Filmonomics. Een gesprek over film en economie met professor emeritus Patrick Van Cayseele

Professor Patrick Van Cayseele, emeritus sinds eind 2024, staat bekend als een onderzoekseconoom met een internationale reputatie en met een focus op harde economische theorie. Toch heeft hij enigszins verrassend zijn medewerking verleend aan een boek over ‘film en economie’ (*) Wat dreef hem daartoe?

Patrick Van Cayseele: Mensen kennen mij inderdaad van mijn economisch onderzoekswerk inzake speltheorie, asymmetrische informatie en industriële organisatie. Maar na een tijd ontstaat er ruimte voor projecten uit pure interesse. Dit filmproject was voor mij een manier om mij eens te amuseren met iets verrassends.

Het is inderdaad verrassend. Waarom juist film? Omdat het veld zo goed als onontgonnen is, zeker vanuit economisch perspectief. Er zijn tal van boeken over de filmindustrie: Hollywood is dan ook goed voor circa 3% van het BNP van de VS (en kan exporteren) maar economische analyse van films? Voor dit project hebben we verschillende internationale experten samengebracht die elk een film naar hun keuze mochten bespreken, mits de inzichten uit hun vakgebied op een toegankelijke manier werden uitgelegd, in relatie tot wat de film brengt. Er zijn zoveel economische inzichten die films kunnen helpen verklaren – en omgekeerd.

Wat bedoelt u daarmee? Films reflecteren maatschappelijke structuren, machtsverhoudingen en uitvergroot gedrag van de protagonisten die er in acteren. Neem bijvoorbeeld Citizen Kane – dat gaat niet alleen over een man, maar ook over de industriële revolutie. Once upon a time in the West over de macht van spoorwegbaronnen die doordat ze dromen van op hun spoorlijn de Amerikaanse Westkust te zien, die ook ontsluiten. Desondanks dat ze daarvoor over lijken gaan. Dr. Strangelove brengt escalatie van conflicten aan het licht tegen de achtergrond van nucleaire chantage… Kortom, pure economie en speltheorie die (helaas) nog heel actueel is ook.

“We hebben iconische films gekozen die een zekere impact hebben gehad. Dat helpt om het publiek mee te krijgen, want veel economische inzichten zijn moeilijk toegankelijk zonder context of concreet voorbeeld.”

U verwijst ook vaak naar literatuur. Is er een link tussen uw eerdere werk over ’economie en literatuur’ en dit filmproject? In ons eerder boekproject over de economische interpretatie van literatuur hebben we iets gelijkaardigs gedaan: verhalen ontleden met een economische bril. Wat zijn de prikkels van de personages? Hoe functioneren markten binnen fictieve werelden? Ik heb toen het boek Lijmen/Het been van Willem Elsschot besproken. Maar film leent zich daar nog beter toe dan literatuur, omdat het zo visueel is.

U hebt dit boek samen met anderen gemaakt? Ja, het is een collectief werk. De opdracht was: geen formules, geen technische termen, enkel uitleg in gewone taal en maximaal 7.000 woorden. In totaal worden in het boek 19 films met een economische bril bekeken. De kunst is om complexe concepten begrijpelijk te maken voor een breed publiek.

En dat doet u aan de hand van bekende films? Inderdaad. We hebben iconische films gekozen, films die een zekere culturele impact hebben gehad. Dat helpt om het publiek mee te krijgen. Want veel economische inzichten zijn moeilijk toegankelijk zonder context of concreet voorbeeld. De twee editors zijn Luc Leruth en André De Palma. Maar ik raad ten stelligste aan om eerst de film te zien en dan pas de bespreking te lezen. Avinash Dixit (Princeton) zegt in de aanbeveling voor het boek op de omslag: “Bekijk of (her)bekijk de film en geniet dan van de diepere economische inzichten die de auteurs in het boek naar boven brengen”.

Hoe reageerden collega’s op het project? Verrast, maar positief. Frank Verboven, een collega-professor en goede vriend, zei: “Het boek is beter dan de film.” Dat vond ik grappig, want de film in kwestie was écht goed, namelijk The Hateful Eight van Quentin Tarantino. Nu is Franks boutade correct: meestal lezen we een boek en in onze verbeelding komt onze eigen interpretatie van de plot en de karakters tot stand. Indien de regisseur in zijn verfilming van het boek ver afwijkt van wat we in gedachten hebben komen we teleurgesteld uit de bioscoop. Maar Tarantino verfilmt geen boeken, hij schrijft de screenplay zelf. Voor “The Hatefull Eight” huurde hij eerst een schouwburg af en zette een aantal acteurs gewoon op een stoel op het podium om de dialogen uit te wisselen. Er kwam na de voorstelling een staande ovatie van de 200 aanwezigen. Toch wachtte Tarantino nog twee jaar met het maken van de film omdat hij maar niet kon beslissen over de casting. Uiteindelijk kwam die er. En met acht Oscar-nominaties kunnen we stellen dat hij de bal niet missloeg. Ennio Morricone zette er prachtige muziek onder.

“Het boek is een poging om economie dichter bij het leven van de mensen te brengen.”

