TOPSPORT@FEB

Margo Degraef

Margo Degraef is Belgisch kampioene tafeltennis én studente TEW aan de KU Leuven. Ze is afkomstig uit Nijlen, nabij Antwerpen, en gaat nu aan haar master beginnen met de majors accountancy & finance en beleidsinformatica. Daarbij is ze ook nog eens in volle voorbereiding voor de Olympische spelen in Tokyo volgend jaar. Een dappere combinatie, waar wij graag het fijne over zouden weten.


WAAROM KOOS JE VOOR TAFELTENNIS?

Ik heb er niet echt voor gekozen. Mijn ouders speelden het allebei en waren heel geëngageerd in de pingpongclub. Van toen ik klein was kon je mij daar dus ook al vinden, al hollend tussen de tafels. Ik heb ook geturnd. Toen we echter naar Antwerpen verhuisden, moest ik kiezen, en het was al snel duidelijk dat ik voor tafeltennis in de wieg was gelegd. Op een bepaald moment stond de pingpongtafel zelfs bij ons in de woonkamer. Een tafelkleed erover en we konden eten. Later werd ik geselecteerd voor het provinciaal niveau en zo ging de bal letterlijk aan het rollen. Ik heb dan topsportschool gedaan, in het Redingenhof in Leuven, waar ik in de klas zat met andere sportievelingen.


KRIJG JE VAAK TE HOREN DAT TAFELTENNIS GEEN “ECHTE” SPORT IS? EN ZO JA, WAT IS JOUW WEERWOORD?

Onder het gewone volk hoor je dat zeker. Tafeltennis is dan ook niet zo een bekende sport in België. Ik heb al meer in de Italiaanse krant gestaan dan in de kranten hier. Mensen durven dus soms de vraag te stellen of je voor tafeltennis ook fysiek moet trainen of dat je er überhaupt voor moet trainen. Het eerste wat ik meestal zeg is: “Typ mijn naam eens in in YouTube”. Na het bekijken van een filmpje slaan ze meestal een andere toon aan. Vroeger heb ik het daar wel moeilijk mee gehad, maar door de jaren heen wen je wel aan de commentaar. Leuk is het natuurlijk nooit, want je steekt immers heel veel tijd en moeite in je sport.


HEB JE AL VEEL TEGENSLAGEN GEHAD?

De laatste vijf jaar heb ik toch al 3 à 4 keer meer dan drie maandenstil gelegen omwille van blessures, waarvan één wel redelijk ernstig was. Je vraagt je dan wel af waar je zou staan als je al die tegenslagen niet had gehad en had kunnen doortrainen. Maar het hoort nu eenmaal bij het leven en ik ben iemand die dubbel zo hard terugkomt. Mijn motivatie stijgt naar ongekende hoogtes.


WAT IS HET HOOGTEPUNT VAN JE CARRIÈRE TOT NU TOE?

Het Belgische kampioenschap! Ondanks dat dat objectief gezien misschien niet mijn beste resultaat is - want ik heb, op basis van de wereldranking, al tegen betere speelsters gewonnen - was dit voor mij een belangrijk doel dat ik heb bereikt. Ik had vorig jaar de finale nipt verloren en sindsdien was dit mijn hoofddoel! Ik moest het jaar erna winnen en dat deed ik dus ook. Het was in Antwerpen en er waren dus heel veel supporters van mij. Toen ik het laatste punt had gemaakt ... dat gevoel is onmogelijk te beschrijven. Gehuild, van geluk weliswaar, dat ik toen heb! Mijn kinderdroom was verwezenlijkt.


WAAROM KOOS JE VOOR DE STUDIERICHTING TEW?

Dat was al beslist in het 4de middelbaar. Ik heb voor de sport veel in de auto gezeten met mijn papa. Hij zit in het bedrijfsleven en moest altijd veel bellen. Ik wou steeds meer weten over waar hij zich mee bezighield en had er eigenlijk een natuurlijke interesse in. Economie geeft me afleiding van de pingpong. Het ene is ontspanning voor het andere. En het is natuurlijk ook een heel brede richting. Ik kan er nog alle kanten mee uit.


STUDEREN EN SPORTEN, HOE COMBINEER JE DIT?

Plannen. Alles moet gepland zijn: wanneer de trainingen vallen, wanneer de lessen zijn, wanneer ik iets ga inhalen dat ik gemist heb. Maar ook je rustmomenten moeten worden ingepland. Iets wat ik zelf soms durf te vergeten. Het belangrijkste is dat je een goed ritme zoekt. Eens je dat hebt gevonden is het makkelijk om dat aan te houden. Al komen er hoe dan ook momenten dat je hard moet zijn voor jezelf. Discipline is noodzakelijk. Het voordeel is dat als je goed bezig bent voor het ene, bijvoorbeeld de sport, het andere, het studeren, ook weer beter gaat gaan. Maar plannen is dus de boodschap, al ga ik daar misschien soms te ver in. Laatkomers vind ik verschrikkelijk.


