Michel Decremer (CARMI): ‘In een kmo kan je zelf jouw toekomst bepalen.’

“Het is geen gemakkelijke branche waar wij actief in zijn, maar we hebben er steeds op gelet om een eigen koers te varen en ons toe te leggen op een specifieke niche. Wij zitten in het betere segment, waar kwaliteit primeert. Onze klanten kiezen daar bewust voor”, zegt Michel Decremer, eigenaar van de modeketen Carmi met winkels in Korbeek-Lo, Zemst en Aubel. Hij is ook alumnus van onze faculteit FEB, dat in zijn tijd nog ETEW heette en is afgestudeerd als TEW-er in 1979 met daarna nog een MBA aan de KU Leuven.

HOE BENT U IN DIT VAK TERECHTGEKOMEN? Michel Decremer: Ik ben na mijn studies in de zaak van mijn ouders gestapt. Zij hadden een schoenen- en pantoffelfabriek waarin ik bijna letterlijk ben opgegroeid.

HEEFT UW STUDIEKEUZE VOOR TEW U GEHOLPEN BIJ HET LEIDEN EN STUREN VAN UW BEDRIJF? Michel Decremer: De kiemen voor mijn vorming zijn eigenlijk al vroeger gelegd. Mijn ouders stuurden mij naar de jezuïeten voor mijn humaniora. Dat was een zeer goede leerschool: daar heerste een mentaliteit dat je altijd je best moet doen en dat heeft mij een goede studiemethode bijgebracht. Nu, ik had Latijn-Griekse gedaan en toen ik in Leuven aankwam was wiskunde voor mij een zware dobber, zeker met een veeleisende prof zoals Frans Van Winckel.

Maar dat is allemaal goed gekomen. En mijn studententijd was een prachtige tijd, zowel op het vlak van de studie als daarbuiten. Ik heb toch bevlogen professoren gehad zoals Albert Coppé, Mark Eyskens, Lambert Vanthienen, en nog vele anderen zoals prof. Piet Vanden Abeele die marketing doceerde, en prof. Marcel van Acoleyen. En ik heb daarna nog een MBA gedaan, hetgeen me toeliet het studentenleven wat verder te zetten (knipoogt).

WAT HEEFT U MEEGEDRAGEN VAN UW ECONOMISCHE STUDIES IN LEUVEN? Michel Decremer: Ik heb daar heel veel van meegedragen. Ik heb economische inzichten meegekregen op vlak van marketing, van boekhouden en in het algemeen gezond zakenverstand, zo zou ik het kunnen samenvatten. Het enige wat ik wel wat miste was een beetje praktijkkennis. Want toen ik afstudeerde kwam ik onmiddellijk in de zaak van mij ouders terecht en de praktijk was toch nog wat anders dan de theorie.

HOE IS DE START DAN VAN UW LOOPBAAN VERDER VERLOPEN? Michel Decremer: Einde jaren 70 begin jaren 80 was geen gemakkelijke tijd, met de oliecrisissen en hoge inflatie boven de 10% in sommige jaren, hoge intrestvoeten tot zelfs 14% en een grote werkloosheid. Het was de periode van de stagflatie. Starten in de zaak was toen niet evident. Maar anderzijds heb ik ook vastgesteld hoe snel een economie kan herpakken, en dat was al in 1982-83 het geval. Dat een economie zo’n veerkracht kon tonen, dat had ik niet verwacht. Tegelijk waren er ook andere belangrijke veranderingen. Productie van schoenen in eigen land werd uiterst moeilijk en dus schakelden wij over naar import en agenturen van schoenen. We werkten met een aantal Franse en Italiaanse fabricanten, die we deels zelf factureerden aan de Belgische winkeliers, en waar we deels op agentuurbasis voor werkten. Na een paar jaar zag ik dat de baanwinkels fors aan het opkomen waren en dat die het echt wel goed deden. Ik dacht ‘verdorie, als die jongens dat kunnen, dan moeten wij dat ook kunnen’. In 1984 hebben we dan een Carpetlandwinkel gekocht die in Zemst te koop stond. En daar is het eigenlijk allemaal begonnen. De eerste Carmi-winkel in Zemst is in 1985 opengegaan.

