Familiebedrijf
Kledingketen JBC
Bart Claes: ‘Zonder mijn opleiding als handelingenieur zouden we niet staan waar we nu staan.’
Afspraak is in de imposante hoofdzetel van kledingketen JBC in Houthalen waar we co-CEO Bart Claes ontmoeten, handelsingenieur van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) aan de KU Leuven, promotie 1985. Hij leidt samen met zijn zus Ann het familiebedrijf dat door hun vader Jean-Baptiste Claes werd opgestart in 1975, en die er zijn initialen heeft aan gegeven. “Mijn zus en ik zijn even belangrijk voor het bedrijf met elk onze specialiteit: zij staat in voor de collectieontwikkeling, ikzelf voor de strategie, sales en marketing.” In deze reeks peilen we hoe het is om in een familiebedrijf te werken.
Was het een bewuste keuze om handelsingenieur te studeren aan de KU Leuven?
Bart Claes: Ik was sterk in wiskunde, zoals mijn studieresultaten op het college in Lommel, waar ik Latijn-Wetenschappen studeerde, aantoonden. Het studieadvies dat ik van het CLB kreeg, was dat ik burgerlijk ingenieur moest gaan studeren. Nu was ik wel sterk in wiskunde, en deed ik dat ook graag, maar alleen maar dat, dat sprak me toch niet aan. Mijn vader, die in 1975 het bedrijf was begonnen, adviseerde mij dan weer: “Doe iets met economie en bedrijfsleven.” Dat is dan handelsingenieur geworden. Wiskunde was daar een belangrijk vak, maar ook de diversiteit van de vakken naast wiskunde en economie sprak mij erg aan, want we kregen eveneens psychologie, sociologie, filosofie, taalvakken, en zo. Ook aan de unief behaalde ik goede resultaten, met onderscheiding en grote onderscheiding, zodat ik na mijn studies gevraagd werd om te gaan doctoreren aan de prestigieuze Amerikaanse Stanford-universiteit. Maar toen ik me ging kandidaatstellen voor een studiebeurs moest ik passeren langs de jury met als voorzitter professor Lambert Vanthienen. Toen men mij vroeg wat ik na mijn studies wilde gaan doen, vertelde ik dat ik graag in de zaak van mijn vader wilde gaan werken. Ik zei ‘het is een kledingzaak met vijf filialen, drie
Amerikaanse stocks en twee broekenmarkten, met in totaal 18 personeelsleden’. Ik zag de juryleden verwonderd naar elkaar kijken. Dat was niet het antwoord dat ze wilden horen, want het was ‘niet sexy of ambitieus genoeg’. In die tijd werden de Leuvense economisten vooral opgeleid om een managementcarrière uit te bouwen in één of andere multinational of in een grote bank. Ik mag en durf hopen dat de tijdsgeest rond ondernemerschap intussen veranderd is. Ik heb dat jaar Stanford dan maar niet gedaan en ben in 1985 in onze zaak gestapt, met eerst nog een jaar legerdienst, en in 1986 echt voluit. Mijn vader zei: “Je bent beter je eigen baas in een kleine zaak, dan ergens in dienst in een grote boite waar je toch het verschil niet kunt maken.”
Intussen is JBC uitgegroeid van ‘een kleine zaak’ tot de grootste Belgische distributieketen in kleding.
Bart Claes: Inderdaad. Vandaag staat de Claes Retail Group (CRG) voor een omzet van circa 250 miljoen euro, met drie merken (JBC, Mayerline sinds 2013 en CKS sinds 2020), drie webshops en 1.400 medewerkers. Het bedrijf is voor 100% in handen van mij en mijn zus, met elk 50% van de aandelen. Ik ben dan stapsgewijs met de expansie begonnen, met de eerste JBC-kledingwinkels. Nu hebben we 200 verkooppunten in België en Luxemburg. En we zijn echt 100% Belgisch. Hoeveel bedrijven zijn er nu al niet in buitenlandse handen gevallen?
Hebben uw studies van handelsingenieur u geholpen met de uitbouw van het familiebedrijf?
