Professor Emeritus Jan Vanthienen:

“We hebben er in de opleidingen altijd voor gezorgd fundamentele, conceptuele inzichten bij te brengen die de tand des tijds konden doorstaan. Niet zomaar de hype van het moment”

Jan Vanthienen (Foto: Filip Van Loock)

Professor Jan Vanthienen is na een lange academische loopbaan in 2021 met emeritaat gegaan. Decennialang was hij een vaste waarde aan onze faculteit FEB in het vakgebied beleidsinformatica (zie ook Kader: Bio Jan Vanthienen). Hoe blikt hij terug op zijn rijkgevulde loopbaan, en waar is hij nu mee bezig? Wij hadden een gesprek met hem.

Wat beschouwt u als de hoogtepunten van uw academische loopbaan? Ik denk dat ik behoor tot de eerste generatie professoren die kon en moest excelleren in de drie aspecten van het academisch leven: onderzoek, onderwijs en dienstverlening. Ik heb (met veel plezier trouwens) talrijke onderzoeksprojecten ‘binnengehaald’, heb meer dan 150 publicaties, vooral in internationale gerenommeerde tijdschriften, maar ook in publicaties en lezingen voor bedrijven en het algemene publiek.

Ik heb veel onderwijs verzorgd, zowel voor grote als kleinere groepen, en daar heb ik altijd erg van genoten. En daarnaast heb ik uitvoerig mijn bijdrage geleverd aan het beleid van de faculteit, de onderzoeksgroep, de alumnivereniging en de universiteit. Ik was o.a. vice-voorzitter van TEW, departementsvoorzitter, directeur van het Postgraduaat in de Bedrijfskunde, coördinator van de onderzoeksgroep, voorzitter van de alumni Beleidsinformatica, bestuurslid van Ekonomika Alumni, lid van informaticacommissies, onderwijscommissies, bibliotheekcommissies, integratiecommissies, en allerlei andere initiatieven die de faculteit mee hebben gemaakt tot wat ze nu is. Dat was achteraf gezien toch wel erg intens.

Voorop in de digitale revolutie

Welke verwezenlijkingen springen er voor u uit? Toen ik begon aan mijn doctoraat (rond 1980) was informatica nog een peuter. Een technisch detail in de bedrijfsadministratie. Maar ik had al snel door dat dit het bedrijfsleven en de samenleving grondig zou veranderen. Dat ging eerst over automatisering van het bestaande, maar al snel werd duidelijk dat een aantal golven veel verder gingen dan zomaar versnellen van wat al bestond. Denk maar aan: de opkomst van de persoonlijke computer (PC), iets later het internet, dan de eerste boom van e-commerce, de data-explosie, verder de smartphone, en nu de alomtegenwoordigheid van Artificial Intelligence AI (ook al is de I wat met een korrel zout te nemen). Die evolutie heb ik vanop de eerste rij kunnen meemaken en inbrengen in de opleidingen en het bedrijfsleven.

Het is dan niet specifiek één persoonlijke verwezenlijking, maar ik ben toch fier altijd voorop te hebben kunnen lopen in de digitale revolutie.

Naast de dankbare contacten met studenten en afgestudeerden, vooral die in beleidsinformatica, ben ik het meest fier op de sturing en begeleiding van een 15-tal doctoraten. Stuk voor stuk kleppers die hun weg gevonden hebben in de academische en bedrijfswereld. Ze zijn bijna allemaal, voor wie het wilde toch, prof geworden aan buitenlandse en Belgische universiteiten en dat geeft een voldaan gevoel.

Tenslotte ben ik fier dat ik het werk van mijn voorgangers, Prof. Maurice Verhelst en Prof. Jacques Vandenbulcke, heb kunnen voortzetten. De beslissingstabellentechniek bijvoorbeeld, zowat uitgevonden in Leuven, is nu een internationale standaard geworden (genaamd DMN: Decision Model and Notation) die ruim wordt toegepast in het bedrijfsleven wereldwijd.

“De de essentie van een universitaire opleiding is niet zomaar aansluiten bij de praktijk van vandaag, maar bij de praktijk van overmorgen. En dat vraagt goede fundamenten.”

Hoe zijn de economische opleidingen in uw vakgebied in de loop der jaren veranderd? In mijn vakgebied (de beleidsinformatica) zijn er uiteraard enorme veranderingen geweest. Alsof we elk jaar elke pagina van de cursus moesten updaten. Misschien had ik toch bij mijn andere liefde, de geschiedenis, moeten blijven, dan had ik een meer stabiele loopbaan kunnen hebben… (lacht)

Anderzijds hebben we er in de opleidingen altijd voor gezorgd fundamentele, conceptuele inzichten bij te brengen die de tand des tijds konden doorstaan. Niet zomaar de hype van het moment. Dat is een goeie strategie gebleken en ik hoor nog altijd van alumni dat ze de fundamentele basiskennis die verworven werd, kunnen blijven gebruiken, ongeacht de zoveelste versie van een zoveelste tool die het bedrijf binnenkomt. Dat is ook de essentie van een universitaire opleiding: niet zomaar aansluiten bij de praktijk van vandaag, maar de praktijk van overmorgen. En dat vraagt goede fundamenten.

AI: nieuwe mogelijkheden, maar ook kritisch blijven

Welke grote uitdagingen ziet u vandaag voor het academisch onderwijs? Vandaag is dat uiteraard de rol van AI, of wat daarvoor moet doorgaan. Ik ben al heel lang betrokken bij al wat te maken heeft met artificiële intelligentie: van de eerste AI-pogingen, over expertsystemen, neurale netwerken, data mining, machine learning, symbolic AI, tot de huidige language models. Altijd zijn de mogelijkheden groot en de verwachtingen hooggespannen. De huidige resultaten zijn werkelijk impressionant en zeer nuttig.

