COLUMN GEERT JANSSENS

De cirkel rond maken

Meer dan ooit is ‘partnerschap’ het sleutelwoord als het draait om duurzaam ondernemen in Afrika. Dat was de boodschap voor de ruim 250 deelnemers aan het zesde jaarlijkse congres van Ondernemers voor Ondernemers (OVO) in Brussel op 29 november 2019.

MEER DAN EEN LAAGJE VERNIS

De verkiezing van Joe Biden tot president van de VS zou de klimaatdiscussie op het wereldtoneel een nieuwe wending kunnen geven. Nog significanter is wellicht de aankondiging van China dat het tegen 2060 koolstof-neutraal wil worden. Zo ook de ambitieuze doelstellingen van oliebedrijven die onder impuls van de ‘lockdowns’ ietwat noodgedwongen met plannen komen om hun koolstofafdruk de komende decennia gevoelig te verminderen, inclusief de afdruk van hun klantenstroom afwaarts wel te verstaan.

Bij dit soort aankondigingen stelt zich onmiddellijk de vraag naar mogelijke ‘greenwashing’. Die is nooit veraf maar we mogen toch ook aannemen dat het hier om meer gaat dan een laagje vernis. De investeringsindustrie staat onder druk om bij de besteding van haar 89 biljoen dollar zogenaamde ESG-criteria (Environmental, Social, Governance) nadrukkelijk in acht te nemen. Blackrock en Vanguard lagen recent nog onder vuur omdat ze te weinig klimaaturgentie aan de dag leggen.

VAN DEFENSIEF NAAR OFFENSIEF

Deze crisis versnelt hoe dan ook een aantal trends die elkaar onderling versterken zoals de-globalisering, digitalisering en verduurzaming. Ondernemingen zijn daarom voortdurend op zoek naar inspiratie om zich klaar te stomen voor een duurzame omslag. In grote lijnen zijn er twee manieren om daaraan te beginnen.

In het verleden vertrok men vaak vanuit een defensief oogpunt. ‘Wat indien we door milieu of klimaat op een negatieve wijze in het nieuws komen?’ Vandaag vertrekt men vanuit transitierisico’s die ontstaan wanneer ondernemingen de gevolgen van de klimaatopwarming proberen in te dijken, bijvoorbeeld door over te schakelen naar een koolstofarm businessmodel. Die transitie kan gebeuren onder druk van consumenten, regelgeving of technologie. Maar steeds meer ondernemingen slaan deze eerder defensieve stappen over en schakelen meteen naar een offensieve strategie. Daarbij gaan ze op zoek naar duurzame of circulaire businessmodellen.

DUURZAAMHEID

Er zijn veel manieren om een onderneming duurzamer te maken. Er zijn ‘quick wins’ te realiseren bij de omgang met grondstoffen, energie, en afval. Sommigen daarvan zijn zo evident dat men ze vaak vergeet. Het betreft ingrepen zoals het wit verven van fabriekshallen zodat licht beter wordt weerkaatst of het werken met energiezuinige verlichting, het automatisch doven van lichten in gangen en kantoren. Uiteraard denken we ook aan de recuperatie van afval in het productieproces of het vermijden ervan door gebruik van grondstofefficiëntere productietechnieken. De lijst van duurzame verbeteringen is oneindig lang en voor elke onderneming anders.

Een handig en dankbaar instrument in dat soort denkoefeningen is, bijvoorbeeld, ‘Sustatool’ dat met steun van de Vlaamse overheid tot stand kwam en gratis beschikbaar is. Deze tool helpt ondernemingen bij het in kaart brengen van duurzaamheidsrisico’s en het zoeken naar de meest voor de hand liggende verbeterpunten (mvovlaanderen.be/sustatool/algemeen). Begeleiding bij het gebruik van deze tool wordt overigens vaak gesubsidieerd.

CIRCULAIRE MODELLEN

Belangrijker dan die steun is het inzicht dat een meer ingrijpende verandering mogelijk of noodzakelijk is. Wanneer men wil vermijden dat vrachtwagens leeg terugrijden dan vergt dit een aanpassing van de logistieke keten maar mogelijks ook de productieplanning. De bestaande organisatiestructuur leent zich niet meer tot het implementeren van alle verbeteringsvoorstellen die op tafel liggen. Ondernemingen worden in dat geval uitgedaagd om hun zakenmodel in vraag te stellen.

Een inspirerend voorbeeld betreft Ray&Jules, een Vlaams bedrijf dat een koolstofvrije technologie heeft ontwikkeld om koffie te branden. Het was de eerste fundamentele innovatie in de sectorsinds 1880. Het vergde een totaal andere manier van denken om tot die ontwikkeling te komen. Er was ook nood aan nieuwe partners om die technologie te ontwikkelen. Er was nood aan een totaal ander businessmodel.

Tot die vaststelling kwam men ook bij European Spinning Groupuit Spiere-Helkijn. Dit bedrijf produceert garen voor kleding, technisch textiel en interieurstoffen. Het bedrijf heeft het initiatief ‘hack your jeans’ gelanceerd. Gebruikte jeans wordt ingezameld om er gerecycleerde vezel uit te halen, nadat ritssluitingen en andere onzuiverheden eruit werden verwijderd. Dit vergde nieuwe technieken en procedés. Het bedrijf kon de voorbije jaren zo 50 ton oude jeansbroeken uit de afvalberg halen om er gerecycleerd vezel van te maken.

