COVID-19

Het spanningsveld tussen gezondheid en economie. Een debat.

Van de aanvankelijk grote solidariteit bij de bevolking tijdens de eerste besmettingsgolf in de lente van 2020 bleef al na enkele maanden niet veel meer over. Wat de pandemie in elk geval bereikt heeft, is een erg verdeelde bevolking. Bv. de zogenaamde lockdown aanhangers die lijnrecht staan tegenover de ‘versoepelingsbrigade’. Ook professor-emeritus Erik Schokkaert, expert gezondheidseconomie, stelde aan het einde van het debat vast: "Het meest ontgoochelende aan deze pandemie is dat niemand veranderd is. Iedereen is bij zijn standpunt gebleven. Het is de bevestiging van de eigen ideologie. Zij die voor méér overheid zijn, hebben in deze crisis de bevestiging van hun standpunt gezien, maar zij die echter tegen teveel staat zijn óók, want zij beroepen zich bv. op het succes van de vaccins dankzij de privésector. Net zoals zij die deze pandemie aangrijpen om hun wens naar meer regionalisering gerealiseerd te zien, maar ook zij die meer federale centralisatie voorstaan zijn meer dan ooit overtuigd, want in de versnippering van het gezondheidsbeleid zien zij hun gelijk. De debatten van vóór de pandemie zijn helaas niet veranderd."

In samenwerking met De Tijd en ALFAGEN, de alumnivereniging van de faculteit geneeskunde, organiseerde Ekonomika Alumni dit actualiteitsdebat op 17 mei 2021 met als thema: ‘Een pandemie: over het fragiele evenwicht tussen economie en gezondheidszorg.’ Online uiteraard wegens de nog steeds heersende pandemie, al gingen de cijfers toen al enkele weken de goede richting uit. Ter herinnering: de dag vóór het debat waren er nog 1.813 Covid-patiënten in het ziekenhuis, van wie 622 op intensieve zorg; het gemiddeld aantal besmettingen in de week van 9 tot 15 mei bedroeg 2.634 (-12%) en het aantal overlijdens gemiddeld 28 (-24%); de positiviteitsratio zakte naar 6%, het laagste niveau sinds februari. Het aantal vaccinaties (minstens eerste dosis) bedroeg 3,9 miljoen of 33,8% van de Belgische bevolking. Maar voor de echte versoepelingen was het nog even wachten, tot 9 juni.

Het debat werd vakkundig geleid door Peter De Groote, hoofd redacteur van De Tijd. Naast gezondheidseconoom prof. em. Erik Schokkaert nam ook bedrijfsleidster en CEO van Le Pain Quotidien, Annick Van Overstraeten aan dit debat deel, evenals intensivist professor dokter Geert Meyfroidt (UZ Leuven).

BOVEN ALLES DE ECONOMIE REDDEN Peter De Groote vroeg aan Annick Van Overstraeten of zij goed was ‘bedeeld’ door de overheid om deze crisis te kunnen overleven? Haar antwoord kwam prompt: “Neen. Wij voelen ons als ‘de vergeten sector’. We voelen ons niet au sérieux genomen. Het stoort mij en onze sector, de horeca, van niet gevraagd geweest te zijn om ernstig na te denken over een coronaveilige terugkeer naar de normale situatie. We vragen al maanden om gehoord te worden door de regeringen. En ja, we hadden al maanden op een veilige manier terug aan het werk kunnen gegaan zijn. Maar helaas heeft de horeca nooit op ‘het menu’ van de politiek gestaan. Nochtans is onze sector economisch belangrijk, met 160.000 directe jobs en 3 miljard euro omzet.”

