INTERVIEW NICO VANDAELE

Van producent tot in de arm: de logistiek van vaccindistributie

De Covid-19 vaccins zijn een langverwachte zege. Nu zijn alle ogen gericht op tijdige distributie en de organisatie van het de facto toedienen van het vaccin. Professor Nico Vandaele doet al jarenlang onderzoek naar logistieke processen en dit samen met dr. Catherine Decouttere, die het eco-systeem bestudeert waarbinnen deze logistiek processen plaatsvinden. Als drijvende krachten van het Access-To-Medicines (ATM) research team hebben ze doorheen de jaren heel wat ervaring opgebouwd bij het opzetten van vaccinatie-distributie en systemen voor immunisatie.

KUNT U IN ALGEMENE TERMEN TOELICHTEN HOE DE PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN EEN CORONA-VACCIN VERLOOPT? WELKE STAPPEN MOETEN WORDEN GEVOLGD?

Omdat we met een nieuw vaccin zitten moet je vanuit R&D vertrekken. R&D is labowerk, daarna gaat het van het labo naar de eerste productie-batchen die nog niet de grootte van een industriële schaal hebben. Daarna vindt de opschaling plaats, waar nu heel veel om te doen is. De productie zelf gebeurt in grote volumes en in gigantische productie-eenheden. Dat zorgt ervoor dat je al die dingen moet connecteren, want soms moet je in productie nog kleine aanpassingen of testen doen en je moet het dan toch telkens terugkoppelen naar R&D. Dat vormt dus een soort ecosysteem. Het is belangrijk dat dat allemaal goedaan elkaar hangt, goed met mekaar communiceert en goed werkt.

WAT OMVAT DAT ECOSYSTEEM IN DEZE CONTEXT EIGENLIJK?

Dat zijn alle actoren die nodig zijn om het doel waar iedereen nu mee bezig is te realiseren: de bevolking immuun krijgen zodat het virus niet meer zijn gang kan gaan. Daarvoor heb je op het einde van de rit uiteraard de persoon nodig die ingeënt moet worden én het vaccin zelf én ook een heel systeem om dat spuitje te kunnen toedienen. Dat gaat van naalden, tot de arts of verpleegkundige, de faciliteiten en de centra. Dat is dus the last mile. Maar om daar te geraken heb je eerst heel de distributie. Vóór die distributie heb je de manufacturingen vóór de manufacturing de R&D. Na het toedienen van het vaccin, zijn we nog niet rond zelfs als we kunnen veronderstellen dat iedereen zijn prikje heeft gehad.

Dan moet men nakijken of de mensen weldegelijk immuun zijn, hoe het vaccin werkt, of een tweede prik nodig is, of dat men binnen twee jaar terug moet komen. Dat noemen we de ‘health impact’: de impact van hetgeen we doen op de gezondheidssituatie van de bevolking. In functie van het resultaat moet het immunisatieplan worden aangepast. Stel dat je levenslang beschermd zou zijn, dan is het een ander plan dan wanneer je na twee jaar een herhalingsinenting moet voorzien. Vanuit het immunisatieplan stap je over naar aankopen en bestellingen en dan volgt weer een reactie vanuit de industrie. Welke productie moet in de komende jaren worden voorzien? Moeten er aanpassingen worden gedaan voor de varianten en mutanten? Alles wat daarmee te maken heeft noemen wij het ecosysteem of het immunisatiesysteem.

WIE OF WAT ZIJN IN DIT LOGISTIEKE PROCES DE GROTE SPELERS?

Op internationaal vlak, want het is toch een globale aangelegenheid, heb je de ontwikkelaars. Zij doen de R&D activiteiten. Dat zijn eerst en vooral de grote bedrijven die we nu in de media zien verschijnen. Maar er zijn ook heel wat kleinere spelers, zoals bij ons het REGA Instituut, naast een hele reeks andere spelers die door internationale groepen ondersteund worden omdat men het risico van de kwaliteit en technologie van het COVID-19 vaccin wil spreiden. Dus niet alle eieren in één mand leggen.