EN WAS DAT DAN METEEN EEN SUCCES? Michel Decremer: Ik had gelukkig de steun van mijn ouders. We hebben toen wel risico’s genomen met een miniem startkapitaal van drie miljoen Belgische frank (75.000 euro). Daarmee, en met veel leningen, hebben we dat gebouw overgekocht, de winkel volledig ingericht, en de hele zomercollectie aangekocht. En de volgende wintercollectie was ook al grotendeels aangekocht vooraleer we eind maart openden. Maar het is een succes geworden. We hadden ook een marketingstunt toegepast: de eerste 500 klanten die voor 2.000 frank kochten (50 euro) kregen een BBQ-stel. Tegen de middag van de eerste dag waren we al onze BBQ’s al kwijt. Dat was dus een vliegende start, meer dan een miljoen Belgische frank omzet op drie uur tijd. In 1990 hebben we de winkel in Korbeek-Lo geopend. Ondertussen waren we in de jaren 90 gestopt met de import en agenturen omdat dat moeilijk te combineren was met onze Carmi-winkels. Mijn jongere broer Werner is 7 jaar na mij in de zaak gekomen. Samen hebben we onze winkels verschillende keren verbouwd, vergroot, en samen een mooi parcours afgelegd.

NAAST DE 3 CARMI-WINKELS HEEFT U OOK NOG ANDERE WINKELS? Michel Decremer: Op vraag van onze belangrijkste leverancier Mephisto, zijn we mono-merkwinkels gaan openen, de zogenaamde Mephisto shops, in Brussel, Antwerpen, Hasselt, Knokke. En In Wallonië is er een derde Carmi-winkel bijgekomen in Aubel. En nog een tweetal andere mono-merkwinkels, de Gabor Shops in Gent en Knokke. Maar de core business als ik dat zo mag zeggen, dat zijn toch de Carmi-winkels waarvan we het aanbod zijn blijven uitbreiden, de laatste jaren is vooral het aanbod aan kleding gevoelig uitgebreid. En retail is detail. Wij hebben een heel groot gamma, dat is ook één van onze grote troeven. Maar om dat goed te doen moet je daar echt heel veel tijd in steken.

EN HEBBEN JULLIE OOK EEN WEBSHOP? Michel Decremer: Jazeker, en die bestaat al lang. Die heeft met de coronapandemie een enorme boost gekregen. Want in de lente van 2020 hadden wij alleen nog maar die webshop vermits de fysieke winkels gesloten waren. Na de heropening van de winkels is de online verkoop zeker niet teruggevallen naar het pre-coronaniveau, integendeel. We hebben daar een stuk structurele stijging aan overgehouden; een deel van die meeromzet in de webshop is dus gebleven. En die webshop is nu ook meer dan groot genoeg om rendabel te zijn. Er is overduidelijk een vraag vanuit de markt en we spelen daar graag op in. Bovendien fungeert de webshop ook als etalage. Heel veel mensen informeren zich vooraleer ze naar de fysieke winkel komen, om dan ter plaatse het paar schoenen of het kledingstuk te passen en mee te nemen. Passen en voelen blijft belangrijk in onze sector. De lockdown van voorjaar 2020 was hiervoor een perfecte testcase: heel veel klanten zijn overgeschakeld op aankoop via internet, maar uiteindelijk was dit toch minder dan de helft van ons cliënteel: een grote helft heeft gewoon gewacht tot de winkels weer open waren. Dus beide kanalen, stenen winkels en webverkoop, hebben perfect hun functie naast mekaar.

UW BEDRIJVENGROEP IS HOE DAN OOK EEN KLEINE SPELER IN DE MARKT. MAAR JONGE MENSEN DIE EEN JOB MOETEN KIEZEN, KIEZEN NOGAL GEMAKKELIJK VOOR GROTE BEDRIJVEN. MET WELKE TROEVEN KUNNEN KLEINERE BEDRIJVEN JONGE AFGESTUDEERDEN OVERTUIGEN OM VOOR HEN TE KOMEN WERKEN? Michel Decremer: Voor een jonge afgestudeerde die in een KMO aan de slag gaat zou ik zeggen dat zij of hij altijd een veel breder takenpakket zal hebben dan in een groot bedrijf. De beslissingslijnen zijn kort en snel, en je staat dichter bij het strategisch beleid. Eigenlijk stuur je op die manier, bewust of onbewust, meer mee de toekomst van het bedrijf aan. En voor wie de kans heeft zelf aan het hoofd van het bedrijf te komen, of er één over te nemen: je bent natuurlijk je eigen baas. Wat mij betreft, gaf dit me een enorme voldoening. Je bepaalt zelf voor een belangrijk deel de toekomst van het bedrijf, in goede en slechte dagen. Keerzijde van de medaille is natuurlijk dat je nooit een minuut echt gerust bent, en dat 7/7 of 6/7 meer de regel is dan de uitzondering. Maar als je je werk graag doet, en er af en toe eens tussenuit kan voor een vakantie, dan ervaar je dit eerder als een passie dan wel als “werken”. En de vrienden die ik heb en die ook zelfstandige zijn, zijn evenmin gehaast om met pensioen te gaan, wij hebben altijd nog veel plannen en projecten die we willen realiseren.

