Rising You vaardigheden aan die van pas kunnen komen bij hoogtewerken. Niet iedereen werkt graag op de hoogte van bijvoorbeeld windmolens, maar deze mensen integreren hun passie in hun (toekomstig) werk.
Rising You is een perfect voorbeeld van een belangrijk model binnen sociaal ondernemerschap: het tewerkstellingsmodel. De sociale organisatie richt zich op de doelgroep, meestal mensen die moeilijk toegang krijgen tot de arbeidsmarkt omwille van een gebrek aan de juiste kwalificaties of achtergrond. Door opleiding en praktische ervaring worden hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Voor de Sustainable Entrepreneurial Promenade, met focus op Brusselse hybride organisaties zoals Rising You, doen we een beroep op de typologie van Sutia Kim Alter. Hybride organisaties mixen sociale en bedrijfsdoelstellingen. In dit brede spectrum zitten organisaties met een missiegerichte of winstgerichte doelstelling. In de eerste groep zitten sociale ondernemingen en non-profitorganisaties met activiteiten die inkomsten genereren. Onder de winstgerichte organisaties vallen maatschappelijk verantwoorde ondernemingen en bedrijven die elementen van maatschappelijke verantwoordelijkheid toepassen, maar niet volledig integreren in hun bedrijfsprocessen.
Sociale ondernemingen zijn weinig bekend bij de studenten en ze opnemen via een wandeling toont de diversiteit aan binnen deze economische sector en maakt ze zichtbaar. De belangrijkste reden van bestaan van een sociale onderneming is hun sociale missie of het vervullen van maatschappelijke doelstellingen. Deze organisaties opereren op de markt door het aanbieden van een product of dienst, maar in tegenstelling tot winstgerichte ondernemingen investeren zij hun inkomsten volledig terug in de operationele kosten van de organisatie. Sociale organisaties zijn anders omwille van hun uitgesproken sociale missie en daarom past het ook om hen op een niet-klassieke manier te laten ervaren door de studenten.
De wandeling start aan de campus in Brussel. KU Leuven past ook binnen het ‘fee-for-service’-model. De universiteit vraagt immers een bijdrage aan de studenten die niet overeenstemt met de volledige kostprijs van het onderwijs. De wandeling gaat richting de Koninginnegalerij die eerder een ode is aan de consumptiemaatschappij. Toch geeft de galerij voldoende opportuniteiten om bij stil te staan zoals duurzamechocolade en het Fairtrade-label. Dit label is een illustratie van het markt-intermediaire model. Het Fairtrade-label opereert als verbinding tussen het doelpubliek en de markt. De boeren in het zuiden hebben immers beperkte mogelijkheden en middelen om hun producten zelf tot op de internationale markt te brengen.
De Koninginnegalerij loopt uit op de Grasmarkt die we rechts inslaan. We houden halt bij Dille & Kamille dat zich recent heeft gevestigd in Brussel, maar als winkelketen vooral interessant is omwille van hun ontstaansgeschiedenis. Zij zagen het licht in 1974 in Utrecht: midden in de tijd van de aardoliecrisis en tijdens de opkomst van uniforme winkelketens. Plastic werd geweerd uit hun aanbod; alles werd gemaakt uit natuurlijke materialen. Dat was helemaal anders dan de traditionele winkels op dat ogenblik. Zij waren een duurzame winkel ‘avant-la-lettre’ en zijn bijna 50 jaar later nog altijd een succes. Recent werd hun eerste winkel in Duitsland geopend en brengt het totaal aan winkels op 39.
De Grasmarkt loopt vloeiend over in de Kiekenmarkt en daarvalt Bia Mara op. Deze duurzame ‘Fish & Chips’ is het initiatief van twee Ierse vrienden die het klassieke fish and chips-model wilden tillen naar een hoger niveau. Zij kregen de kans om dit model uit te bouwen in Brussel in 2012 en ondertussen zijn er al vier vestigingen: twee in Brussel en twee in Vlaanderen. Bia Mara, wat Iers is voor zeevruchten, is interessant om te reflecteren over duurzame vis en de rol van labels, zoals MSC (Marine Stewardship Council) en APC (Aquaculture Stewardship Council).