Bart Claes: De eerste jaren heb ik heel veel geleerd van mijn vader die een ondernemer pur sang is. Maar ik ben tegelijkertijd ongelooflijk blij dat ik die studie van handelsingenieur heb gedaan. Ik had mijn job vandaag niet kunnen doen zoals ik die nu doe indien ik die studies niet had gedaan. Meer nog, we zouden als bedrijf niet staan waar we nu staan zonder die studies. Ik kan morgen met een jurist praten, met de investeringsplanners, met de IT ... weliswaar nooit in detail, want daarom zijn zij de specialisten, maar ze moeten al heel straf zijn om mij iets wijs te maken (lacht). Er werken hier een veertigtal universitairen, dus ook voor hen zijn er hier mooie loopbaanmogelijkheden.
Wat hebben uw studies als handelsingenieur aan de KU Leuven u nu precies bijgebracht?
Bart Claes: Veel zaken. Vooreerst het logisch economisch redeneren. Uw gezond verstand leren gebruiken. Ten tweede, het kunnen verwerken van heel veel stof op korte tijd, zoals bijvoorbeeld de cursussen van Vuerings, van Van Winckel …. Dat is voor mij nu altijd nog van nut. Gisterenavond bijvoorbeeld, moest ik om 22 uur nog een document van 80 slides doornemen en een uur later was ik er al mee klaar. Drie, de projecten met andere studenten die soms andere inzichten hebben. Inzichten delen, dat is erg verrijkend. Ten vierde, de Leerstoel P. Deneffe waarin een aantal praktijkcases werden uitgelegd. En vijf, mijn thesis, waarin ik origineel heuristisch werk heb kunnen leveren. Naast marketing ben ik sterk in data en wiskunde, zoals ik al zei. Dat heb ik in mijn thesis kunnen ontwikkelen, en dat blijf ik vandaag in het bedrijf nog altijd doen. Ik stel bij een mogelijk onderzoek vooraf ook altijd de vraag: wat wil je nu precies onderzoeken, wat wil je echt te weten komen? De uitdaging is om uit de massa aan data de juiste conclusies te trekken.
Wat ziet u als uw sterkste punten?
Bart Claes: Ik heb een neus voor marketing, mijn studiekeuze na de twee kandidatuurjaren, en voor consumententrends en heb, mag ik zeggen, een sterk ontwikkeld analytisch vermogen. Hierdoor kan ik mijn buikgevoel vaak snel aligneren met de kennis die ik uit data haal. Ik zie vlug wat gaat werken en wat niet. Ook wanneer het niet in mijn branche is. Ik ben als een van de eersten naar de film de ‘Zillion’ gaan kijken en dacht meteen: dat wordt een bom, en het klopt. Ik heb in ons bedrijf het ‘fenomeen’ Camille binnengehaald en dat loopt als een trein. Maar ondanks deze combinatie ben ik niet onfeilbaar en heb ik in het verleden inschattingsfouten gemaakt.
Welke argumenten kan u geven aan jonge economisten om te kiezen voor een job in een familiaal bedrijf?
Bart Claes: De betrokkenheid en het verbindend element zijn er groter. Het familiale karakter zit ook in de relatie tussen eigenaars en medewerkers. Ten andere, ik spreek nooit over ‘werknemers’, maar altijd over ‘medewerkers’. Zeker wanneer de eigenaars operationeel mee actief zijn, zijn de onderlinge relaties hechter. Familiebedrijven denken meestal ook wat op langere termijn. Zij staan niet onder de druk van de kwartaalresultaten zoals de grote beursgenoteerde bedrijven. En in familiebedrijven, zeker als ze wat groter zijn zoals het onze, zijn er ook mooie doorgroeimogelijkheden. Daarbij durf ik te beweren dat in familiebedrijven de promoties mogelijks objectiever gebeuren dan in sommige grote bedrijven waar ellebogenwerk nogal eens durft mee te spelen. Een familiebedrijf kan het zich niet permitteren om het beste talent geen groeikansen te geven. Het belang van het familiebedrijf komt altijd op de eerste plaats. En vergeet ook het belang van de nabijheid niet, wij zijn hier in Vlaanderen, in Limburg verankerd.