BENT U MET UW OPVOLGING BEZIG ? Michel Decremer: Eind 2016 zijn mijn broer en zijn echtgenote uit de zaak gestapt en zich gaan specialiseren in immobiliën. En in 2017 zijn onze twee kinderen in de zaak gekomen. En dat geeft ook veel voldoening om met hen te kunnen samenwerken en hen in de zaak mee in te werken, zoals bv. de budgetten voor schoenen, hoe die inkoop gebeurt enz. Hoofdtaak nu is onze ervaring en know how aan hen over te dragen. En zij weten dat ze zich moeten omringen met bekwame en loyale mensen. Wij zijn altijd zeer hands-on geweest, en gegroeid van vijf medewerkers naar een veelvoud ervan. Wij geloven dat er een toekomst is weggelegd voor middelgrote familiale bedrijven die een eigen identiteit en een eigen gezicht hebben.

HOE ZIET U DE TOEKOMST VAN UW BRANCHE? Michel Decremer: Wij proberen zoveel mogelijk een 'one stop shopping' aan te bieden. Bij ons komen veel tweeverdieners shoppen met een drukke agenda, ook in hun vrije tijd. Die vragen maar één zaak: bij Carmi stoppen en hopen dat wat ze zoeken, ze er ook gaan vinden. En met ons breed, kwaliteitsvol gamma lukt dat ook meestal. Dikwijls schoenen en kleding, of kleding en schoenen. Zodat ze niet drie, vier winkels moeten doen om alles te vinden. En daarnaast investeren wij ook heel veel in onze medewerkers. Dat is zowat onze marktpositionering. De sector zelf staat licht onder druk. Let op, onze concurrenten zij niet echt de andere collega’s in de modebranche, maar wel bv. de telecomabonnementen, de horeca, de energiefacturen … waardoor de consumenten relatief minder budget (kunnen) besteden aan onze producten. We hopen natuurlijk dat het einde van de pandemie, voor onze sector het begin inluidt van de roaring twenties: gedaan met het telewerk in een joggingpak en een paar afgedragen sneakers. En tijd voor huwelijks- en andere feesten, cocktails en uitnodigingen, tijd voor zich op te kleden en voor elegantie en koketterie.

We proberen ook zoveel mogelijk de lokale spelers naar voor te trekken. In de schoenen zijn dit namen zoals een Ambiorix of Atelier Content, in de kleding bestaat er een rijkdom aan mooie merken zoals Essentiel, Xandres, Caroline Biss en Natan om er maar enkele op te noemen. We streven ook zoveel mogelijk naar zaken die in Europa zijn gefabriceerd, om de voetafdruk zo klein mogelijk te maken. In de schoenen komt bijvoorbeeld Portugal heel sterk opzetten als producent. Naast Italië dat in het luxesegment zeer sterk blijft. Daarnaast zijn we sinds decennia sociaal geëngageerd in Afrika met schooltjes die wij mee hebben gefinancierd en scholarships die we betalen voor degenen die verder studeren.

HEEFT U VRIENDEN OVERGEHOUDEN AAN UW STUDENTENTIJD? Michel Decremer: Samen met Bert Cloeckaert en Danny Dams waren wij zo’n beetje de drie musketiers, aangevuld met Luc Vandroogenbroeck en Paul Van Kerkhove. Wat een heerlijk studentenleven hebben wij gehad. Als student word je wakker en stel je je de vraag: ‘Wat ga ik doen vandaag?’ Maar in het zakenleven is de vraag die je stelt net iets anders: ‘Wat ga ik eerst doen vandaag’, en daar zit de hele nuance in. In het zakenleven is ‘tijd’ echt wel een schaars goed. Wij zijn dankzij ons studentenleven vrienden voor het leven geworden.

EN NA UW STUDENTENLEVEN, HEEFT U VEEL IN NETWERKING GEÏNVESTEERD? Michel Decremer: Misschien te weinig. Maar we hebben hard moeten werken, heel veel uren, om onze zaak uit te bouwen. Er bleef dan weinig tijd over voor social networking. Ik heb wel engagementen genomen. Maar dan in de sector, in de beroepsorganisatie, zoals bij Fedis (nu Comeos, de beroepsorganisatie van de distributiebedrijven). Ik zit nu bv. ook in de Raad van Bestuur van de Duitse aankoopvereniging waar we lid van zijn. Ik heb dus gefocust op de sector. Daarnaast kwam ik ook wel naar wat bijscholingsactiviteiten van Ekonomika Alumni, waar je naast kwaliteit ook nog toffe vrienden kan terugzien!

Freddy Nurski en Fa Quix