CEPI (Coalition for Epidemic Preparedness Innovations) is een organisatie waar we mee samenwerken om te kijken naar innovaties op het vlak van onderzoek en ontwikkeling van vaccins wereldwijd en op verschillende plaatsen. GAVI (Global Alliance for Vaccines and Immunizations) is ook een internationale speler. Dan heb je nog UNICEF dat in heel veel landen de aankoop en distributie mee helpt ondersteunen. En de landen zelf natuurlijk hebben een autonomie over hoe ze dat aanpakken. Sommige landen werken samen, zoals de Europese Unie dat probeert te doen. En er zijn misschien nog wel andere coalities te vinden in de wereld die dat proberen te doen. Je ziet, het is niet alleen vervoeren en maken maar ook wie dat gaat financieren, de funding, en ook: wie komt eerst en zo verder. Dat moet allemaal besproken worden.

NEEM NU UNICEF, IS DAT EEN SPELER DIE ZICH RICHT OP EEN BEPAALDE DOELGROEP OF HOE GEBEURT DAT DAN?

Unicef is een organisatie die zich richt op kinderen en het vaccineren van kinderen. Zij heeft natuurlijk een heel logistiek systeem en heel wat kennisbagage om vaccinaties uit te rollen. Zeker in landen waar het niet zo evident is als bij ons. Daarom worden die ingeschakeld. En dan is er nog de COVAX-organisatie die zeker niet vergeten mag worden. COVAX is opgericht om ervoor te zorgen dat landen die minder vermogend zijn ook hun deel van de vaccins krijgen.

NEGOTIEERT COVAX DAN SAMEN MET DE EU? IS ER ERGENS EEN WERELDPLATFORM OF IS DAT GEWOON ‘FIRST COME FIRST SERVED’, WIE HET EERST BIJ DE BEDRIJVEN STAAT?

Nee, COVAX is ook medespeler op dat internationale forum. Iedereen die vaccins ontwikkelt en maakt, zegt: “Kijk we kunnen dat doen, we hebben zoveel, we hebben goedkeuringen in die en die landen.” Aan de andere kant van de tafel zitten alle spelers die graag die vaccins willen kopen, bestellen of reserveren. COVAX zetelt op deze wereldmarkt als verzamelconsortium van een aantal lage- en middeninkomenslanden naast de EU, naast de VS, naast de UK. Dus ja, dat is echt een internationaal speelveld. Er wordt wel gestreefd naar solidariteit maar soms is het er ook ‘first come, first served’.

BELGIË HEEFT WEL VOOR ELKE INWONER VIJF VACCINS BESTELD, EN IN ONTWIKKELINGSLANDEN HEBBEN ZE ER TE WEINIG.

Ja, dat is uiteraard weer een gevolg van de speculatie. Men moet beslissen onder onzekerheid, maar als er nu met één van die vaccins iets voorvalt, dan hebben we nog andere vaccins waar we ons op kunnen beroepen. Dat is risicospreiding. Ik denk dat naarmate de vaccins hun diensten bewezen hebben dat veel minder zal gebeuren en dat landen veel minder zullen overbestellen. Er zijn ook wel landen die beloofd hebben dat ze hun over bestellingen, als ze vier of vijf keer het aantal vaccins zouden hebben dan wat ze nodig hebben en hun bevolking is ingeënt of ze hebben hun doelen bereikt, gaan inbrengen in de COVAX facility. COVAX koopt en distribueert al een aantal vaccins maar zal waarschijnlijk de overflow krijgen van een aantal landen die die op dat moment niet meer nodig hebben. Men mag ook niet vergeten dat vaccins een vervaldatum hebben en dus beperkt inzetbaar zijn in de tijd. Doorgeven is dus een logische strategie.

WORDT HIER EEN UNIEK LOGISTIEK MODEL GEBRUIKT OF IS HET GEBASEERD OP BESTAANDE LOGISTIEKE MODELLEN ZOALS BIJ VOORBEELD IN DE VOEDSELINDUSTRIE?