Heeft u nog contacten met uw jaargenoten uit Leuven?
Bart Claes: Veel te weinig. En dat vind ik jammer. Maar dat ligt in de eerste plaats aan mezelf. Dat komt natuurlijk ook omdat het bedrijf een heel centrale plaats inneemt in mijn leven. Mocht er een reünie komen van mijn jaar dan zal ik daar zeker graag aan deelnemen.
“Elke generatie speelt zijn rol in de evolutie van een familiebedrijf”
Awards
X² award 2021 (gendergelijkwaardig ondernemen)
First Ambassador CSR Professional of the year 2018
Retail Sustainability Award 2017-2018
Retailer of the year 2013
Ondernemersprijs Herman Dessers 2008
Ambiorixprijs VKW - 2002
Zullen uw kinderen ook in het bedrijf komen?
Bart Claes: Mijn zoon en dochter hebben allebei TEW gedaan. Ik kreeg ze beiden niet overtuigd om naar Leuven te gaan studeren. Maar zij doen het heel goed. Mijn zoon is een ICT-er, heeft ook nog ‘Strategy and Marketing’ gedaan in Maastricht en is nu aan de slag bij Salesforce. Mijn dochter heeft TEW gedaan in Diepenbeek en was praeses bij Hermes, de tegenhanger van Ekonomika. Intussen heeft ze haar eigen bedrijf opgestart, ook in de fashion, in het premium segment, dus een hoog segment in de markt, zeg maar de luxe. Ze gaat puur online verkopen en ontwerpt haar kleding zelf. Mijn dochter is zeer ondernemend, en ik vind het zeer moedig van haar om vanaf nul een eigen bedrijf op te starten. Ik weet niet of ik dat ooit zou gedurfd hebben. Ik zie mezelf als een ‘bouwer’, mijn vader is een opstarter. We zijn beiden ondernemers, maar dus van een ander type. Van 1997 tot 2003, dus zes jaar, hebben we twee CEO’s gehad, mijn vader en ik. Dat was niet altijd gemakkelijk, precies omdat we twee verschillende types van ondernemers zijn. In februari 2004 heeft mijn vader dan gezegd, oké ik zet een stap opzij, en sindsdien zijn mijn zus en ik co-CEO geworden. Dat loopt nog steeds prima, wij zijn een sterke tandem. Maar ik wil nogmaals onderstrepen dat elke generatie zijn rol speelt in de evolutie van een familiebedrijf en dus ook een aandeel heeft in het succes ervan.
Bart en Ann Claes
Kan u dat verschil in ondernemerstype tussen uzelf en uw vader wat concreter uitleggen?
Bart Claes: Wel, wij zijn bijvoorbeeld allebei flexibel. Maar we verstaan er elk wel iets anders onder. Voor mijn vader is dat bijvoorbeeld dat we vandaag in dit kledingsegment van de markt zitten, en morgen in een ander, bv een lager segment, wanneer hij vindt dat dat meer in de markt ligt. Dat vergt een grote wendbaarheid, flexibiliteit. In de beginfase als je nog klein bent kan je dat misschien nog doen, maar niet in de mature fase waarin JBC zich nu bevindt. Wij hebben een bepaald marktsegment gekozen, kleding voor het hele gezin en kinderkleding tot 12 jaar, waarin we trouwens marktleider zijn, en zitten niet in het goedkoopste segment. Integendeel. Als lokale speler zetten we in op kwaliteit en duurzaamheid. Ik ben flexibel in de collecties die we daarvoor moeten ontwikkelen, de marketing die we daarvoor moeten voeren, enzovoort, maar ik ga niet zoals mijn vader allicht zou durven doen, overnight van marktsegment veranderen. Dat is te revolutionair voor je trouwe klanten, de ambassadeurs van je merk. En dat gaat ook niet in een groep van 1.400 medewerkers. Enige consequentie en consistentie in je marktpositionering is echt wel nodig. Mijn flexibiliteit zit omkaderd in de gekozen bedrijfsstrategie.
U zit in de fashion retail, een zeer competitieve business. Hoe ziet u uw toekomst?
