Senior Series. Jan Hautekiet
In de tweede editie van Ekonomika’s Senior Series nam Jan Hautekiet ons mee in de voor ons minder bekende economische wereld van de muzikant. Hoe zorg je ervoor dat je als muzikant overleeft, dat je telkens opnieuw dat podium kan opstappen of tijd kan uittrekken om nieuw werk te schrijven en op te nemen maar financieel toch het einde van de maand haalt?

We kennen vooral de succesrijke voorbeelden: Jacques Brel, Adamo, Angèle, Stromae … maar dat zijn eigenlijk uitzonderingen die tot de verbeelding spreken. Naast die paar succesverhalen zit een heel grote groep vaak jonge mensen die wel een goed en mooi project hebben maar geconfronteerd worden met een reality check: hoe verdien ik mijn boterham – of waarom dingen niet altijd gaan zoals gewenst. Hoe kan je je best wapenen tegen die realiteit?
Welk verdienmodel?
Hautekiet stelde dat het eerste dat je als muzikant voor jezelf moet bepalen, is een project. Een project waar je voor jezelf uitmaakt wat je wil realiseren, hoe je zal functioneren én hoe je professioneel zal overleven. Zie ik mezelf een eigen artistiek project ontwikkelen of zie ik me functioneren in verschillende contexten waar ik mijn expertise als muzikant kan inschuiven, en waar desgevallend op termijn een eigen project kan uitgroeien?
Je moet je muzikale praktijk inpassen in een model dat je toelaat om te bestaan, om te leven.
Sommige muzikanten doen dit door na een conservatoriumstudie van 4 à 5 jaar een vaste job bij een orkest aan te nemen, en die dan aan te vullen met lesgeven.
Anderen bricoleren zichzelf een bestaan, maar dan hopelijk zonder een sociaal kerkhof te creëren zoals er spijtig genoeg vele voorbeelden van zijn. Dat gebeurt dikwijls uit onwetendheid over de sociale en fiscale wetgeving die in de voorbije jaren gelukkig een positieve evolutie gekend heeft.
Steeds kortere ontwikkeltijd
Een muzikantencarrière hangt af van opportuniteiten die je tegenkomt, projecten die je zelf ontwikkelt, en de ontwikkeltijd die je nodig hebt. De ontwikkeltijd is vandaag veel korter en anders geworden: je moet vandaag jezelf onmiddellijk structureren, waar je vroeger de tijd had om je project te ontwikkelen, bij te schaven, aan te passen, en dan een plaat te maken.
Het gaat vandaag allemaal bijzonder snel, waardoor je ook mentaal voldoende weerbaar moet zijn.
En niet te vergeten: in het maken van nieuwe nummers wordt veel tijd gestoken: de voorbereiding, de ontwikkeling, de productie … allemaal tijd die niet vergoed wordt.
Vandaag is dematerialisering een feit, met streamingplatforms die voor zichzelf een goed verdienmodel hebben opgezet: het is de bittere realiteit. Het uitbrengen van muziek dient nu om een signaal te geven: ik besta nog, en eventueel om een concert te promoten. Maar het is geen verdienmodel meer, behalve voor de hele groten, en dan nog ….
Natuurlijk is er ook een andere poot van inkomsten – geen loon naar werken maar een recht dat je hebt opgebouwd: het auteursrecht, of het uitvoerdersrecht. Een recht voor het leven, ook na overlijden, geen vergoeding van een prestatie. Het valt onder een ander en voordeliger fiscaal regime, fiscaal en financieel is het een quick win, maar je bouwt sociaal niets op.
Gelukkig hebben muzikanten een hoge arbeidstevredenheid, besluit Jan Hautekiet, maar een goed inzicht in de sociale en fiscale wetgeving is broodnodig.
Sociaal statuut van de muzikant
Een belangrijke stap werd in de jaren '90 gezet door Johan Verminnen en Frank Vandenbroucke in het opzetten van een sociaal statuut voor de muzikant. ZaMu, de belangenvereniging voor Zangers en Muzikanten, speelde hier een belangrijke rol. Het belangrijkste strijdpunt van Zamu was de creatie van een werkbaar sociaal en juridisch artiestenstatuut.
Onder impuls van Zamu werd in de tweede helft van de jaren '90 het Nationaal Kunstenaars Platform (NKP) opgericht. Het NKP groeide uit tot een overkoepeling van diverse artistieke verenigingen die gezamenlijk de druk verhoogden bij politici om een nieuw artiestenstatuut te creëren. Muzikanten (samen met prostituees) hadden voorheen geen sociaal statuut.
Dat statuut is er in 2003 gekomen, en creëert een vangnet voor de wisselvalligheid, de pieken en dalen, van een artiestencarrière door het uitvlakken van de grilligheid.
In België is het kunstenaarsstatuut bekend als het 'artistieke statuut' of 'sociaal statuut voor kunstenaars'. Het biedt kunstenaars, inclusief muzikanten, bepaalde sociale voordelen zoals lagere sociale bijdragen en toegang tot een eigen sociaal zekerheidssysteem, erkend door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Dit statuut is bedoeld om de sociaaleconomische positie van artiesten te verbeteren en hen te ondersteunen bij hun artistieke carrière.
Het boeiende betoog van Jan Hautekiet werd gepauzeerd om ons toe te laten te genieten van alweer een culinair topgerecht in het Cum Laude restaurant van de Faculty Club.
We sloten deze boeiende Senior Series editie af met een Q&A tussen de aanwezigen en Jan Hautekiet.
Freddy Nurski
Meer weten over de sociale zekerheid voor muzikanten? https://www.cultuurloket.be/kennisbank/kunstwerkuitkering/hervorming-van-de-sociale-zekerheidsregels-voor-kunstwerkers