De methodes zijn eigenlijk generiek. Men gebruikt onder andere methodes uit de systeemtheorie, waar men zich afvraagt hoe systemen zijn opgebouwd en hoe dat hun dynamisch gedrag bepaalt. Ieder heeft zo zijn eigen methodes, zowel kwantitatief als kwalitatief, om dat te doen. Bijvoorbeeld system dynamics of discreet event simulation wordt gebruikt en ook andere technieken uit operationeel onderzoek. Bijvoorbeeld het toewijzen van vaccins onder bepaalde restricties, is iets dat je met mathematische programmering kunt uitwerken. Maar we merken toch wel dat de vaccin-wereld ten opzichte van andere industrieën op zichzelf terugvalt, niet alleen voor COVID maar ook voor mazelen, HIV of het Rota-vaccin waar we binnen ATM al mee bezig geweest zijn. Dat zijn hele complexe systemen en daar is wel een zekere advanced methodology nodig om dat aan te kunnen. COVID heeft het bijkomend probleem dat het allemaal nieuw is, van R&D tot productie, distributie en toediening. Ook het vaccinatievertrouwen van de mensen of de aarzeling maakt het nog een stukje ingewikkelder natuurlijk want je moet nog meer rekening houden met onzekerheid, met dynamiek en onverwachte zaken vanuit de vraagzijde.

HOE KOMT MEN TOT ZO’N MODEL? WAT ZIJN DE SPEERPUNTEN IN DERGELIJK ONDERZOEK? DE COVID-VACCINS BIJVOORBEELD STELLEN OOK EEN TEMPERATUURPROBLEEM.

Het temperatuurprobleem is een kernelement in dat model en in het uitwerken van een oplossing. We moeten eerst het systeem afbakenen. Dat kun je doen door zoveel mogelijk verschillende belangrijke stakeholders actief in dat systeem te horen. Die eerder genoemde organisaties moet je bij de discussie betrekken. Wat vinden zij dat in dat systeem moet zitten en wat er niet moet inzitten, en wat is kern en wat is minder belangrijk voor het systeem. Dus dat is systeemdefinitie samen met een goede consultatie van de stakeholders om het systeem te kunnen afbakenen. Daarna kan je ook aan de key stakeholders vragen hoe men het succes van het systeem gaat meten. We zijn op zoek naar indicatoren die bepalen welke manieren om dat systeem op te zetten beter zijn dan andere. Maar hoe meet je dat? Gaat het om het aantal mensen die nog sterven of het aantal mensen die worden opgenomen in de ziekenhuizen of het aantal mensen die niet immuun geraken? Hiervoor kun je een aantal KPI’s (Key Performance Indicators) aflijnen. Maar dat is natuurlijk voor vele stakeholders verschillend. De ene kijkt vooral naar de kosten, de andere naar de medische uitkomsten, of naar de politieke uitkomst. Die stakeholders bepalen hoe je de kwaliteit van zo’n systeemontwerp gaat meten. Als je dat hebt, is het pas zinvol om dat model te maken. Omdat er zoveel onzekerheid in zit – dit is eigenlijk al bij stap vier – moeten we een aantal zinvolle scenario’s ontwerpen. Van al die scenario’s – en dan kom ik bij stap vijf – halen we de ‘best in class scenario’s’ eruit; dus een verzameling scenario’s die verschillende dingen naar voren schuiven waar ze goed in zijn. En dan moet iemand anders beslissen wat we nu eigenlijk gaan doen. Vaak wordt dat doorgeschoven naar het beleid. Dus het is, denk ik, een goede houding dat experten of onderzoekers de goede scenario’s scheiden van de inferieure en dat iemand van het beleid uit een soort deelverzameling van goede scenario’s uiteindelijk daaruit kiest. Op die manier kunnen eventueel nog andere dingen meegenomen worden in de beslissing die vanuit het beleid toegevoegd worden zodat we komen tot een implementeerbare oplossing. Als onderzoekers proberen we daar ook meer en meer de vinger aan de pols te houden omdat dat voor ons ook enorm veel leerpunten geeft van hoe men om gaat met resultaten. Vroeger was het ‘het model is af’ en dat wordt doorgeschoven naar wie het moet gebruiken, maar meer en meer proberen we daar minstens nog bij te blijven om te zien hoe het werkt of om eventueel nog dingen aan te passen, en vooral ook voor toekomstig onder zoek om eventuele verbeteringen te kunnen inbrengen.

DE LOGISTIEKE OPERATIE IS AFHANKELIJK VAN ANDERE DOMEINEN ZOALS INFORMATIETECHNOLOGIE, INFRASTRUCTUUR, SOCIAAL-ETHISCHE ASPECTEN, CULTURELE ASPECTEN, ENZ. HOE BRENG JE DIE ALLEMAAL SAMEN TOT EEN GOED FUNCTIONEREND SYSTEEM?

