Interview

Oud-praeses Torre Mutton

Oud-Ekonomika-praeses Torre Mutton over studeren tijdens de oorlogsjaren, de heropbouw erna, de opkomst van de computer, de gouden jaren 60-70, en de inzet voor de samenleving.


We ontmoetten Torre Mutton in zijn knusse bungalow in Rijmenam. Hij vierde onlangs zijn zesennegentigste verjaardag en vertelt met passie en grote accuraatheid over zijn zeer gevarieerd en boeiend leven. Torre was Ekonomika-praeses in 1947-1948. Eigenlijk had hij eerder afgestudeerd moeten zijn. Maar de Tweede Wereldoorlog zorgde voor de onvermijdelijke vertraging. Daarna maakte hij zijn weg in het bedrijfsleven als een van de eerste computerspecialisten van het land.

Geboren (°1923) en getogen Leuvenaar deed Torre Mutton zijn humaniora in het Sint-Pieterscollege. Hij studeerde er af in het begin van de Tweede Wereldoorlog en zat in 1942 in zijn eerstejaar unief, richting handels- en financiële wetenschappen. Torre Mutton: ‘Maar de studenten van het eerste jaar moesten eigenlijk Arbeidsdienst verrichten voor de Duitsers. Dat betekende gaan werken in de fabrieken van de Duitsers. Ik wou dat niet doen. Maar ik mocht dus eigenlijk niet beginnen te studeren. In 1942 werd ik bij een controle opgepakt en moest naar de Kommandantur in Leuven. Door toeval kwam ik er iemand tegen die ik kende en zei hem dat hij mijn familie moest verwittigen dat ik vast zat. Via een tussenkomst van de KU Leuven ben ik dan vrijgekomen. Ik kreeg de schriftelijke toestemming dat ik naar het tweede jaar kon en dat ik daardoor geen Arbeidsdienst moest verrichten.’


Al bij al is Torre Mutton goed door de Tweede Wereldoorlog gekomen. ‘Pas op, ik had geluk. Want je had Duitsers en Duitsers. In Leuven in de Tiensestraat zaten de zwarten, de SS. Als je daar binnen zat, kwam je niet meer vrij. En ik wil zeker ook een pluim geven aan de KU Leuven en in het bijzonder aan rector Monseigneur Van Waeyenbergh (rector van de KU Leuven van 1940 tot 1962). Die heeft altijd geweigerd om de namen van de studenten aan de Duitsers te geven. En dus kwam ik vrij en kon ik verderstuderen, aan het tweede jaar. Maar uiteindelijk ben ik in 1945 moeten herbeginnen, en ik moest ook nog de examens van het eerste jaar afleggen, maar dat ging zeer vlot. De professoren hadden begrip voor de omstandigheden.’


En hoe is hij dan uiteindelijk toch Ekonomika-praeses geworden? Torre Mutton: ‘In 1947 zat ik in mijn tweede licentie. Dat jaar mochten de studenten voor het eerst zelf hun praeses kiezen. En eigenlijk werd ik, een beetje tot mijn verrassing, verkozen. Dat stelde wel een klein probleem: ik was net afgestudeerd. En het was toen nog niet de gewoonte zoals nu om extra jaren erbij te doen. Ik moest dat dan mooi thuis gaan vragen. Maar dat was oké. Ik heb er dan economische wetenschappen bij gedaan, én het Ekonomika-praesidium natuurlijk.’

Hoe verliep het dan voorheen toen er nog geen praesesverkiezingen waren? Hoe werd toen een nieuwe Ekonomika-praeses aangeduid? ‘Die werd aangesteld door de voorzitter. En dat was professor Jules Cardijn die tevens werkte voor de Boerenbond. Ekonomika was toen nog één vereniging, en niet zoals nu, studenten en alumni apart. En naast de praeses was er dus ook een voorzitter. Tot 1946 stelde die voorzitter de praeses aan. Hij hield natuurlijk wel voeling met de studenten en zag wel wie daarvoor geschikt zou zijn. De voorzitter moeide zich verder ook niet met het praesidium. Ik had wel enkele vices maar het aantal activiteiten was beperkt’.