Van Overstraeten maakt de vergelijking met de buurlanden waar zij met Le Pain Quotidien ook vestigingen heeft. “De overheidssteun in België dekt amper 4% van onze vaste kosten. In Frankrijk is dat 32%, in het Verenigd Koninkrijk is dat 31% en in Nederland zelfs 50%. Neen, je kunt niet zeggen dat de overheid in België gul is geweest met overheidssteun voor onze sector." Prof. Schokkaert nuanceert: “Ik ken niet de cijfers per sector, dus daar kan mevrouw Van Overstraeten gelijk hebben. Maar globaal is het zeker niet zo extreem geweest als in de horeca. De steun vanuit de Belgische en de Vlaamse overheid is niet veel minder geweest dan in onze buurlanden. Eén van de grote en voor de overheid dure steunmaatregelen was de tijdelijke werkloosheid overmacht-corona, die in april 2020 voor méér dan 1 miljoen getroffen werknemers werd betaald. Daarin hebben we toch beter gescoord dan onze buurlanden.” Van Overstaeten betwist dit gedeeltelijk. “Er bestaan toch ook soortgelijke regelingen in onze buurlanden hoor."

BANKENPLAN IS TEKORT GESCHOTEN Voor prof. Schokkaert is het evenwel evident dat de overheid bij zo’n hevige pandemie ingrijpende maatregelen moet nemen en tegelijk diep in haar geldbeugel moet tasten. “Een pandemie veroorzaakt een schokeffect. De bedrijven zijn mede het slachtoffer van de maatregelen. Het is de plicht van de overheid om het economische weefsel zo intact mogelijk te houden zodat de economie weer kan heropleven eens de pandemie voorbij is. Stel dat de overheid geen beperkende maatregelen had genomen om de pandemie te bestrijden, en de economie open had gelaten. Wat gebeurde er dan? Dan zou de gezondheidszorg ontploft zijn. Er zouden veel meer dodelijke slachtoffers gevallen zijn, tweemaal zoveel, driemaal, wie weet. En de economie zou toch in elkaar geklapt zijn, want de mensen zullen uit angst niet meer consumeren. Maar omgekeerd geldt ook, wanneer de maatregelen de economie dreigen te doen instorten, dan moet de overheid er alles aan doen om de bedrijven te redden. Het is mijn indruk dat de overheid meer had kunnen doen om de economie te ondersteunen.” Annick Van Overstraeten verwijst naar het Bankenplan, waar de bedrijven zogezegd leningen konden krijgen om de liquiditeitstekorten als gevolg van de lockdown te kunnen opvangen. “Wij konden leningen krijgen op één jaar. Eén jaar! Mijn collega van restaurantketen Exki zei mij dat hij al op 1 mei jongstleden die lening moest terugbetalen. Maar met welk geld? Onze sectoren zijn nog niet open! De pandemie is nog niet voorbij. Vorige zomer verlengde de regering die termijn van één jaar wel… maar alleen voor de kmo’s. Exki en wij bv. vielen daar weer buiten. Vergelijk ik met Frankrijk, dan zie ik toch wat anders. Daar kregen we leningen aan 0% of quasi, en we moeten pas op lange termijn terugbetalen. Dát gaf en geeft ons ademruimte. Niet vergeten dat wij niet om de sluiting van onze bedrijven hebben gevraagd hé. België had dus méér kunnen doen.” Maar wat verlangt u verder nog van de overheid, zo vroeg moderator Peter De Groote aan Annick Van Overstraeten. “Meer fijnmazige maatregelen. Zoals gerichte subsidies. Maar ook met kennis van de sector. Bij ons zijn de grote ketens zoals wij vergeten maar de kleine restaurants wel beter geholpen. Maar die grote ketens stellen wel zeer veel mensen tewerk. Er zijn te weinig echte bedrijfsleiders betrokken in die adviesorganen. Ik bedoel niet de medische maar de instanties die het ondersteuningsbeleid adviseren. Ook het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen) werd te weinig betrokken, alhoewel daar zeer veel expertise aanwezig is. Wij hadden bv. kunnen adviseren welke vormen van steun écht werken, en welke niet, welke het meeste effect sorteren.” Schokkaert beaamt: “Directe steun aan bepaalde sectoren zoals de horeca die zeven maanden gesloten is geweest, had beter gekund. Plus ook voor de zwakste groepen in onze samenleving, bovenop de Sociale Zekerheid, die in deze pandemie ook het zwaarste getroffen werden. Onze Sociale Zekerheid zelf is wel een zegen geweest.”