Door die stakeholderanalyse breng je sowieso verschillende invalshoeken en disciplines bijeen. We hebben dat ook door de jaren heen in het onderzoeksteam verwelkomd. Als je op gelijke golflengte wil zitten met een aantal van die stakeholders moet je ook thuis zijn in hun achtergrond. Ook om goede systeemmodellen uit te werken heb je verschillende invalshoeken nodig. Als ik kijk naar het team zoals dat nu is samengesteld zitten daar mensen in van toch wel heel verschillende disciplines. Het is nodig om die invalshoeken, dat begrip, die appreciatie van facetten goed te kunnen snappen. Dan merk je als je terugkoppelt naar die stakeholders, dat die de oplossingen ook veel gemakkelijker accepteren, begrijpen en kunnen gebruiken. Je moet dat allemaal samenbrengen. Zowel aan de onderzoekers als aan de gebruikerskant van de onderzoeksresultaten heb je die multidisciplinariteit, en het gaat zelfs nog een stapje verder. We noemen dat transdisciplinariteit – dat je op al die intersecties van die domeinen nieuwe dingen aan het uitdenken bent omdat die alomvattende discipline als zodanig niet bestaat. Bijvoorbeeld: hoe ga je voorbereid zijn op de volgende pandemie?

ZIJN ER BIJVOORBEELD CULTURELE ASPECTEN WAARDOOR JE EEN ANDER LOGISTIEK SYSTEEM GAAT ONTWIKKELEN VOOR EEN HEEL ANDERE CULTUUR, WAAR BIJVOORBEELD VROUWEN HEEL WEINIG BUITEN KOMEN?

Dat is zeker niet overal hetzelfde. Je hebt een aantal gemeenschappelijk kenmerken, maar als je richting the last mile gaat moet je de context in rekening brengen. De context heeft zeer veel facetten. Mensen die zich in de context bevinden, de manier waarop ze wonen, werken, leven, hoe hun cultuur in elkaar zit, ook de geografische zaken, dat speelt allemaal een rol bij hoe je immunisatie gaat bereiken. Bepaalde kwetsbare groepenen/of doelgroepen hebben heel vaak een eigen aanpak nodig; one size fits allis duidelijk niet aan de orde. Voor een groot deel van de bevolking kan je een generieke manier hanteren: voor mensen die mobiel zijn, de financiële middelen hebben en goed geïnformeerd zijn. Maar men moet wel speciale aanpassingen doen voor die andere doelgroepen.

WAT IS DE ROL VAN DE OVERHEID BIJ DE VERDELING VAN HET CORONAVACCIN (OF EENDER WELK VACCIN)? WAT KAN OF MOET HET AANDEEL VAN EUROPA OF DE DEELSTATEN HIER ZIJN? QUID EXPORTPROBLEMEN?

Typisch voor vaccins, als ze door de overheid voor het algemeen gezondheidsbeleid uitgerold worden, is de overheid wel de organisator. In de meeste landen is dat zo. En die hangen ook vaak inhoudelijk samen met internationale organisaties en werken samen met de WHO, UNICEF, GAVI, etc. De WHO stippelt een aantal zaken uit wat de landen best kunnen doen. Dan wordt er binnen dat land naar manieren gezocht om dat te realiseren en de overheid is daar meestal aan zet. Wat niet wil zeggen dat dingen niet uitbesteed worden zoals aan logistieke dienstverleners maar ook het toedienen zelf. In landen waar dat heel moeilijk gaat springen NGO’s in de bres. Er wordt heel wat uitbesteed en er is ook veel international partnering op dat vlak. De EU is daar een voorbeeld van maar ook andere landen zoals in de Eastern African Community werken samen op vlak van vaccinatie. Internationaal samenwerken moet ook bij een pandemie want een virus kent uiteraard geen landsgrenzen.

Wat die export en import betreft: dat is ook in het verleden niet simpel geweest. Omdat veel landen dat zelf in handen nemen voor hun eigen bevolking, hebben zij soms de neiging om hun eigen regels en voorwaarden op te leggen. Ook aan de producenten proberen ze regels over kwaliteit op te leggen. Elk land heeft in beginsel zijn eigen agentschap. Men streeft naar harmonisatie omdat het anders vertragend werkt en kosten genereert. Europa probeert dat te coördineren via bijvoorbeeld het European Medicines Agency (EMA).

