‘De schaarste op de arbeidsmarkt blijft aanhouden en wij bieden daar creatieve oplossingen voor’
We ontmoeten Rika Coppens, CEO van House of HR, in de hoofdzetel van het bedrijf in de Spinnerijstraat in Kortrijk. Het contrast tussen de naam van de straat, die naar een roemrijk industrieel verleden verwijst, en het huidige ultramoderne kantoorgebouw van een bedrijf van de toekomst, kan niet groter zijn. Of hoe een regio altijd een toekomst heeft wanneer zij zich weet heruit te vinden: Rika Coppens en House of HR bewijzen het elke dag.
Rika Coppens: House of HR is een Europese HR Services Group waarbij wij voornamelijk focussen op het juiste talent op de juiste plaats, en op het juiste moment. We doen dat op verschillende manieren, van uitzendwerk over consulting en studieopdrachten tot bv. freelance-opdrachten. En we onderscheiden ons in de markt omdat we dat op een heel gespecialiseerde manier doen. Dat betekent dat wij heel gespecialiseerd tewerk gaan in verschillende niches, bv financiële profielen, actuarissen, of evengoed ingenieursprofielen voor bv de nucleaire sector …
In de blue collar hebben we specialisaties in bv. logistiek en transport, in de bouw, in specifieke technische talenten, dus heel gevarieerd maar wel steeds heel gespecialiseerd. Dat is ons basis business model. Omdat we ervan overtuigd zijn dat we op die manier zowel onze klanten als onze kandidaten die een job zoeken het beste verder kunnen helpen.
Hoe is House of HR intern georganiseerd?
Rika Coppens: House of HR is één groep. En binnen die groep heb je wat wij noemen tien ‘PowerHouses’. Dat zijn tien sub-bedrijven die georganiseerd zijn rond één van onze specialisaties of in één van de landen. En binnen die PowerHouses hebben we wat wij noemen ‘Boutiques’. Die Boutiques zijn dan sub-bedrijfjes binnen die PowerHouses en hebben een verdere graad van specialisatie.
We hebben dus een redelijk decentraal model waarbij veel beslissingsmacht bij de lokale entiteiten ligt. Dat zorgt ook voor een sterk lokaal ondernemerschap, hetgeen we hard proberen te koesteren. Die Boutiques hebben elk ook P&L-verantwoordelijkheid, en hebben een eigen balans. Dat ondernemerschap blijkt ook uit het feit dat we 900 employees-aandeelhouders hebben.
De groep House of HR telt vandaag zo’n 5.500 interne medewerkers en ruim 70.000 mensen die wij op dagbasis tewerkstellen. De sterke groei van ons bedrijf komt voor de helft uit interne organische groei en voor de helft uit acquisities. We behaalden vorig jaar een omzet van circa 3,5 miljard euro. Wij zijn actief in 8 landen: België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Spanje, Luxemburg, Portugal, Italië, Polen, Roemenië.

“In de geschiedenis zien we een constante stroom aan innovaties. Die hebben nooit geleid tot bijkomende werkloosheid. Innovaties vragen steeds weer nieuwe medewerkers.”
Wat zie jij als de grote uitdagingen voor House of HR?
Rika Coppens: Ik zie twee grote uitdagingen. De eerste grote uitdaging – en dat zal voor u geen verrassing zijn – is de schaarste aan talent. Sommigen beweren dat die wel zal verdwijnen door de automatisering en de robotisering, en de opkomst van AI. Maar ik geloof nooit dat die op korte termijn de talentschaarste kan oplossen, want die schaarste is enorm. [LEES OOK: De verwachte impact van AI op HR] Daarbovenop komt nog dat mensen vaak minder willen werken. Neem bijvoorbeeld al die mensen die 80% willen gaan werken. Wel, dan heb je eigenlijk 20% extra mensen nodig om datzelfde werk gedaan te krijgen. Flexibiliteit organiseren is zeker een deel van de oplossing tegen schaarste.
Tegengestelde tendensen zijn dat er steeds weer nieuwe behoeften bijkomen, en die leiden tot nieuwe producten en diensten. Wie even in de geschiedenis terugblikt, ziet dat dat een constante is, die nieuwe behoeften. Bv. de opkomst van elektriciteit, de opkomst van tractoren in de landbouw, van geneesmiddelen, internetdiensten … Er is een constante stroom aan innovaties en die hebben nooit geleid tot bijkomende werkloosheid. Innovaties vragen steeds weer nieuwe medewerkers.
Heeft de huidige geopolitieke onzekerheid ook een impact op de arbeidsmarkt?
Rika Coppens: Dat is een tweede grote uitdaging. Die geopolitieke onzekerheid leidt immers tot verschuivingen tussen sectoren en bedrijven. Er zijn er die er onder lijden, maar er zijn er andere die er juist door vooruit gaan. Bv. bedrijven die lijden onder de invoertarieven in de VS, maar andere in de defensiesector die vandaag goede perspectieven hebben. Het is aan ons om alert te zijn en tijdig die verschuivingen te detecteren en er op in te spelen.
