‘Sinds de re-branding van CVK naar BankB hebben we als kleinste bank van het land een boost gekregen’
We ontmoeten Inge Ampe, sinds maart 2024 CEO van BankB, in Gent tussen enkele afspraken door. De kleinste bank van het land zit in een positieve vibe sinds de naamsverandering van CKV ‘Centrale Kredietverlening’ naar BankB met hoofdzetel in Waregem.
Kan u in het kort de geschiedenis van BankB schetsen?
Inge Ampe: CKV werd opgericht in 1956. In 2026 bestaan wij dus 70 jaar. De bank werd destijds opgericht door een aantal ondernemers, die zich van meet af aan richtten op moeilijke kredieten. In 1986 kwam de bank in handen van de West-Vlaamse ondernemersfamilie De Clerck, en vanaf dan is de bank langzaam beginnen te groeien. Dit gebeurde vooral in de laatste tien à twaalf jaar onder het leiderschap van mijn voorganger, CEO Rudi Deruytter. Hij realiseerde die groei voornamelijk door de overname van kredietportefeuilles, zoals de portefeuille van Record in Frankrijk. CKV was toen vooral actief in België en Frankrijk. Wij zijn de kleinste bank van België, met een balanstotaal van €1,7 miljard – in banktermen is dat peanuts. Wij zijn nooit de eerste bank van onze klanten. Dat kan ook niet omdat wij geen zichtrekeningen aanbieden. Wij zijn de tweede of derde bank, voor mensen die willen sparen of die bij klassieke banken geen kredietoplossing vinden.
Wat doet BankB nu precies?
Wel, heel eenvoudig, wij bieden slechts twee soorten producten aan. Aan de passiefzijde doen wij alleen spaarproducten, en aan de actiefzijde alleen hypothecaire leningen. Daarbij richten we ons hypothecaire leningen die niet passen in het standaardmodel van de grootbanken. Dat zijn dossiers die wat complexer zijn.
Zijn dat dan dossiers met een groter risico?
Neen. Want het kan zowel om gefortuneerde als minder gefortuneerde klanten gaan. Bij de gefortuneerde klanten vinden we particulieren en bedrijven die bijvoorbeeld al heel wat real estate bezitten, maar krap zitten qua liquiditeiten. En bij de tweede categorie gaat het om particulieren die krediet nodig hebben om een huis te kopen of te behouden. Ook ondernemers die voor acute kredietuitdagingen staan, proberen wij vooruit te helpen.

Inge Ampe op het Next Gen Women in Business-event van Ekonomika Alumni
“Grootbanken streven naar grote volumes, standaardisatie en uniformiteit. Wij mikken op complexiteit en bijgevolg lage volumes, maar wel aan attractieve marges.”
In feite is onze doelgroep heel breed. Maar het gaat bij ons altijd om dossiers die buiten de standaard vallen. Ik geef een voorbeeld: mensen van 60+ die een tweede woning willen kopen aan zee of in het buitenland. Standaard lukt dat meestal niet. Heel wat banken gaan dan geen krediet meer verschaffen omdat men ‘te oud’ is. Wij zoeken daar dan een oplossing voor. Dát is onze specialiteit. Wij willen net wél die dossiers doen. Nemen wij meer risico? Niet per se. Wij doen hypotheekdossiers die wat complexer zijn en die een oplossing op maat vereisen.
En u ziet uw bankactiviteiten vooral als complementair met de grootbanken?
Ja. De grootbanken streven naar grote volumes, standaardisatie en uniformiteit. Wij daarentegen mikken op complexiteit en bijgevolg lage volumes, maar wel aan attractieve marges. Wij hebben ook geen eigen kantorennet zoals de grootbanken, want we werken via makelaars zowel in België als Frankrijk. Hoeveel makelaars? Extreem gesteld enkele honderden, maar laten we zeggen dat een dertigtal zorgen voor het gros van de dossiers, de 80-20-regel zeg maar.
Aan de passiefkant biedt u spaarproducten aan.
Inderdaad, heel simpel: spaarboekjes en termijndeposito’s. Allemaal met vaste rentevoet. Dus geen beleggingen. We werken via deposito-agenten waarvan er momenteel (augustus 2025) een zestiental vestigingen zijn. We willen dat aantal snel verdubbelen naar een dertigtal tegen begin 2026. Vooral in de provincies Antwerpen en Limburg zien we nog enkele ‘blinde vlekken’. Daarnaast hebben we ook een fintech-platform in Berlijn waar we spaarproducten aanbieden, vooral in Nederland, maar ook in Duitsland en een beetje in Frankrijk en Spanje.