Wat deden de Ekonomika-studenten in de jaren veertig na de oorlog? ‘Wij gingen naar spreekbeurten bij prof. Dondeyne (nvdr: nu zou dat bv. B2U genoemd worden). En cantussen natuurlijk. We hadden een zaaltje in de Muntstraat in Leuven waar we een viertal keer per jaar cantus hielden. Dat was telkens met zo’n 70-tal man, maar daar waren ook al enkele dames bij. Als praeses heb ik nooit ‘ad fundum’ bevolen. Ik zei altijd ‘ad libitum’. Ik vond dat ik niet kon opleggen dat men het glas persé helemaal tot op de bodem moest uitdrinken. Die cantussen waren steeds heel gezellig.

En wat we ook nog deden waren bedrijfsbezoeken. Of beter: brouwerijbezoeken. Er waren toen nog vele kleine brouwerijen in de streek, bv. in Werchter, Rotselaar, … en daar gingen we naartoe om … te leren.De meeste van die brouwerijen bestaan vandaag niet meer.’

Ook al in de jaren 40 werd er een kiesweek georganiseerd om een nieuwe praeses te kiezen. ‘Dat was toen wel niet zo exuberant als nu, maar toch. Frans (Sus) Meynen is dan mijn opvolger geworden, de Ekonomika-praeses 1948-49. Dat de Ekonomika Senioren (nu Alumni) apart zijn gegaan los van de studenten is er gekomen op initiatief van oud-praeses René Piot die twee jaar voor mij praeses is geweest (1945-46)’.


Computerspecialist


Na het afstuderen in 1948 had Torre Mutton meerdere jobopportuniteiten. Prof. Cardijn riep hem bij zich en gaf hem twee opties: een job in Rome bij de FAO (internationale voedselorganisatie) of een job bij hem op de Boerenbond. Hij koos voor die laatste job. Hij kreeg er de kans om iets nieuws te creëren. Hij moest er een studiedienst uit de grond stampen en mocht er tevens de diverse afdelingen doorlopen. Na 10 maanden verdween Cardijn echter uit beeld en kwam er een nieuwe directeur, Van Roey. Die hield hem tegen zijn verwachtingen toch aan boord. Hij vroeg aan Torre om computerwetenschappen te gaan studeren. Dat was in 1950, toen nog de pioniersjaren van de computer, en toen nog allemaal mainframes.


Torre: ‘Die computer, dat is mijn geluk geweest. Ik mocht naar Amerika om mij te vervolmaken. Dat was in Dayton (Ohio) waar IBM een groot opleidingscentrum had. Toen ik terugkwam uit de VS heb ik op de Boerenbond de eerste computerdienst uitgebouwd. Dat was toen ook één van de eerste in België. Daardoor kwamen ook andere bedrijven en organisaties bij de Boerenbond aankloppen om ook voor hen computerdiensten aan te leveren. Zo bijvoorbeeld de KU Leuven. Bijna niet voor te stellen dat de KU Leuven en grote bedrijven in de jaren 1950 nog geen enkele computer hadden’.


En dat bleek allemaal heel succesvol te zijn. Maar tevens kon dat ook zo niet blijven duren. ‘Begin jaren 1970 stelde ik vast dat we met ons servicebureau veel klanten van buiten de Boerenbond hadden, gaande van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen tot Stella Artois. En alhoewel het een onwrikbare regel was dat de computervragen van de Boerenbond altijd voorrang hadden op de vragen van de externe klanten, gaf dat toch spanningen. ‘Mutton zijn klanten’ hoorde ik ze dan zeggen. Daarom werd beslist om een externe computerdienst alleen voor de externe klanten op te richten. En dat is dan Orda B geworden. Ook gevestigd in Leuven en ik nam er de leiding van. Naast de Boerenbond stapte ook de Kredietbank mee in het kapitaal. Ik ben er dan gebleven tot aan mijn pensioen in 1985. Nu nog ieder jaar komen de mensen van Orda B samen voor een etentje en ik tracht om er altijd bij te zijn.’

