Julie Lietaer (European Spinning Group): ‘De weg naar duurzaamheid is niet gemakkelijk maar onvermijdelijk’

‘Ik verwacht veel van de jongeren. Dat zij bewuster gaan consumeren en meer aandacht zullen schenken aan duurzaamheid. Op modevlak betekent dit het vermijden van fast fashion. Maar het blijft een hobbelige weg’ zegt Julie Lietaer, topvrouw van de garenfabrikant European Spinnig Group (ESG) uit Spiere-Helkijn tijdens een bedrijfsbezoek georganiseerd op 28 november 2024 door Ekonomika West-Vlaanderen.

European Spinning Group (ESG) is de laatste onafhankelijke garenproducent, zeg maar spinnerij, die ons land rijk is. Er zijn nog spinnerijen, maar die zijn doorgaans geïntegreerd in andere textielactiviteiten, zoals een weverij, of tapijtfabricatie. Julie Lietaer vertegenwoordigt de derde generatie in het 45-jarig bestaan van de ESG.

Julie Lietaer: ‘Onze familie was oorspronkelijk actief in het vlas, maar is eigenlijk een beetje toevallig in de huidige activiteiten gerold. Mijn opa was een fervente duivenliefhebber, en omdat Taiwanezen gek waren op onze topduiven reisde hij meermaals naar Taiwan. Die reizen brachten hem in contact met textiel, en zo is hij met import van garens begonnen. De eerste generatie is dus gestart als tradingbedrijf. Het was mijn vader, Alain Lietaer, de tweede generatie, die zelf met garenproductie begon, aanvankelijk in Avelgem, als aanvulling op de trading. Later zijn we verhuisd naar hier, in Spiere-Helkijn, een tiental kilometer ten zuiden van Kortrijk.’

Derde generatie

Julie Lietaer (FEB handelsingenieur promotiejaar 2007) vertegenwoordigt de derde generatie en staat voor nieuwe uitdagingen. ‘Mijn vader had nog grote volumeklanten, maar vandaag de dag vragen mijn klanten steeds meer kleinere, gespecialiseerde producten. Wij hebben geïnvesteerd in flexibiliteit waardoor we dit aankunnen. Die specialisatie is nu onze kracht.’

De focus ligt steeds nadrukkelijker op duurzaamheid. ‘Wij opereren in drie grote segmenten: bio en gerecycleerd textiel, ‘protective’ en technisch textiel, en ‘outdoor en luxemarkten’. Door onze specialisatie kunnen wij wereldwijd verkopen.’ ESG telt circa 70 medewerkers.

‘Om die specialisaties aan klanten te kunnen leveren, spreekt het vanzelf dat wij veel investeren in innovatie. Binnen het recyclage-verhaal zij wij eigenlijk pioniers in de textielindustrie. Belangrijk voor ons zijn sterke partnerships: met onze klanten, uiteraard, maar ook met grondstoffenleveranciers, machineconstructeurs, softwareleveranciers, enz. Wij investeren ook in transparantie, omdat we geloven dat we daarmee kunnen overtuigen. Daarnaast zien we ook erg veel potentieel in open innovatie.’

“Het is nog niet mogelijk om 100% gerecycleerde vezels, zoals katoen, in te zetten. Gerecycleerde vezels zijn korter waardoor we ze moeten mengen met ‘verse vezels’ om een stevig garen te produceren.”

Inzetten op recyclage

Julie Lietaer erkent dat de uitdagingen vandaag de dag groot zijn, ook op technisch vlak. ‘Niet al onze producten kunnen we momenteel als ‘duurzaam’ bestempelen, maar we werken er aan. Zo is het bijvoorbeeld nog niet mogelijk om 100% gerecycleerde vezels, zoals katoen, in te zetten. Gerecycleerde vezels zijn korter waardoor we ze moeten mengen met ‘verse vezels’ om een stevig garen te produceren. Het percentage gerecycleerde vezels dat wij momenteel kunnen inzetten bedraagt 25% tot 50% van het totaal. Via onderzoek proberen we dat percentage op te trekken.’