WELK RELANCEBELEID? Annick Van Overstraeten: “Ik verwacht een ravage in onze sector; die pas na de pandemie en het einde van de steun maatregelen aan de oppervlakte zal komen. En door het falende Bankenplan hebben wij ook geld moeten verbranden om te overleven. Maar dat geld is er nu niet meer voor nieuwe projecten zoals het openen van nieuwe vestigingen. Reken algauw op 15 gemiste jobs per vestiging die we nu niet kunnen openen. Je kan het geld maar één keer gebruiken. Anderzijds hebben wij ons ook heruitgevonden. We hebben ingezet op e-commerce en take-away. En dat heeft aangeslagen. En het blijkt een blijver. Want nu de terrassen terug open zijn sinds 8 mei, zien we die online omzet niet zakken. Dat is hoopgevend.” Professor Schokkaert: “De beste relancemaatregel is de heropening van de economie zodat de privé-consumptie weer volop zijn rol van motor van de economie kan spelen. Dat betekent dat weer meer mensen naar bv. Le Pain Quotidien gaan, en daar geld opdoen hetgeen méér omzet en liquiditeiten voor het bedrijf opleveren. Méér investeringen? De overheid moet zeer zeker meer investeren, maar dan wel in publieke investeringen, niet in de privé. Als de consumptie weer zal draaien, dan halen de bedrijven hun investeringsplannen zelf weer boven.

Een goed functionerende economie zal de put van de overheidstekorten trouwens sneller helpen vullen. Maar dan mogen er geen structurele maatregelen worden genomen zoals een verlaging van de BTW voor de horeca, want dat vergroot het structurele tekort. Het moet om eenmalige steun zijn om deze crisis te helpen overbruggen.” U sprak ook over meer overheidsinvesteringen. Wat bedoelt u precies, zo vroeg Peter De Groote. Prof Schokkaert: “Al decennia lang investeert onze overheid te weinig. Zeker vergeleken met de buurlanden. Naast de modernisering van de infrastructuur, met grote aandacht voor digitalisering en duurzaamheid, hebben we een achterstand op vlak van schoolgebouwen – die niet modern zijn – en sociale woningbouw.” Prof. Geert Meyfroidt speelt daar op in: “We moeten toekomstgericht investeren in de gezondheidszorg, en in de bedrijven. Bv. zorgen voor goede ventilatie. En in preventieve gezondheidszorg. Deze pandemie heeft alleszins duidelijk gemaakt dat wij niet zo’n gezonde bevolking hebben, teveel obesitas, diabetes, hart- en vaat ziekten, … Preventieve gezondheidszorg brengt vele malen zijn geld op.” Schokkaert beaamt maar ziet het toch wat genuanceerder: “Betere preventieve geneeskunde zal de factuur voor de curatieve geneeskunde niet echt doen dalen, maar wel de levenskwaliteit van de mensen verbeteren, en daar doen we het toch voor. Maar mensen gezonder doen leven is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Niets is zo moeilijk om mensen hun (slechte) gewoonten af te leren. In Engeland gaat veel geld naar preventie, en daar is obesitas erger dan bij ons.” Meyfroidt: “Maar in de Scandinavische landen werkt het wel.