ZAVENTEM ZOU DE INTERNATIONALE DRAAISCHIJF WORDEN BIJ HET INTERNATIONALE TRANSPORT VAN DE VACCINS. WAT BETEKENT DIT? HEEFT DIT EEN INVLOED OP DE VERDELING IN BELGIË? HEEFT DIT EEN IMPACT OP DE TEWERKSTELLING IN BELGIË?

Op de verdeling in België zou dat niet veel impact mogen hebben. Ofwel zijn we importeur van een vaccin of maken we het zelf en worden er dosissen door onze overheid lokaal besteld en gedistribueerd. Zaventem heeft inderdaad al lang een historiek van ervaring in het cold-chain distribueren van vaccins vanwege het groot aantal bedrijven hier, zoals GSK, Janssen en Pfizer. Maar ook een aantal kleinere spelers maken gebruik van die faciliteiten. Nu, dat is inderdaad een grote draaischijf, maar we spreken dan ook over miljoenen en honderdduizenden dosissen. In kubieke meters valt dat al bij al nog mee. Men kan veel dosissen in een container stoppen of op een pallet stapelen. Maar het grote probleem zit hem vooral in de conditionering van de vaccins, die heel speciaal moeten verpakt, behandeld, gemanipuleerd en gecontroleerd worden. Nooit mag die koude keten verbroken worden. Zaventem heeft een goede reputatie en kan de vereiste capaciteit aan. We mogen ook niet vergeten dat die grote aantallen, die miljoenen waar we nu over spreken, gespreid zijn in de tijd. Het punt is vooral de conditionering. Vertrekken vanuit Zaventem is één ding, maar waar dat het dan landt, en waar de tarmac 50°C is, wordt de uitdaging groot.

IN BELGIË IS ER NOG NIET ZOVEEL VERDEELD. MEN KLAAGT DAT ER TE WEINIG VACCINS ZIJN. DAT HEEFT NIETS TE MAKEN MET LOGISTIEK?

In zekere zin wel, maar het is niet een kwestie van schuld of van vingerwijzen. Ik denk dat men over het algemeen onderschat hoe moeilijk de productie van zo’n nieuw vaccin op zo’n grote schaal wel is. Of men is zich gewoon niet bewust dat er zoveel onzekere parameters zijn. Alles wat je probeert, is onderhevig aan onzekerheid en dat resulteert in onzekerheden qua volume en timing. Als je het vaccineren met een hard schema wil aan pakken, zullen de supply-systemen dat op dat moment niet ‘hard’ kunnen maken. Dat is voor de insiders totaal geen verrassing.

U WAS AL BETROKKEN BIJ DE VERDELING VAN ANDERE VACCINS O.M. IN AFRIKA. HOE ZIET U DE VERDELING VAN DE VACCINS TEGEMOET OVER DE HELE WERELD? PAST DIT IN EEN BREDER KADER VAN ATM?

We zijn eigenlijk gegroeid vanuit het bestuderen van systemen voor kindervaccinaties, wat een redelijk routinematige manier van vaccineren is. We hebben landen in Sub Sahara Afrika bestudeerd omdat het daar zelfs voor de routinevaccinatie niet altijd evident is. Omwille van al die aspecten die we eerder hebben opgesomd is het soms moeilijk: logistieke zaken, financiële zaken, voldoende aantal mensen om te vaccineren, genoeg gezondheidspersoneel en genoeg faciliteiten. Ook de vraag of mensen vertrouwd zijn met het vaccin speelt mee. We zijn met het team ook het pad ingeslagen van ‘nieuw opkomende tropische ziektes’ waarvoor nog geen vaccin bestaat - maar waarvoor men nu denkt dat we daar misschien wel iets voor moeten hebben, want als het vroeg of laat uitbreekt gaan we een vaccin op grote schaal nodig hebben. Dat moet dan klaar zijn voorbij de derde klinische testfase. En jawel, we zijn inderdaad op snelheid gepakt geweest door COVID-19. Op het moment dat we daarmee bezig waren hebben we van de modellen voor die tropische ziektes bijna alles moeten laten vallen om alle aandacht naar COVID-19 te heroriënteren. Dus ja, die dingen passen zeker binnen het onderzoekskader van ATM ook omdat we niet 100% weten wat COVID-19 op lange termijn gaat geven. En net zoals met HIV ga je voor COVID-19 waarschijnlijk een stukje preventie hebben - vaccinatie is een preventieve manier - maar moet je ook nog altijd curatief zijn. Mensen die toch besmet raken moeten ook verzorgd worden. Verder moeten antivirale middelen ook weer gedistribueerd worden in plaatsen waar de uitbraken zijn. Dus dat past volledig in wat we binnen ATM doen.