Ziet u nog andere uitdagingen?
Rika Coppens: Ik denk toch dat ik er als derde uitdaging de technologische evolutie moet bijhalen. In welke zin? Wel, ik denk dat die ertoe zal leiden dat het werk in verschillende bedrijven anders zal georganiseerd worden. Er zijn bv. studies die aanwijzen dat startersjobs er het meest onder zullen lijden, vooral in de bediendensegmenten, in hoofdzaak door de opkomst van AI. Sommige taken die starters doen, zullen door AI overgenomen worden. Maar anderzijds heb je die starters ook nodig, om later te kunnen doorgroeien. Want anders heb je over tien jaar geen seniors meer!
Ook bij de blue collar neemt de robotisering steeds verder toe, waardoor je arbeiders gaat moeten voorzien van de nodige tools en opleiding, zeker op IT-vlak, om hun job op een goede manier te kunnen blijven uitvoeren.
Ik hoor je zeggen dat we de medewerkers van tools en vaardigheden moeten voorzien, maar is dat dan geen taak voor het onderwijs? Maar daar zien we dat de resultaten alleen maar achteruit gaan?
Rika Coppens: Het onderwijs is cruciaal, dat is zeker. Er zal meer in onderwijs moeten geïnvesteerd worden. Maar dat is niet zozeer een kwestie van financiële middelen, maar wel van aanpak. Het is belangrijk dat mensen getriggerd worden om bij te leren. Alles gaat zo snel vooruit dat het onderwijs slechts basiskennis en -vaardigheden kan bijbrengen. Mensen zullen voortdurend moeten bijstuderen. Het gaat toch grotendeels om de mindset: het losweken van nieuwsgierigheid, het bijbrengen van discipline en werkethiek. Als ik sommigen hoor, is ‘werken’ een vies woord geworden. Of neem nu het begrip ‘work-life balance’… het lijkt alsof ‘work’ geen ‘life’ meer is, geen ‘leven’ is. Wat is dat voor een tegenstelling? Het is alsof je stopt met leven op het moment dat je begint te werken. Ik noem het dan ook liever ‘work-private balance’.
Dus het onderwijs gaat de noden van de arbeidsmarkt maar gedeeltelijk kunnen oplossen?
Rika Coppens: Ik denk dat bedrijven dat inderdaad voor een stuk zelf zullen moeten doen en een opleidingsbudget moeten voorzien, hetgeen nu trouwens al vaak gebeurt. Maar de overheid zou ook best incentives geven voor bedrijven die die opleidingsinspanningen doen. Dat zal nodig zijn om mensen te begeleiden die een langere afstand hebben tot de arbeidsmarkt, zoals laaggeschoolden. Want die hebben we ook nodig om de welvaart in ons land op peil te houden. En dan zijn er nog de vele langdurig zieken, want dat is de olifant in de kamer: meer dan 500.000 werknemers zijn langdurig ziek, d.w.z. méér dan zes maanden ziek.
Hoe kan men dat probleem van de langdurig zieken volgens jou aanpakken?
Rika Coppens: Men wil nu de bedrijven bestraffen door hen vanaf maanden twee en drie meer te laten bij betalen. Oké, dat zien we in Nederland ook. Maar dan moet men bedrijven ook meer tools in handen geven om met die mensen in contact te komen, zeker als het om mentale issues gaat zoals burn-out of bore-out. Zodat men als werkgever veel sneller aan de slag kan gaan om een oplossing te zoeken. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar het doel moet zijn om deze mensen opnieuw actief op de arbeidsmarkt te krijgen. Ik zou ook niet meer spreken van ‘ontslag’ in die situaties maar van ‘transitie’. Dat is een heel ander stramien en past in een traject naar een nieuwe job, in hetzelfde bedrijf of elders.

“Een Tsjechische werkgever die Filipijnse arbeidskrachten op een Vlaamse bouwwerf of in de industrie plaatst, is schering en inslag. Die Filipijnen worden laag betaald in Tsjechië en betalen hun belastingen en hun socialezekerheidsbijdragen ook in Tsjechië!”
Hoe kan men dat probleem van de langdurig zieken volgens jou aanpakken?
Rika Coppens: Men wil nu de bedrijven bestraffen door hen vanaf maanden twee en drie meer te laten bij betalen. Oké, dat zien we in Nederland ook. Maar dan moet men bedrijven ook meer tools in handen geven om met die mensen in contact te komen, zeker als het om mentale issues gaat zoals burn-out of bore-out. Zodat men als werkgever veel sneller aan de slag kan gaan om een oplossing te zoeken. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar het doel moet zijn om deze mensen opnieuw actief op de arbeidsmarkt te krijgen. Ik zou ook niet meer spreken van ‘ontslag’ in die situaties maar van ‘transitie’. Dat is een heel ander stramien en past in een traject naar een nieuwe job, in hetzelfde bedrijf of elders.
Hoe sta je tegenover arbeidsmigratie? Zijn arbeidsmigranten een oplossing voor de vele knelpuntberoepen in Vlaanderen?