WAARVOOR HEB JE DE MEESTE STRESS: EEN WEDSTRIJD TAFELTENNIS OF EEN EXAMEN?

Je kunt het niet vergelijken. Maar ik gebruik wel dezelfde trucjes om de stress te onderdrukken en mij te concentreren voor het tafeltennis als voor een examen. Mij concentreren op mijn ademhaling is er een van. Een andere is muziek van Ed Sheeran luisteren. Ik probeer ook een positieve mindset te krijgen. Mij dus focussen op de dingen die ik wel kan. Het stukje leerstof dat ik goed ken, voor een examen, of denken aan mijn sterke punten net voor een match.


WELKE VERSCHILLEN ERVAAR JIJ ALSTOPSPORTER MET ANDERE STUDENTEN? IS ERNOG RUIMTE VOOR EEN STUDENTENLEVEN ENZO NIET, MIS JE DIT?

Als ik na de les in de zomer naar de training moet fietsen terwijl iedereen de terrasjes inpalmt, dan kan ik soms wel jaloers zijn. Maar anderzijds, alle ervaringen die ik mag opdoen en kansen die ik krijg, zijn het volledig waard. Het is niet dat ik geen sociaal leven heb. Ik probeer altijd om rond het middag- en avondeten af te spreken met vriendinnen, want eten moet iedereen. Maar uitgaan gaat alleen na het seizoen, en zelfs dan nog. Alcohol is geen aanrader voor de conditie. Als ik dan eens op stap ga, dan kan je mij de volgende ochtend in de fitness vinden om het er allemaal uit te zweten.


WELKE SPORTIEVE DOELEN LIGGEN IN JE VOORUITZICHT?

Tokyo 2020. De Olympische spelen, het is een grote uitdaging maar ik wil er echt voor gaan. Als tweede doel zou ik graag in de Top 100 terecht komen. Dat hangt eigenlijk een beetje samen met de Olympische spelen. Als ik in de Top 90 zit ben ik redelijk zeker dat ik mijn vliegtuigticket richting Japan mag boeken. Ik ben nu 188ste op de wereldranglijst. En natuurlijk zou ik ook graag mezelf opvolgen als Belgisch kampioene.


WAT IS ER NODIG OM NAAR TOKYO TE KUNNEN?

Om te stijgen naar de Top 90 moet ik punten verdienen door veel toernooien te spelen. Maar om die toernooien te mogen spelen, moet je betalen. Ik heb dus sponsors nodig die me helpen om mijn kunnen te laten zien aan de wereld. Alle ideeën zijn welkom: een demonstratie geven voor de werknemers van een bedrijf, een keer langskomen op een georganiseerd toernooi, ... Ik sta voor alles open. Ik kan ook zorgen voor visibiliteit via sociale media en misschien binnenkort zelfs via T-shirts. Maar dat is momenteel nog een vraagteken.


GA JE VOOR EEN SPORTCARRIÈRE OF DUIK JE TOCH NOG DE BEDRIJFSWERELD IN ALS JE BENT AFGESTUDEERD?

Over 2 jaar, wanneer ik afstudeer, hoop ik een beter zicht te hebben op hoe ver ik sta met de sport. Heb ik Tokyo gehaald, heb ik mijn ambitie voor Parijs 2024 nog ... Voor hetzelfde geld ben ik geblesseerd of heb ik er geen motivatie meer voor. En dan zal ik met evenveel plezier in het bedrijfsleven stappen. Het liefst zou ik het natuurlijk combineren. Ik ben heel ambitieus en zou ook graag in een groot bedrijf werken, zelf iets opstarten, maar evengoed mensen begeleiden in de sport. Ik ga alleszins altijd blijven pingpongen als bijverdienste. Als vrouw kan je van tafeltennis trouwens heel moeilijk je beroep maken.


WAT ZOU JE WILLEN ZEGGEN TEGEN BEGINNENDE TOPSPORTSTUDENTEN?

Bijt door! Neem in je eerste jaar niet te veel vakken op en neem je tijd om een ritme te zoeken. Gun jezelf die tijd. Het maakt niet uit of je x aantal jaar langer studeert, zolang je gemotiveerd bent en je je studie graag doet, moet je ervoor gaan. Zoals ik zei: Bijt door! Ten opzichte van je hele leven zijn dat maar enkele jaartjes, maar jaartjes die je zoveel meer kunnen bieden voor je sport.


Je kunt Margo altijd bereiken op: margo.degraef@live.be


Ilse Willems