Kreeg u de inspiratie hiervoor uit eerdere gesprekken of gebeurtenissen? Op een receptie op de Nationale Bank kwam ik met Luc Leruth en Etienne de Callataÿ in gesprek. Zij werden de uitgevers van het boek “Quand L’Economie nous est contée”. Ze spraken over hun frustratie dat wij als economen doorgaan voor Filistijnen als het op cultuur neerkomt en daar ontstond het idee dat we met economische modellen niet enkel de werkelijkheid kunnen verklaren, maar ook fictie.

U bent dus ook vaak in contact met beleidsmakers? Zeker, ik ken huidig gouverneur Pierre Wunsch van de Nationale Bank bijvoorbeeld al lang. We spraken over schaalvoordelen en productiviteit toen hij zijn doctoraatsproefschrift schreef. Hij was ook op die receptie en gaf ons later toen hij gouverneur was het forum van de Nationale Bank om het boek voor te stellen. Maar dat was juist voor Corona uitbrak en dat werd dus afgelast, evenals een intro op de Parijse boekenbeurs en interviews met RTL, de RTBF, enz. Toen een tegenslag, maar onze club bleef grotendeels samen en aangevuld met experten uit prestigieuze Amerikaanse universiteiten zoals M.I.T. en Northwestern pakten we films aan.

Welke filmfragmenten of scènes hebben u het meeste geraakt? Dat is moeilijk te zeggen, want elke film in het boek toont iets anders. Maar wat me altijd treft zijn de kleine keuzes van personages die grote gevolgen hebben. En dat zie je bijvoorbeeld in The Godfather, maar evengoed in La La Land.

Welke films worden er zoal besproken?

Niet de minste, er zijn echte filmklassiekers bij zoals A Clockwork Orange en de reeds genoemde Dr. Strangelove, maar ook The Last Samurai, Trading Places, Wall Street versus Des Hommes et des Dieux (we zijn economen nietwaar?) …

Hoe zou u het project zelf samenvatten? Ik zou zeggen: het is een poging om economie dichter bij het leven van de mensen te brengen. Door film als prisma te gebruiken, tonen we dat economische logica overal zit – niet alleen in markten, maar ook in emoties, relaties, keuzes. En tegelijk is het ook gewoon leuk. Een intellectueel spel dat tegelijk toegankelijk is.

Wordt het boek goed onthaald? De reacties zijn positief onder collega’s die graag eens buiten de lijntjes kleuren. Ook de kritieken van collega’s van Princeton University, Berkeley en Virginia zijn heel lovend. De uitgevers zelf bevelen het boek ook aan als extra lectuur voor derdejaars bachelor studenten die twijfelen of ze nog willen verder studeren voor een master in economie, gegeven dat ze zich afvragen of al de modellen die ze verwerkten als leerstof ook enige connectie met de realiteit hebben.

Bij het onderzoekswerk voor mijn bespreking van The Hateful Eight (spoiler alert), waarin het over premiejagers gaat, ontdekte ik dat er in de VS een verkorte masteropleiding “premiejagen” bestaat. Ik heb dan maar meteen gekeken wat het huidig inkomen van een premiejager is en kan de lezer meegeven dat een carrièreswitch niet loont (lacht). Maar het spreekt ook cinefielen die geen economische voorkennis hebben aan. Zo insisteerde de cineast van Farinelli dat zijn lof werd opgenomen op de flap van het boek.

“Ik sluit het een vervolg niet uit, maar het is geen sinecure om met onze club van auteurs die werkzaam zijn op vier continenten tot een boek te komen.”

Zijn er al plannen voor een vervolg? Misschien. De uitgever zet het zelf in de markt als “volume 1”. Er zijn veel films die we niet hebben kunnen behandelen. Het hangt er vanaf of het publiek en de uitgever open staan voor een vervolg. Ik sluit het zeker niet uit, maar het is geen sinecure om met onze club van auteurs die werkzaam zijn op vier continenten tot een boek te komen. Tevens zijn we elk experten in ons domein, maar wetenschap wordt niet beoefend in hokjes dus er is een zekere overlap, en we moeten dus steeds tot een werkverdeling komen. De keuze van de film bepalen we zelf, maar je moet er natuurlijk een beetje op letten dat dezelfde economische inzichten niet in drie hoofdstukken aan bod komen. Aan dit boek hebben we meer dan drie jaar gewerkt…

Aan welke film denkt u dan? Wel, en enkel en uitsluitend voor de ECONnect-lezer, deze sneak preview: indien we doorgaan en ik blijf meedoen, dan neem ik Master and Commander met Russell Crowe in de hoofdrol. Ik kan daar aan de hand van speltheorie uitleggen waarom in de achttiende eeuw de consignes van de Britse admiraliteit volledig diametraal stonden op die van de Franse admiraliteit voor hun kapiteins die verwikkeld waren in een zeeslag, evenals wat de rol van kaperbrieven was, enz.

Hartelijk dank Patrick, en we kijken uit naar het vervolg!

(*) FILMONOMICS. Economists Discuss the Silver Screen, edited by André de Palma & Luc Leruth, 2025, 278 pages, Routledge India, GBP 31,99 (paperback)