VAN LINEAIR NAAR CIRCULAIR

Deze voorbeelden geven aan dat men meestal nood heeft aan een nieuw businessmodel dat duurzaamheid naar een hoger niveau tilt. Daarbij moet het spanningsveld tussen lineair en circulair worden overwonnen. Productieprocessen optimaliseren, besparen op energieverbruik, minder grondstoffen gebruiken, transport reduceren, ... Dat alles maakt de onderneming meer duurzaam. Het wordt echter nog interessanter wanneer men die elementen samenbrengt in een geheel en op die manier niet alleen de koolstofuitstoot reduceert maar de cirkel ombuigt. Immers, al te vaak blijft aan het einde van de productielijn een hoeveelheidafval of grondstoffen die niet meer kan worden gerecycleerd. Vaak volgt dan een zeer energie-intensief afvalverbrandingsproces, zeg maar een crematorium voor grondstoffen. Om dat te vermijden, is er nood aan circulaire modellen waarbij de lineaire cyclus wordt omgebogen zodat er een volledig gesloten cirkel ontstaat. Het afval van de ene, is de grondstof van de andere. Deze manier van werken associëren we vaak met de chemische sector waar ondernemingen hun productieprocessen letterlijk in elkaar hebben geschoven en tegelijk hun energieverbruik optimaliseren door recuperatie. De uitdaging bestaat erin om dit model te transponeren naar de rest van onze economie. Enkele voorbeelden kunnen ter inspiratie:

  1. Deeleconomie: Op het meest elementaire niveau houdt men de cirkel klein door het gebruik te intensifiëren of te delen. Stilstaande auto’s en leegstaande gebouwen zijn een verspilling van grondstoffen en energie. Door te delen krijgen we een meer optimaal gebruik van de middelen. Voor individuele ondernemingen is het blijkbaar lastig om zelf een aanbod in de deeleconomie uit te werken: in een recente enquête van ETION maakt slechts 2 op 10 respondenten daar werk van. De uitdaging is echter om zich aan te sluiten op reeds bestaande platformen.
  2. Hergebruik en herstemming: In een tweede, iets grotere cirkel, gaan we producten hergebruiken zonder hun eigenheid te veranderen. Een tweedhandsauto krijgt een tweede leven bij een andere eigenaar. In de derde cirkel gaat we onderdelen van de auto hergebruiken in een andere auto of voor het herstellen van een ander apparaat. Een mooi voorbeeld van een Vlaamse onderneming die de idee van hergebruik toepast, is PMC Holding. Hun dochterbedrijf ‘Nearly New Offices’ probeert in overleg met klanten zoveel mogelijk oude kantoormeubelen te recupereren en doet daarbij beroep op een circulair businessmodel. Afhankelijk van de wensen van de klant, krijgt men grote of kleine cirkels. De kleinste cirkel wordt gevormd wanneer meubelen worden hergebruikt. Lukt dat niet dan kan men proberen om ze te bewerken, zo nodig te herstellen. Eventueel krijgen de materialen een andere bestemming, bijvoorbeeld om er andere meubelen van te maken of iets totaal anders. Pas in de laatste fase gaat men over op recyclage
  3. Product as a service: een beloftevolle manier van werken krijgen we wanneer de producent of aanbieder tevens eigenaar blijft van het product (of de materialen) waardoor die gemotiveerd wordt om de levensduur te verlengen en de voordelen van optimalisering te internaliseren. De Nederlandse architect Thomas Rau ontwikkelde samen met Philips het concept ‘light as a service’. Philips blijft eigenaar van de lampen en verkoopt licht (hoeveelheden lux). Enkele Vlaamse ondernemingen pasten dit concept reeds toe in hun eigen sector. Desso (nu Tarkett) biedt ‘Carpet as a service’ aan; Derbigum ontwikkelde ‘No roof to waste’. Recent kwam Viessmann op de B2B markt met ‘heating as a service’. Door warmte te verkopen in plaats van verwarmingsketels ontstaat een duurzame dynamiek. De ketels worden geoptimaliseerd maar er ontstaat ook een druk om veel meer te werken met warmtepompen en zonne-energie.

NIEUWE NORMAAL

Het voorbeeld van Viessmann toont aan dat wie een duurzame weg inslaat, zichzelf tegenkomt maar tegelijk ook nieuwe deuren opent. Ondernemingen die ambitieus zijn, gaan een stapje verder. Ze zijn niet tevreden met een reductie van hun koolstofuitstoot maar willen neutraliteit en bekijken het grotere geheel. Bij European Spinning Group heeft men met verschillende partners samengewerkt om tot het gewenste resultaat te komen. Het overtuigen van leveranciers en partners is een belangrijke randvoorwaarde voor succes. Het eigen aloude businessmodel in vraag stellen, is geen evidente en al zeker niet wanneer men in de productiekolom andere spelers mee over de brug wil trekken. Anderzijds creëert deze drastische ingreep enorm veel nieuwe opportuniteiten. Ze genereert ook heel veel positieve menselijke energie binnen organisaties. Het is geen toeval dat circulaire ondernemingen weinig problemen hebben met het aantrekken van talent. Circulair ondernemen is het nieuwe normaal.

Geert Janssens, Hoofdeconoom ETION