Waarom werd er na zovele jaren dan toch gekozen voor een naamsverandering?
Toen ik een kleine twee jaar geleden aan boord van CKV kwam, zijn we gaan nadenken over onze strategie. Mijn voorganger, Rudi Deruytter, heeft vooral groei gerealiseerd via overnames van portefeuilles. Maar nu werd het tijd voor een next step. Alleen al door het feit dat er haast geen kredietportefeuilles meer te koop zijn. Indien wij vandaag willen verder groeien, zal dat vooral organisch moeten gebeuren. Dat betekent dat we het bedrijf sterker moeten maken, bijvoorbeeld door meer goede, professionele medewerkers aan boord te halen. En je hebt ook een goed marketingverhaal nodig. We kwamen dus al vrij snel tot de conclusie dat we een aantal zaken moesten aanpakken.
“Wij zijn geen concurrent van de grootbanken. We zijn een complementaire partner”
En wat betekende dat dan concreet?
Onze website bijvoorbeeld was zeer sober, om het met een eufemisme te zeggen. Die was enkel in het Nederlands, terwijl wij een groot cliënteel hebben in Frankrijk en ook in Wallonië. Ik heb toen onze makelaars samen geroepen. We moesten ons narratief scherpstellen én beter in de markt zetten, een groot event organiseren voor onze makelaars en agenten om de commerciële drive een boost te geven, en we moesten onze website aanpakken.
We deden dat samen met het marketingbureau Dartagnan uit Brugge. Niet alleen is dit een professioneel bureau, maar ze spreken ook de taal van de West-Vlamingen, als u mij begrijpt (lacht): no nonsense, praktisch en resultaatgericht. Wij zijn tenslotte een kmo hé. We waren eigenlijk alles aan het veranderen… totdat Dartagnan opeens zei: ‘En waarom zou je ook je naam niet veranderen?’
CKV wijst inderdaad niet meteen naar een bank.
CKV, Centrale Kredietverlening, zegt inderdaad eigenlijk niets. Maar een naamsverandering? Dat moest ik toch even met onze hoofdaandeelhouder Dominiek De Clerck aftoetsten. Hij zei meteen: ‘Doe maar!’. En dus zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe naam. In die nieuwe naam moesten een aantal kenmerken van onze bank terugkomen. Die opdracht hebben we aan Dartagnan gegeven. De naam moest het woord ‘bank’ bevatten, meertalig begrijpbaar zijn en het idee van een ‘plan B’ weergeven. Want dat zijn wij eigenlijk: het plan B voor wie bij andere banken geen hypothecaire lening kan krijgen. En dat is dan ‘BankB’ geworden. En ik denk dat ik mag zeggen dat die re-branding geslaagd is – te merken aan de positieve reacties in de markt.
Kan u iets meer zeggen over uw groei-ambities?
Wel, ten tijde van mijn voorganger Rudi, die de groei had ingezet, waren we nog eerder een start-up. Maar ik moet nu verder opschalen en professionaliseren. Dat is een nieuw fase voor het bedrijf, en ook nodig om de toenemende kosten op te vangen; kosten die onder andere voortvloeien uit de juridische compliance die banken opgelegd krijgen. Een bank is wettelijk strak ingekaderd. Vroeger was het low cost integration via overnames, maar nu gaat het om organische groei via sales en marketing, maar ook om de stijgende vaste kosten door de almaar toenemende regulatoire druk te kunnen absorberen.
Van sommige bankiers hoor ik soms dat zij die regelgeving voor de banken ‘overdreven’ vinden. Wat vindt u daar van?
Reglementering is zeker nodig. Het gaat om veel geld van de mensen dat wij beheren en daar mag niet lichtzinnig mee worden omgesprongen. Maar waar ligt de grens tussen noodzakelijke regels en, laat ik zeggen, ‘regels om de regels’? Dat laatste moet natuurlijk worden vermeden. Regels moeten er zijn om een doel te bereiken. En dat doel is: de bank gezond houden. Dus dat de Nationale Bank, de ECB en zo meer over onze schouders meekijken, daar kunnen we niets op tegen hebben. Misschien was ESG wel wat doorgeslagen – men komt men daar trouwens wat op terug – want wij moesten als bank 1.200 datapunten opleveren. Daar kan men zich toch ernstige vragen bij stellen.