Even verder op de hoek met de Anspachlaan ligt The Avocado Show. Dit eetconcept is overgewaaid vanuit Nederland en daagt ons opnieuw uit over het thema ‘duurzame’ avocado’s, het ingrediënt dat zij uitsluitend serveren. Wat is een duurzame advocado en kan er zoiets als een duurzame avocado zijn? In de Ortsstraat, zet Or Caffee het debat over fairtrade en andere labels alvast op zijn kop. Hier wordt bewust niet gekozen voor labels. De droom van de stichters kwam in 2011 tot leven: koffiebonen rechtstreeks aankopen en roosteren en goede, langdurige contacten onderhouden met de boeren. Korte tijd daarna realiseerden zij de volgende stap in de keten: het openen van hun eerste koffiebar in Brussel.
De wandeling geeft ook de mogelijkheid om in te zoomen op het beleid van de stad, zoals het belang van de voetgangerszone, en om gentrificatie te illustreren in de Dansaertwijk. Bij het Leger des Heils houden we even halt omdat deze sociale organisatie een mooi voorbeeld is van het ‘service subsidization’-model. Dienstverlening aan de armen in de stad wordt ondersteund door deelname aan de markt. Op regelmatige tijdstippen wordt er immers kledingverkoop gehouden waar iedereen aan kan deelnemen. De opbrengst ervan komt ten goede aan hun werking. Hoe meer er richting kanaal wordt gewandeld, hoe duidelijker het andere karakter van de stad tot uiting komt. Hier vind je dan ook heel wat operationele modellen die Alter beschrijft, dicht bij elkaar. Job Yourself in de Aalststraat past het ‘entrepreneural support’-model toe waarbij toekomstige ondernemers worden begeleid door hen een gestructureerde en veilige omgeving aan te bieden waarin zij hun project kunnen ontwikkelen en testen op de markt. Dergelijke aanpakken heeft de overheid erkend door het wetgevend kader van Activiteitencoöperaties. De laatste halte van de wandeling is een andere parel van sociaal ondernemerschap en bevindt zich aan de andere kantvan het kanaal dat Brussel-Centrum scheidt van Molenbeek. Atelier Groot Eiland past op ruime schaal het tewerkstellingsmodel toe. Hun doel is om armoede te bestrijden door zoveel mogelijk Brusselaars te ondersteunen in hun zoektocht naar werk. Hun projecten zijn dan ook erg divers: van een restaurant, over een schrijnwerkerij tot een stadsmoestuin, en een bio-winkel waar via opleidingstrajecten en werkervaring opnieuw wordt geloofd in een andere toekomst. Duurzaamheid, sociaal ondernemen en een economisch bedrijfsmodel gaan hier hand in hand. De Foodhub is als coöperatief model hun meest recente project. Naast biologische producten die vaak rechtstreeks van kleine en middelgrote producenten komen, is er aandacht voor participatie van klanten, werknemers en producenten. Foodhub wil een eerlijke prijs betalen aan de producent en afficheert hoe die prijs is opgebouwd. Wat hun olijfolie in bulk betreft bijvoorbeeld, gaat 69% van de eindprijs naar de producent en 3% naar transport.
En plots vraagt een student zich af waarom niet alles zo transparant kan zijn. Of hoe een wandeling haar doel bereikt: nadenken over het verrassend anders zijn van alternatieve manieren van economische bedrijfsvoering.
Prof. dr. Ingrid Molderez – Professor MVO, Macro-Economie,Service Learning en Sociaal Ondernemerschap KU Leuven FEB, CEDON, Campus Brussel