Naast haar activiteiten in de textiel business, heeft Julie Lietaer een parallelle activiteit opgezet: een online platform dat ELLIE.CONNECT heet. ‘Dit initiatief is gestart met het project ‘Hack Your Jeans’ waarin mensen werden opgeroepen om hun versleten jeanskleding (broeken, vesten …), die niet meer geschikt was voor tweedehandsshops, aan ons te bezorgen. Deze ingezamelde jeanskledij wordt door een verwerker opnieuw omgezet in katoenvezels. En die gerecycleerde vezels hergebruiken we vervolgens in ons productieproces. Van de garens uit deze gerecycleerde vezels worden dan nieuwe textielproducten gemaakt. De hoofdbedoeling was en blijft het bewustzijn van het belang van recyclage te bevorderen. Dit project is inmiddels uitgegroeid tot een breder verhaal onder de naam Ariadne Innovation, dat we als ‘Ellie’ op de markt hebben gebracht.’

De bedoeling van Ellie Connect is om textielactoren, waaronder textielproducenten, toeleveranciers, machineconstructeurs en klanten, samen te brengen op dit online platform. Het platform helpt hen om oplossingen te zoeken op het vlak van duurzaamheid en ondersteunt hen bij het concreet aanpakken van bepaalde uitdagingen. Het gaat dus niet om het delen van ‘kritieke’ productinformatie, maar wel om het concreet in de praktijk brengen van het duurzaamheidsverhaal.’

Volgens Julie Lietaer is het online platform Ellie succesvol gelanceerd. Het platform telt nu iets meer dan 2.000 actieve gebruikers, verspreid over 19 landen, die deelnemen met een abonnementsformule. Daarnaast zijn er ruim 25 experten aangesloten. Er zijn al ruim 100 challenges gedeeld en zo’n 300 oplossingen geïdentificeerd. De bedoeling is om ook peer-to-peer-ondersteuning te bieden. Er zijn inmiddels ook al 36 Ellie Talks als podcasts beschikbaar.

“Zolang er geen gelijk speelveld is tussen het ecologische en het economische, vrees ik dat de consument blijft kiezen voor het goedkoopste. Met als gevolg dat de echt duurzame producten voorlopig een niche blijven.”

Duurzaamheid heeft een prijs

Op de vraag of het recyclageverhaal, het duurzaamheidsverhaal, business wise succesvol kan zijn, antwoordt Julie Lietaer: ‘Duurzaamheid heeft inderdaad een prijs. Textiel uit gerecycleerde vezels is vandaag meestal duurder dan textiel op basis van virgin fibers. Maar misschien zijn de gerecycleerde producten niet te duur maar de virgin fibers te goedkoop? Zolang er geen gelijk speelveld is tussen het ecologische en het economische, vrees ik dat de consument blijft kiezen voor het goedkoopste. Met als gevolg dat de echt duurzame producten voorlopig een niche blijven.’

Wat moet er dan veranderen? ‘Alle actoren moeten hun rol spelen, en ik onderscheid vier belangrijke groepen, te beginnen met de consument. Ik verwacht veel van de jongeren. Dat zij bewuster gaan consumeren met meer aandacht voor duurzaamheid. Ten tweede de distributie, de retail. Retailers bepalen welke producten zij te koop aanbieden. Zij kunnen daarbij het ecologische verhaal nadrukkelijker aan bod laten komen. Ten derde de overheid. De overheid kan het kader creëren dat duurzaamheid stimuleert. Wetgeving kan verplichtingen opleggen, dat zal zeker helpen. En dat gebeurt ook, denk bijvoorbeeld aan de Green Deal van de EU, die voor elk textiel- en kledingproduct een productpaspoort voorziet, waarop het al dan niet ecologische karakter in wordt opgenomen. Dat zou een shift naar gerecycleerd textiel kunnen stimuleren. En ten vierde de financiële wereld. Banken kunnen een krachtig signaal geven door bijvoorbeeld financieringen te weigeren aan niet-duurzame bedrijven ’

‘Weet je, duurzaamheid bereik je niet enkel door een duurzaamheidsmanager aan te stellen. Duurzaamheid moet in het hart van een bedrijf zitten, bij elke medewerker. Alleen dan kan het echt impact hebben. En we moeten daarbij zeker ook oppassen voor greenwashing. Omdat dát het duurzaamheidsverhaal in diskrediet brengt. Maar wij als ESG – what’s in a name – geloven dat duurzaam ondernemen de toekomst is.’

Fa Quix