Hoe zien de andere banken u? Als een concurrent of eerder als een concullega?
Wij zijn geen concurrent van de grootbanken. Ten eerste zijn wij veel te klein. Zelfs tegenover andere kleinere banken is er nog een verschil. Een middelgrote bank zoals Argenta, waar ik gewerkt heb, is zestigmaal groter in balanstotaal. Spaarbank VDK is viermaal groter. Maar zoals ik al uitlegde: wij doen dossiers waar de grootbanken niet in geïnteresseerd zijn. Wij zijn dus vooral complementair met de andere banken.
“Ik stel vast dat we onze vacatures vlotter kunnen invullen. Ik dank dat deels aan onze re-branding, maar toch ook aan de arbeidsmarkt die iets minder gespannen is.”
Wat ziet u als de grootste uitdagingen voor de nabije toekomst?
Op korte termijn gaat alles naar wens, dankzij onze sterke groei. Die groei aanhouden op langere termijn en tegelijk de kosten onder controle blijven houden, is wél een uitdaging. Daarbij denk ik zeker aan de kosten verbonden aan de reglementaire verplichtingen. Die kostenstijgingen zijn dan ook een reden om te blijven groeien.
En het vinden van voldoende gekwalificeerd personeel?
Een jaar geleden zou ik dat als uitdaging nummer één hebben vermeld. Maar ik stel vast dat we nu toch vlotter onze vacatures kunnen invullen. Ik dank dat deels aan onze re-branding, maar stel toch ook vast dat de arbeidsmarkt iets minder gespannen is geworden. Al blijft er wel nog altijd een arbeidskrapte, zeker voor bepaalde gespecialiseerde profielen zoals IT.
Wij werven zeker economisten aan, maar de jongste tijd toch iets meer juristen, vooral in het kader van de compliance waaraan we moeten voldoen. Vandaag hebben wij een 80-tal medewerkers in dienst. Een derde daarvan werd het jongste anderhalf jaar aangeworven.
En wat ziet u als de impact van AI?
Die impact is er zeker al. Zelf maak ik er veel gebruik van. Dat zal alleen maar toenemen, en zeker in onze productieprocessen. Ik maak mij wel enigszins zorgen over de jongeren. AI neigt ertoe om vooral startersjobs over te nemen. Omdat die nog relatief eenvoudig zijn. Maar hoe kunnen die jongeren dan nog hun métier leren? Daar moeten we met z’n allen toch eens goed over nadenken.
Fa Quix
Inge Ampe: studies aan KU Leuven
Inge Ampe studeerde van 1988 tot 1992 handelsingenieur aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (KU Leuven). Waarom die keuze?
Inge Ampe: ‘Ik heb in de humaniora Latijn-Wetenschappen gedaan in Roeselare waar ik op internaat zat. Ik was zowat in alle vakken geïnteresseerd en zocht eigenlijk een studierichting die dicht aanleunde bij dat brede palet van vakken in het secundair. Handelsingenieur leek mij daar het beste bij te passen. Ik heb ook even getwijfeld tussen psychologie, Germaanse en journalistiek. Maar het was toch snel duidelijk: het wordt handelsingenieur.’
‘Je hebt er én wiskunde én wetenschappen én talen én economische vakken, en ook filosofie. Ik vond het een mooie studie. Handelsingenieur aan KU Leuven heeft mij een serieuze bagage meegegeven. Ik heb als optie kwantitatieve/financiewezen gedaan. Hoewel ik alle vakken graag deed, was ik vreemd genoeg het meest geïnteresseerd in de ‘randvakken‘, zoals filosofie. Dat vond ik fantastisch. Ook het vak ‘Recht’ van prof Craenen en ’Wiskunde’ van Goossens – in het 2de jaar geloof ik – vond ik zeer goed. Het jaar na ons is de studie van handelsingenieur van vier naar vijf jaar gegaan.’
‘Ik heb ook geweldig genoten van mijn vrijheid in Leuven. Ik kwam van een internaat in een strenge nonnenschool in Roeselare, en wou absoluut naar Leuven. En daar ging er voor mij een wereld open. Ik heb er veel levenservaring opgedaan en mij goed geamuseerd.’ (lacht fijntjes)
‘Wat had ik anders willen zien in de opleiding? In mijn studententijd, ruim 35 jaar geleden, was er nog geen stage in de opleiding. Het bleef allemaal vrij theoretisch. Dat praktische complement heb ik wel gemist'