Van musicologie tot Calcutta


Tegen zijn 63ste was het dus genoeg geweest. ‘Ik deed mijn werk nog graag, maar ik wilde vooral andere dingen gaan doen. Zolang je fulltime werkt, heb je daar geen tijd voor. Ik ben vooreerst musicologie gaan studeren in Leuven. Die hele studie duurde drie jaar. En daarna in Gent nog een extra jaar muziek met de computer. Ik ben heel mijn leven muzikant geweest.

Maar mijn beroep wou ik er niet van maken’ (nvdr: Torre Mutton begeleidt elk jaar op zijn orgel de cantus die het jaarlijkse Seniorenfeest in de Faculty Club afsluit).’

‘Daarna ben ik ook Sinologie gaan studeren. Drie jaar. Het vierde jaar heb ik niet kunnen afmaken omdat ik een project in India heb opgestart, met enkele vrienden. Het project heet WIN: Women In Need en het bestaat nog steeds (zie onder). Ik heb dat 10 jaar intens begeleid. Zes maand per jaar, in onze wintermaanden, gingen we dit project concreet uitvoeren, in Calcutta. Het project stimuleert moeders om hun kinderen naar school te laten gaan. Want onderwijs is de enige sleutel naar een toekomst. Het ging om vrouwen uit de sloppenwijken van Calcutta, de Dalits of onaanraakbaren, rechtenlozen uit de onderste laag van de samenleving. Jaarlijks vingen we zo’n 150 kinderen en hun moeders op. In de zes maanden dat we in België waren, ging veel van onze tijd naar het zoeken van sponsoring van ons project. Eén van mijn opdrachten was ook om de Indiërs, zelfs de mannen in mijn Raad van Bestuur van mijn project, respect te doen geven aan de vrouwen (nvdr: opdat moment meldt zijn partner Marie-Paule dat hij alleen al daarom door alle vrouwen daar op handen werd gedragen).


Hartaanval


23 jaar geleden kreeg Torre Mutton in Calcutta een hartaanval. Dokters meldden hem dat dit duidelijk gelinkt was aan de luchtvervuiling aldaar. Hij kreeg er de beste medische zorgen en een pacemaker ingeplant. Pas vorig jaar moest die vernieuwd worden. Dus die eerste pacemaker is 22 jaar meegegaan. Torre voelt zich nog steeds goed en heeft het zich nog geen dag beklaagd dat hij destijds beslist heeft om met pensioen te gaan. ‘Reizen was en is mijn grote passie. Ik heb de hele wereld gezien. En ik heb zelfs ook een reis rond de wereld gemaakt. Mijn job in de computerwereld heeft mij ook overal in de wereld gebracht, voor congressen en zo. En daar ben ik heel dankbaarvoor’.


Tot slot wil hij ook de vele Ekonomika-vrienden groeten. ‘Pol Bastin en René Piot waren zeer goede vrienden van mij. En nu nog behoud ik een band met Ekonomika via mijn kleinzoon Thomas Huyghe.’


Het ga je goed Torre, en nog vele jaren!



Fa Quix en Freddy Nurski


WIN – WOMEN IN NEED: EEN PROJECT VOOR MOEDERS EN KINDEREN IN CALCUTTA


Founded in 1995 by Torre Mutton and his partner Marie-Paule Baudot, Tollygunge Women In Need (TWIN) is a registered not for profit social organization working in Kolkata with the underprivileged women and their children – regardless of caste, religion, age or gender.

Their Mission: the goal of TWIN is to improve the social,economic and health situation of the destitute communities by means of prevention, education and income generation.


Their projects: TWIN has designed an effective holistic approach for achieving its sustainable development aims with: an Education program; a Health care program; awareness campaigns; microfinance and a Handicraftworkshop.

Even though Torre and his partner are no longer active in it, they will continue to support this project. You can also still give your support on the account number of Pierre Huysman BE75 7509 4966 7851 with the mention WIN. There is a tax exemption.


More information about this admirable project