Bart Claes: Wij zijn misschien wel de grootste Belgische speler, maar internationaal zijn wij klein. Wij draaien een omzet van circa 250 miljoen euro, de Inditex-groep (o.a. Zara) haalt 25 miljard, H&M 20 miljard, Primark 10 miljard. En dan zijn er nog de grote online groepen zoals Amazon die in België gaat beginnen en Zalando die ook op onze markt zit. Wij hebben een database van 1 miljoen gezinnen die per seizoen minstens één keer bij ons komen kopen. En ja, wij zitten in een zeer competitieve sector, wij spelen de Champions League, met vele topploegen. Komt daar nu bij: het begin van de recessie, met een consument die voorzichtiger wordt en minder uitgeeft. Tegelijk stijgen de kosten, voor energie, voor lonen, voor de huur van winkelpanden... Dus enerzijds staat de omzet onder druk en anderzijds lopen de kosten op. Ik hoef jullie daar geen tekeningetje bij te maken dat ons dat voor grote uitdagingen plaatst. Maar we blijven erin geloven. Wij openen in november een nieuwe winkel op de Meir in Antwerpen, een andere locatie. Ik ben heel fier op het lokaal ondernemerschap.
Fa Quix en Freddy Nurski
JBC - de beroepswielrenner
De stichter van de JBC kledingketen is Jean-Baptiste Claes (°1937). In de jaren zestig was hij beroepswielrenner die fietste in de tijd van grote kampioenen zoals Rik Van Looy en Eddy Merckx. Hij debuteerde in 1961 bij Wiel’s-Groene Leeuw en stopte in 1968. Hij reed drie keer de Ronde van Frankrijk en startte ook twee keer in de Giro d’Italia. Hij behaalde niet zoveel grote overwinningen maar hij won wel af en toe een kleinere koers. Op zijn palmares staan tal van ereplaatsen: tweede en derde in de Omloop Het Volk, tweede in de Ronde van Vlaanderen voor B-renners, tweede in het kampioenschap van Vlaanderen en tweede in de Ronde van Limburg. Hij won een etappe in de Dauphiné Libéré (1961), in de vierdaagse van Duinkerken (1962) en in 1962 won hij ook de Heistse Pijl, in 1967 de Grote Prijs Union in Dortmund en in 1968 de Grote Prijs van de Stad Vilvoorde. Na zijn wielercarrière stortte hij zich met succes in het zakenleven, met de kledingketen met zijn initialen als zijn belangrijkste verwezenlijking. Hij is sinds 2004 niet meer actief in de kledinggroep die nu door zijn zoon Bart en dochter Ann wordt geleid. Vader Jean-Baptiste is evenwel nog altijd actief bezig, vooral met vastgoed, o.a. in retailparken, winkels, appartementen...
Over CRG
De Claes Retail Group (CRG) vindt zijn wortels in 1975, wanneer founder Jean-Baptiste Claes zijn initialen uitleent aan het eerste filiaal van de Belgische modeketen JBC. Sindsdien groeide de familieholding uit tot een toonaangevende speler in de Belgische retailmarkt, met drie Belgische modelabels – JBC, CKS en Mayerline – onder zijn vleugels en in totaal meer dan 200 verkooppunten. CRG wordt geleid door Ann en Bart Claes, de kinderen van Jean, die zich in 1985 bij het familiebedrijf voegden. De Belgische groep biedt kwalitatieve, duurzame mode aan hun klanten en gelooft sterk in lokale verankering en partnerships. JBC is één van de grootste Belgische kledingketens met een hart voor alle families. De hele #JBCfamily streeft naar betaalbare en kwaliteitsvolle kleding, die geproduceerd wordt met respect voor de planeet en iedereen die erop woont. CKS daarnaast creëert colorful fashion voor vrouwen en kinderen, om te combineren tot one-of-a-kind looks die zelfvertrouwen en instant happy vibes uitstralen. Mayerline tenslotte is gekend voor haar vakmanschap. Het modemerk biedt een evenwicht tussen actuele modetrends en comfort, met collecties waarin vrouwen zich goed voelen.