INTERVIEW PROF. EM. MARC LAMBRECHT

“Ongebreidelde globalisering zal worden afgeremd. We zullen evolueren naar een nieuw evenwicht.”

Hoe zou het nog zijn met prof. emeritus Marc Lambrecht, decennialang het boegbeeld van 'productiebeleid' aan de faculteit? We hadden de bedoeling hem te gaan opzoeken … maar door de coronacrisis kon dit interview jammer genoeg niet live worden afgenomen, wel schriftelijk. Maar zoals u zal lezen is Marc Lambrecht 'alive and kicking'.

HOE LANG BENT U OP EMERITAAT? BENT U NOG BETROKKEN BIJ DE WERKZAAMHEDEN VAN DE VAKGROEP PRODUCTIE EN LOGISTIEK? Ik ben nu de 70 voorbij maar nog altijd Emeritus met opdracht. Ik bevind mij op een lange landingsbaan, maar het neerstrijken is nabij. Onze vakgroep “Research Centre for Operations Management” ligt me zeer nauw aan het hart, ik volg de seminaries en als lid van het Bestuur van de Ekonomika Vakgroep Productie en Logistiek is de betrokkenheid concreet verankerd.

U STOND BIJ DE STUDENTEN BEKEND ALS EEN UITSTEKEND LESGEVER. MIST U HET LESGEVEN NIET? In mijn loopbaan is er nooit een onderwijsdeskundige langsgeweest om te vragen naar mijn leservaring. Jullie zijn de eerste die deze vraag stellen. Het lesgeven wordt jammer genoeg nog altijd onderschat. Voor mij zijn de basisregels echter eenvoudig. Men moet 100% enthousiast zijn, 100% geloven in wat je onderzoekt en vertelt en 100% voorbereid zijn. Maak van dat laatste maar 200%.

Ik vergelijk het graag met een sportprestatie, men kan toch niet op niveau presteren in de 100 meterspurt als men niet door en door geoefend heeft, niet één keer maar telkens opnieuw voor elke competitie. De beroemde statisticus Leonard Savage, oefende elke les in, luidop en vooraf in een leslokaal zonder studenten. In de les lijkt alles vanzelfsprekend, maar het is het niet, het lijkt alsof er inspiratie van het moment is, maar het is het niet. Bij mij was alles nauwkeurig vooraf ingeoefend.

HEEFT U NOG CONTACT MET UW VROEGERE COLLEGA’S? WAT ZIJN UW ACTIVITEITEN NU? Ik heb nog een bureau op de Faculteit, ik ben er regelmatig en ik ken de meeste jongere doctoraatsstudenten. Ik volg hun seminaries en hun geworstel naar het doctoraat toe. Ik publiceer nog, doe refereewerk en ik ben betrokken bij de voorbereidingen van het Emeritiforum (een forum dat maandelijks voordrachten organiseert). En zoals eerder gezegd, de Ekonomika Vakgroep Productie en Logistiek (die ik samen met een paar vrienden heb opgericht) is heel belangrijk.

HEEFT DE CORONACRISIS OP ÉÉN OF ANDERE MANIER IMPACT GEHAD OP UW PERSOONLIJK LEVEN? HEBT U BEPAALDE ACTIVITEITEN MOETEN STOPZETTEN OF HERZIEN? Terwijl we dit bespreken, zitten we in de fase van meer en meer loslaten en het heropstarten van allerlei activiteiten. Opmerkelijk is hoe het online gebeuren werd ingevoerd, KU Leuven heeft dit prachtig georganiseerd. Ikzelf ben ook in online modus, hopend evenwel dat dit niet de norm wordt, maar eerder een bijkomend instrument. Dat virtuele is een andere zaak, een virtuele wielerwedstrijd bijvoorbeeld, kan het erger?