Maar van echte intelligentie zijn we nog ver verwijderd. Het academisch onderwijs moet de nieuwe mogelijkheden ten volle te benutten, maar ook een kritische houding bijbrengen voor al wat voor waar en echt kan worden aangenomen (teksten, video’s, foto’s, meningen, data, enz.).

Een andere uitdaging is diversiteit en eigenheid. Alle universiteiten werken nu met internationale staf, internationale studenten en uitwisselingen, en internationale programma’s. Waardoor ze meer en meer op mekaar beginnen lijken. Uiteraard is die internationalisering goed. Maar het is een uitdaging de eigenheid te bewaren. Het moet niet één pot nat worden. KU Leuven en de faculteit hebben een aantal sterktes en die moeten we blijven uitspelen. Studenten en onderzoekers moeten naar Leuven blijven komen omdat het super goed is, niet omdat het dichtbij of goedkoop is.

Leerstoelen met bedrijven

U heeft ook bedrijven en publieke instellingen geadviseerd, en/of er mee samengewerkt. Wat is daar uw rol geweest?

Als onderzoeksgroep hadden we altijd veel en goeie contacten met bedrijven. Via seminaries, lezingen en workshops werd de kennis gemakkelijk gedeeld en werd ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in de beleidsinformatica, in data- en kennisbeheer, in data and process analytics, enz. We hebben altijd goed kunnen samenwerken met specifieke bedrijven via de formule van de leerstoelen en ook via de Fellows van het Hogenheuvelcollege.

Enkele topbedrijven met wie wij samenwerkten zijn bv. SAP, KBC, maar ik zou hier vooral PWC willen noemen waar we met topman Roger Heijens goed en lang hebben samengewerkt in het kader van een van de eerste leerstoelen, namelijk de E-business leerstoel (Noot: de vorig jaar overleden Roger Heijens is ook jarenlang voorzitter geweest van de Ekonomika-kern Brussel). Die kruisbestuiving is altijd zeer nuttig gebleken voor onderwijs en onderzoek enerzijds, en voor bedrijven en publieke instellingen anderzijds.

“Grootse academische plannen heb ik niet meer, maar ik volg wel met veel belangstelling de faculteit en de enorme evoluties in AI, een gebied waar ik altijd actief in geweest ben.”

Over de toekomst

Welke uitdagingen ziet u voor jonge economisten vandaag? De gebruikelijke uitdagingen zeker: mondialisering, AI, branchevervaging, globale instabiliteit, e.d. Er zijn dan wel een pak uitdagingen, maar er zijn toch ook zoveel opportuniteiten.

Welke plannen heeft u nu u emeritus bent? Vooral het gebrek aan tijd inhalen. Tijdens mijn loopbaan was er altijd wel iets dat moest klaar zijn, een rapport, een examen, een publicatie, de voorbereiding van een vergadering, …. Zelden heb ik een weekend gehad zonder werk en zonder deadline op maandagmorgen. Die druk valt nu weg en ik kan nu meer genieten van dingen te doen zonder dat er iets anders meer dringend staat te wachten. Dat kan gaan over de familie, een of andere klus in huis of tuin, een verblijf in het buitenland langer dan vier dagen, een namiddagje nietsdoen.

Grootse academische plannen heb ik niet meer, maar ik volg wel met veel belangstelling de faculteit FEB en de enorme evoluties in AI, een gebied waar ik altijd actief in geweest ben.

Tot vorig jaar had ik nog een beperkte opdracht in de afwerking van doctoraten, maar die zijn nu voltooid. Wel probeer ik nog elk jaar naar de Building Business Capability-conferentie in de VS te gaan, de topconferentie rond Business Analysis. Vaak is dat in Las Vegas of Miami, Ik ga er al ruim 20 jaar naartoe, ook telkens als spreker, en daar kan ik de Leuvense boodschap nog wel een tijdje uitdragen. Hopelijk is het dan niet: What happens in Vegas stays in Vegas.

Fa Quix en Freddy Nurski

Bio Jan Vanthienen

Jan Vanthienen is afkomstig uit Halen. Dat ligt op de grens tussen Vlaams-Brabant en Limburg. Zijn middelbare studies heeft hij gedaan in het Montfortcollege in Rotselaar.

In 1974 startte Jan zijn universitaire studies aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, in de richting Toegepaste Economische Wetenschappen (TEW), met als keuzerichting kwantitatieve economie. Na een vijfde jaar – licentiaat doctorandus in TEW en Beleidsinformatica – en na het beëindigen van zijn legerdienst, begon hij in 1980 aan zijn doctoraat.

In 1986 startte Jan zijn academische loopbaan aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, binnen de vakgroep Beleidsinformatica, om na de gebruikelijke carrièrestappen in 1996 gewoon hoogleraar te worden. Die functie is hij blijven uitoefenen tot zijn emeritaat in 2021.

Naast meer dan 150 wetenschappelijke publicaties heeft Jan Vanthienen ook enkele prestigieuze Awards in de wacht gesleept, waaronder:

  • Best Paper Award, The International RuleML Symposium (2007)
  • Belgische Francqui Leerstoel aan FUNDP (2009)
  • IBM Faculty Award (2011)
  • Rule Challenge Award, The International RuleML Symposium (2016)

Meer info: www. janvanthienen.net