Rika Coppens: Dat is een moeilijke discussie. Ik spreek ten andere liever van ‘internationale tewerkstelling’ in plaats van ‘arbeidsmigratie’. Onlangs heeft de bevoegde Vlaamse minister beslist om het aantal erkende knelpuntberoepen flink te beperken. Daardoor zullen er minder reguliere arbeidsmigranten van buiten de EU hier kunnen komen werken. Bedoeling van het beleid is om hier de niet-actieven eerst te activeren. Dat is weliswaar een nobele doelstelling, maar is ook, vrees ik, vooral een symbooldossier. Want om hoeveel ‘arbeidskaarten’ gaat het hier? Tussen de 15.000 en de 20.000? Zoiets, eigenlijk weinig voor de hele Belgische arbeidsmarkt. Maar een veelvoud van die internationale werknemers komt binnen via een ander kanaal, nl. dat van de internationale detachering. Officieel schat men hun aantal op 200.000 buitenlanders die op die manier in ons land tewerkgesteld zijn. Maar het zijn er allicht dubbel zo veel.
Neem bv. een Tsjechische werkgever die Filipijnse arbeidskrachten op een Vlaamse bouwwerf of in de industrie heeft geplaatst, via die detachering. Dat is schering en inslag. Maar wat heeft de Belgische staat daar aan? Die Filipijnen worden – laag – betaald in Tsjechië, betalen hun belastingen en hun socialezekerheidsbijdragen ook in Tsjechië! Voor de NV België brengen ze nul euro op. En ze zijn natuurlijk goedkoper voor de Belgische ondernemer dan de werknemers die hier met een arbeidskaart komen werken, of dan de Belgische werknemers, die uiteraard de Belgische lonen betaald krijgen en hun belastingen en sociale zekerheid in België afdragen. Er is bij die gedetacheerden ook weinig zicht op hun werk- en woonvoorwaarden … tot er iets gebeurt.
De maatregel om het aantal knelpuntberoepen te beperken mist dus zijn doel?
Rika Coppens: Finaal zal de maatregel om knelpuntberoepen te beperken een averechts effect hebben: er zullen minder reguliere buitenlanders met een arbeidskaart naar hier komen en de incentive om nog meer te werken met onderbetaalde gedetacheerden zal toenemen. Daardoor zal de doelstelling om hier mensen te activeren niet gerealiseerd worden, want iemand uit België die duur is wordt dan afgewogen tegenover iemand die goedkoper is en niet gecontroleerd wordt. Het beleid zou zich dus beter richten op het herstellen van een gelijk speelveld, een level playing field, waardoor detachering ontmoedigd wordt en reguliere internationale rekrutering (met arbeidskaarten) aangemoedigd wordt. Er zouden dus zeker meer controles moeten komen op die internationale detachering. En er moeten bijkomende voorwaarden worden aan gesteld (voor die zogen. LIMOSA-bedrijven).
Iets over jouw studies aan KU Leuven, aan de faculteit FEB: hoe kijk je daar op terug? Heeft dat jou iets bijgebracht?
Rika Coppens: Positief! Het heeft mij bv. mijn man bijgebracht! (lacht). Ik heb hem tijdens mijn eerste dag in Leuven leren kennen! We zijn samen sinds 1991 en in 1998 getrouwd. Ik wou per se op kot gaan, en niet in Gent. Dus koos ik voor handelsingenieur want dat bestond nog niet aan UGent. Maar er zat meer achter mijn keuze: in het middelbaar onderwijs deed ik eigenlijk alle vakken graag, zowel wiskunde, wetenschappen als talen en algemene vakken. En de studie handelsingenieur gaf een voldoende mix van al die vakken. Ik heb altijd een breed interesseveld gehad. En na de studies heb ik vastgesteld dat er ook zeer ruime jobmogelijkheden waren.
Van professoren zoals Chris Lefebvre (boekhouden) en Raymond De Bondt (industriële organisatie) heb ik bijvoorbeeld veel opgestoken. In het laatste jaar hadden wij iets als ‘materiaalkunde, energie, elektronica …’ met o.a. professor François van de burgerlijk ingenieurs. Dat boeide mij omdat daar wetenschappelijke kennis werd omgezet in realiseerbare productietechnieken.
Welk advies zou je willen geven aan de pas afgestudeerde economisten?
Rika Coppens: Ga met veel goesting werken! Want dan zal je ook graag en veel werken. Dat laatste is het beste recept als je een mooie carrière beoogt. Je moet nieuwsgierig blijven, bereid zijn om altijd bij te leren en niet blijven zitten in een job waar je geen plezier aan beleeft. Maar voor je vertrekt moet je jezelf de vraag stellen: ‘heb ik de job wel alle kansen gegeven?’
Hier bij House of HR werken best wat economisten, bv. in de financiële dienst, controllers bv. treasury analisten, accountants … Ze moeten wél een beetje Happy Rebel zijn. HR staat bij ons voor Happy Rebel, dat wil zeggen dat je als medewerker de status quo regelmatig in vraag stelt. (fq)