ZIEKENHUISCAPACITEIT TE KRAP? Een veel gehoorde kritiek tijdens deze pandemie was dat het aantal bedden op Intensieve Zorg (IZ) te krap zou geweest zijn. Iemand vraagt: "Hadden de ziekenhuizen niet een tandje kunnen bijsteken?”. Prof Meyfroidt: “Dat klinkt aannemelijk, maar zo simpel is het niet. Wij hebben ook gevloekt, net als velen, toen de besmettingen en zieken exponentieel begonnen te stijgen. Wij hebben in België zo’n 2.000 IZ-bedden, waarvan er nu zo’n 600 door Covid-patiënten bezet zijn. Normaal zijn er circa 500 die we niet dringend nodig hebben. Vandaar dat cijfer van maximum 500 Covid-patiënten als richtcijfer om breed te gaanversoepelen en terug te keren naar de normaliteit. Vanaf dat aantal kunnen we in de ziekenhuizen normaal werken, en al de andere chirurgische ingrepen doen.” “En of wij een tandje hadden kunnen bijsteken? Jazeker, maar zelfs met 3.000 bedden hadden we hetzelfde strikte beleid moeten voeren. In de eerste golf zaten we immers met exponentieel stijgende curves. Zelfs met 50% meer capaciteit waren drastische maatregelen noodzakelijk geweest. En ook, in de eerste golf werden we letterlijk overvallen. De tweede en de derde golf hebben we veel beter beheerd, door de lessen geleerd tijdens de eerste golf. We hebben voortdurend geoptimaliseerd.” Schokkaert: “Optimaliseren moet iedereen doen, dat is toch evident. In sommige media werd dat nogal negatief voorgesteld, maar dat is niet terecht. Onze ziekenhuizen zijn zeer goed georganiseerd. Dat hebben zij tijdens deze pandemie eens te meer bewezen.” Meyfroidt: “We hebben fouten gemaakt, ja. En het is nodig dat we na deze pandemie een eerlijke analyse maken. Sommige ziekenhuizen hebben beter gepresteerd dan andere. Maar het kan niet de bedoeling zijn van een steen te willen werpen. Wél om uit de fouten of tekortkomingen te leren. We zullen ook beter moeten afstemmen met de eerstelijns. Wat ik ook nog kwijt wil: ik heb op Volks gezondheid zeer bekwame ambtenaren leren kennen. Top. En zij hebben steeds het algemeen belang voor ogen gehouden. Soms tegen lobbygroepen in." Peter De Groote: “En hoe zit het nu met de financiën van de ziekenhuizen? Meyfroidt: “ Niet goed. Covid is zeker geen rendabele zaak geweest voor de ziekenhuizen. Vele technische ingrepen en chirurgische operaties zijn moeten worden uitgesteld. Die brengen de ziekenhuizen meer op. Dat we enige compensatie hebben gekregen voor Covid vind ik dus maar normaal.” Schokkaert: “Die Covid-kosten vallen buiten de gewone ziekenhuisfinanciering. En die is op zich al zeer complex.” Meyfroidt: “En we mogen niet vergeten dat het een verschil maakt of je in een groot academisch ziekenhuis belandt, of een klein. Ook de interpretatie van ‘intensieve zorg’ kan daardoor ook verschillen.”

EEN ZORGELOZE ZOMER? Prof. Meyfroidt is optimistisch, dankzij de snelle vaccinaties. “Maar we moeten zien dat niet alleen Vlaanderen het goed doet op het vlak van de vaccinaties, maar ook Wallonië en Brussel. Het virus kent geen landsgrenzen, laat staan gewestgrenzen. Vergeet de rest van de wereld niet. Het gaat om een wereld wijde pandemie hé. Wij hebben er ook zelf alle belang bij dat de ontwikkelingslanden snel voldoende vaccins krijgen.” Ook Annick Van Overstraeten rekent op een ‘normale zomer’. “Wij hebben het zeer moeilijk gehad. En niet alleen financieel. Maar ook menselijk. Ik kon geen coronacijfers meer zien of horen. Ik werd er zo moedeloos van. Zeven maanden zijn wij volledig gesloten geweest! In de verschillende landen is een deel van mijn personeel vertrokken. Personeel behouden én nieuwe medewerkers vinden, wordt nu mijn grootste challenge. En ook daarvoor hoop ik op steun vanwege de overheid.” Prof. Erik Schokkaert wilde tot slot nog iets zeggen over ‘solidariteit’. “Het heeft mij verbaasd dat men tijdens deze crisis niet heeft gesproken over een solidariteitsbijdrage vanwege zij die geen inkomensverlies hebben geleden door deze coronacrisis, in tegenstelling tot bv. die 1 miljoen tijdelijk werklozen, en zelfstandigen die hun zaak hebben moeten sluiten. En ik bedoel daarmee ook mezelf, als gepensioneerde met een relatief hoog pensioen, emeritus zijnde. Ik heb exact nul euro verloren tijdens deze pandemie. Een solidariteitsbijdrage op de hoge pensioenen had van mij wel gemogen. En ik mag dat zeggen want ik moet die dan ook betalen. Het zou ook een zeer mooi gebaar geweest, vooral naar al die jongeren die zich toch veel hebben moeten ontzeggen. Zo’n solidariteitsbijdrage zou de inspanningen wat evenwichtiger hebben verdeeld.”

Fa Quix