DE CORONACRISIS HEEFT AANGETOOND DAT SOMMIGE SYSTEMEN KWETSBAAR ZIJN. ZOALS DE STERK GEGLOBALISEERDE SUPPLY CHAINS. SOMMIGE VAN DIE PRODUCTIEKETENS ZIJN VERSTOORD GERAAKT. IS DIT EEN WAARSCHUWING OM HET ANDERS AAN TE PAKKEN? Vóór de coronacrisis bezocht ik een museum dat oude affiches toonde. Twee affiches trokken mijn aandacht, daarop stond te lezen “Koopt Nederlandsche waar, dan helpen we mekaar” en “Koopt Belgische producten ter bestrijding van de werkloosheid (Nationaal Verbond der Belgische Kamers van Koophandel en Nijverheid)”. Ik dacht direct aan mijn vrienden die bezig zijn met internationale handel, met comparatieve voordelen en vrijhandel. Maar ook mijn eigen studiedomein staat centraal op de radar. Onze productieketens zijn te lang en te complex, direct is beter. We droomden van systemen zonder of zeker met beperkte buffers, nu hoor ik pleidooien voor ‘buffered systems”.

Offshoring was het credo, nu spreken we van re-shoring. Eerlijk gezegd voel ik me goed met deze nieuwe wind, voorraden zijn niet alleen een kostenelement, het heeft in zich ook een grote meerwaarde of rendement. Men kan zich afvragen of we de risicoanalyses wel juist gemaakt hebben. Technisch was de analyse juist, maar we hebben een aantal voor onmogelijk gehouden risico’s niet in rekening gebracht. We hebben rekening gehouden met bepaalde politieke risico’s, zelfs met aardbevingen maar niet met een pandemie. In onze beslissingsboom ontbraken scenario’s die er vandaag toe doen. Met die les in het achterhoofd zullen nieuwe evenwichten ontstaan.

WAT VINDT U VAN DE STELLING DAT SOMMIGE PRODUCTEN EN PRODUCTIES STRATEGISCH ZIJN EN DAT ZIJ TERUG IN EUROPA, ZELFS IN BELGIË MOETEN WORDEN GEPRODUCEERD. IS DIT DE WEG DIE WE MOETEN INSLAAN? Strategische overwegingen zetten operationele overwegingen opzij. Ik ben altijd een grote voorstander geweest van re-shoring, we moeten niet te snel onze comparatieve voordelen onderschatten, niet te snel de handen in de lucht steken. We hebben ongelooflijke troeven. Ja dus, we moeten leren uit de crisis. We werden teveel eenzijdig geleid door “kostprijzen”, we kunnen het niet aan. Een te enge visie. Betrouwbaarheid en “responsiveness” zullen het in bepaalde situaties halen over de (kost)prijs. Ook regeringen zullen de tewerkstelling en de fiscale eerlijkheid hoog in het vaandel moeten dragen. De laatste jaren van mijn loopbaan ben ik sterk bezig geweest met “servitization”. We moeten producten niet louter als product zien maar ook als een dienst, een “peace of mind”, als een bron van inkomsten dat de aankoopprijs sterk overstijgt. Het is dus niet een alleen een kwestie van “kostprijs” bij aankoop, maar zeker ook waardecreatie bij gebruik over de levensduur. In die optiek kan nabijheid een grote troef zijn. Elke industrietak kan hiervan profiteren. Een ongebreidelde globalisering zal zeker afgeremd worden, we zullen evolueren naar een nieuw evenwicht. Maar denk vooral niet dat het Chinaverhaal over is.

IS DE INDUSTRIE BELANGRIJK VOOR DE TOEKOMSTIGE WELVAART IN VLAANDEREN? Ik heb heel wat spreekbeurten gegeven over het belang van industrie en logistiek. Telkens waren er observatoren die als repliek hadden dat een land inkomen kan genereren op veel manieren en dat industrie daarbij niet de kern van de vraag is. Als de industriële sector zou verdwijnen, dan is het mijn overtuiging dat we niet 15 tot 16% van het BNP zouden verliezen, maar minstens de helft, de indirecte verbindingen met andere sectoren, ook dienstensectoren, zijn zeer sterk aanwezig. Ik durf zelfs het oude verhaal van de locomotief en de wagon netjes opnieuw oprakelen. Is industrie belangrijk: ja, punt andere lijn. Misschien dat ik kritiek ga krijgen door deze uitspraak.

WAT ZOU U ABSOLUUT NOG WILLEN DOEN IN UW LEVEN? Dat is een moeilijke, ik ben niet erg gesteld op “bucket lists”, dit lijkt teveel op een aflopend verhaal. Maar toch één iets, ik zou graag de mogelijkheid hebben om lange gesprekken te hebben met kunstenaars. Ik denk dat ze veel zien en voelen.

Fa Quix