AG Insurance Leerstoel. ‘Insurance Analytics for a Changing Risk Landscape’.
“Dankzij deze Leerstoel krijgen wij toegang tot de meest actuele vragen waarmee een verzekeraar geconfronteerd wordt”
Heidi Delobelle (CEO AG Insurance), rector Luc Sels en prof. Katrien Antonio (Foto: Michael De Lausnay/KU Leuven)
Met de oprichting van de AG Insurance Leerstoel ‘Insurance Analytics for a Changing Risk Landscape’ onder leiding van professor Katrien Antonio, start een belangrijk onderzoeksprogramma dat verzekeraars ondersteunt in het omgaan met nieuwe risico’s. De Leerstoel valt samen met twee symbolische jubilea: het 600-jarig bestaan van de KU Leuven en het 200-jarig bestaan van AG Insurance. We hadden een gesprek met professor Katrien Antonio.
Wat houdt uw vakgebied, actuariële wetenschappen, precies in?
Katrien Antonio: Actuariële wetenschappers worden ook wel eens verzekeringswiskundigen genoemd. Dat betekent dat wij kansrekening, statistiek en datawetenschappen inzetten om risico's in te schatten, en op die manier kwantitatieve vragen proberen te beantwoorden waar verzekeraars mee geconfronteerd worden. Bijvoorbeeld: welke premie kunnen verzekeraars vragen voor een bepaald verzekeringsproduct? Of: hoeveel kapitaal moeten ze reserveren om hun verplichtingen te kunnen nakomen in het geval van schadeclaims?
De leerstoel heet ‘Insurance Analytics for a Changing Risk Landscape’. Kan u even toelichten?
Katrien Antonio: Het betekent dat we via kwantitatieve methoden het landschap van veranderende risico's, en hun verzekerbaarheid, beter willen begrijpen. Bijvoorbeeld risico’s die samenhangen met het gebruik van elektrische auto's in plaats van voertuigen met een klassieke verbrandingsmotor – en eventuele wijzigingen die daaruit voortvloeien wat betreft het aantal schadegevallen of de schadehoogte. Een ander voorbeeld zijn cyberrisico’s, een relatief nieuw type risico dat pas recent op de radar van verzekeraars is gekomen.
Daarnaast speelt het veranderende klimaat een belangrijke rol, met name de schade veroorzaakt door natuurrampen. Een concreet voorbeeld is schade naar aanleiding van lange periodes van droogte, en hoe dat een impact kan hebben op de stabiliteit van woningen. Of waterschade die extreme regenbuien met zich mee kunnen brengen. Dat zijn belangrijke ontwikkelingen voor een verzekeraar.
Een vervolgvraag is dan natuurlijk: hoe ga je dergelijke schades dragen binnen de maatschappij? Tot op welke hoogte gaan verzekeraars daarvoor kunnen zorgen en hoe zal samengewerkt worden met de Belgische en Europese overheden? Dat is een brede maatschappelijke vraag, waarbij zowel aandacht moet zijn voor preventie en adaptatie, als voor een financieel vangnet om de schade in solidariteit op te vangen.
Blijven sommige risico’s, zoals klimaatrisico’s, niet altijd een beetje onvoorspelbaar?
Katrien Antonio Absoluut, en met die onzekerheid rond de ontwikkeling van trends worden verzekeraars in allerlei domeinen geconfronteerd. Binnen de leerstoelen proberen we natuurlijk te werken aan de hand van beschikbare data. Dus je probeert tot op zekere hoogte trends te kwantificeren, in te schatten en inzicht te krijgen. Maar bij nieuwe risico's en hun evoluties, komt er altijd een stuk scenario-denken bij kijken. Het ontwikkelen van zulke scenario’s en het doorrekenen van hun impact op de portefeuille van een verzekeraar, biedt waardevolle inzichten, en behoort ook tot het werk van actuarissen.
“Als actuaris probeer je trends te kwantificeren, in te schatten en inzicht te krijgen. Maar bij nieuwe risico's en hun evoluties, komt er altijd een stuk scenario-denken bij kijken” - Katrien Antonio -
Betreden jullie met deze leerstoel volledig nieuw terrein?
Katrien Antonio Het soort risico’s en de data waarmee we gaan werken, zijn inderdaad nieuw. In het verleden onderzochten we vooral klassieke producten, zoals autoverzekeringen, verzekeringen voor arbeidsongevallen of aanvullende gezondheidsverzekeringen. Daar is veel actuariële traditie en onderzoek rond opgebouwd. Nu richten we ons voor het eerst op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen zoals elektrificatie en natuurrampen.
Heeft u uw vakgebied sterk zien veranderen door deze maatschappelijke ontwikkelingen?
Katrien Antonio Jazeker, neem bijvoorbeeld cyberrisico’s. Die vragen methodologisch echt wel om een andere aanpak dan traditionele verzekeringsrisico’s. Een cyberaanval kan zich razendsnel door netwerken verspreiden en dit type risico’s vereist innovatief onderzoek en nieuwe methodologieën, bijv. op het vlak van geschikte stochastische modellen om dergelijke fenomenen te modelleren (processen waarbij uitkomsten onzeker zijn en afhankelijk zijn van toevallige factoren, red.).
Verder zien we uiteraard sterke evoluties in de datawetenschappen die ook een invloed hebben binnen het actuariaat. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan het verzamelen van fijnmazige gegevens via sensoren in een huis, wagen of machine. Die kunnen zinvolle inzichten aanleveren over verzekerde risico’s, maar dan moet je eerst wel het signaal van de ruis kunnen onderscheiden in dergelijke hoog dimensionele data sets. Dat gaat verder dan de klassieke technieken op het snijvlak van actuariaat en statistiek.
Wat deze leerstoel een uitdaging maakt, is het spanningsveld dat gecreëerd wordt door de diversiteit van de beschikbare data: sommige datasets zijn zeer fijnmazig en toegankelijk, afkomstig van open sourcebronnen of direct van de verzekeraar. Andere gegevens zijn dan weer heel schaars omdat ze betrekking hebben op nieuwe risico’s. Die variatie in data vereist dat we methodologisch creatief te werk moeten gaan.
“Het mooie aan samenwerken met de praktijk is dat je uitgedaagd wordt om de reflectie te maken of hetgeen je bouwt praktisch haalbaar is.”
Hoe ervaart u de samenwerking met de praktijk? Katrien Antonio Voor het soort onderzoek dat ik doe – en graag doe – werken we vaak samen met bedrijven. In september ontvingen we daar trouwens een mooie bekroning voor: de Hachemeister-prijs van de Amerikaanse Casualty Actuarial Society. Dat toont aan dat samenwerking met de praktijk echt wel invloedrijk onderzoek kan opleveren.
De grote meerwaarde van deze samenwerking met AG Insurance is dat we toegang krijgen tot de meest actuele vragen waar verzekeraars mee geconfronteerd worden en ook de meest, laten we zeggen, ‘spannende datasets’ om die vragen te gaan onderzoeken. Zonder deze samenwerking zouden we ons moeten beperken tot ‘toy-datasets’ uit de literatuur die al talloze keren zijn onderzocht. Nu werken we met actuele vragen en gegevens waarmee actuariële teams binnen verzekeraars daadwerkelijk geconfronteerd worden.
Wat zijn de moeilijkheden? Het is doorgaans iets ‘lastiger’, maar als het lukt ook waardevoller. Lastiger, omdat je niet met mooi afgelijnde datasets werkt en vaak op vraagstukken stuit die nog niet heel duidelijk geformuleerd zijn, of waarvoor de historiek of traditie beschikbaar in de literatuur, beperkt is. Het mooie is dat je uitgedaagd wordt om de reflectie te maken of hetgeen je bouwt praktisch haalbaar is. Daar ben je niet in eerste instantie naar op zoek bij academisch onderzoek. Via de leerstoel hopen we zowel methodologisch bijdragen te ontwikkelen alsook die vertaalslag naar de dagelijkse praktijk (of nog: valorisatie) te kunnen realiseren. Beide stromen van onderzoek hebben immers hun waarde en hun belang.
Binnen deze leerstoel zullen collega’s van de pricing- en data-afdeling van AG Insurance nauw betrokken worden bij het onderzoek. In mijn team zal een doctoraatstudent aan het werk worden gezet. Andere mensen binnen mijn team zullen werken aan aanverwante onderwerpen.
Heeft onze faculteit al eerder samengewerkt met AG Insurance?
Katrien Antonio Ja, collega Jan Dhaene heeft in het verleden samengewerkt met AG Insurance rond aanvullende gezondheidsverzekeringen. En samen met professor Bart Baesens coördineerde ik twee leerstoelen in samenwerking met Ageas, het moederbedrijf van AG. Op die manier is deze leerstoel inderdaad een verderzetting van een samenwerking die al een langere geschiedenis heeft.
Zullen de inzichten van de leerstoel breed worden gedeeld, en vanaf wanneer mogen we de resultaten verwachten?
Katrien Antonio Onze methodologische bijdragen zijn open source en dus voor iedereen beschikbaar. Het is de bedoeling om onze algemene inzichten te delen via wetenschappelijke publicaties, onze website en journals.
Deze leerstoel past in het kader van een reeks speciale leerstoelen naar aanleiding van 600 jaar KU Leuven en die hebben een looptijd van vier jaar. Zoals je weet, is het ook voor AG een speciale verjaardag, en in die zin is het een dubbel feest voor beide betrokken partijen.
Els Brouwers