ZIJN ER SPECIFIEKE AANDACHTSPUNTEN IN DE LAATSTE FASE VAN DE DISTRIBUTIE: WANNEER HET VACCIN BIJ DE ARTS KOMT EN TOEGEDIEND WORDT BIJ DE PATIËNT?

Je hebt bij het fysisch vaccineren het vaccin, de persoon die vaccineert en diegene die het vaccin moet krijgen. Deze moeten op hetzelfde moment daar kunnen zijn, alle drie. Een of twee van de drie gaat er altijd eerder zijn dan het andere want de kans dat dat allemaal knal op hetzelfde moment gebeurt, is onbestaande. Dus ofwel zal het vaccin er al in de koelkast liggen, zal het vaccinatiecentrum helemaal klaar zijn om de mensen tekunnen ontvangen, of zullen we zelf als te vaccineren persoon een beetje moeten wachten. Dat is ook een deel van de prijs die we daarvoor moeten betalen. Dat is de fysische kant van de zaak. Dan is er de persoon die moet komen opdagen. Je kan die informeren en oproepen en zorgen dat die er geraakt. Misschien met een gratis busticket of zo. Dus niet alleen de financiële en praktische barrières maar evenzeer de mentale drempels moeten goed worden aangepakt. Want we merken dat, zeker met eennieuw vaccin zoals COVID-19, er nog vele redenen zijn waarom mensen zouden kunnen twijfelen om te komen opdagen, desnoods tot op het moment van de vaccinatie zelf. We weten ook dat eenmaal de vaccinaties van start zijn gegaan en dat dat in beeld komt, mensen de stap gemakkelijker zetten.

HOE BEDOEL JE DE STAP GEMAKKELIJKER ZETTEN? EENMAAL HET BEGINT GAAN DE MENSEN ZICH TOCH LATEN VACCINEREN?

Als iemand die het beleid uitrolt zich heel visibel laat vaccineren, heeft dat een groot effect. Zo herinner ik mij dat de directeur van WHO een filmpje liet posten waarop hij zelf gevaccineerd wordt voor de griep en daar dan een beetje uitleg bij geeft. Dat heeft overtuigingskracht en schept vertrouwen. Dat vertrouwen leidtertoe dat men komt opdagen om het vaccin te krijgen. Er komen inderdaad wel wat menselijke gedragskenmerken aan bod, en vandaar ook dat wij ons onderzoekscentrum Access-To-Medicines (ATM) gedoopt hebben. De toegang tot een vaccin, ja dat is niet zo evident in veel situaties.

IS DAT DOOR BELASTINGEN TE HEFFEN OP HUN INKOMEN OF WINSTEN? HOE KUN JE BELASTING HEFFEN OP ZULKE DATABEDRIJVEN?

Winstbelasting voor globale bedrijven is heel moeilijk omdat ze eigenlijk altijd via constructies kunnen zorgen dat hun winsten elders gerealiseerd zijn. Het voorstel is om het eerst te doen op basis van de lokale omzet omdat dat wel te meten is. Maar dat is een heel complexe juridische zaak. Het heeft ook heel wat internationale aspecten waardoor het moeilijk is voor individuele landen om dat alleen te doen. Ideaal zouden we dat op Europees niveau moeten proberen. Dat hoeft geen grote belasting te zijn. Het gaat eigenlijk om eerlijkheid van verdeling van winsten en dat zou daartoe kunnen bijdragen.

HOE WORDT HET IN AFRIKA VERDEELD, IS ER EEN BEPAALD LAND DAT ALS EERSTE IS OF EEN BEPAALDE REGIO?

Er zal zeker veel meer variatie zitten op de snelheid voor landen die het wat moeilijker hebben gevaccineerd te geraken. Ik had het al over die readiness, namelijk voldoende cold chain equipment hebben, een strategie hebben om de mensen op te roepen, het personeel klaar hebben om te vaccineren. Dan kan bijvoorbeeld de COVAX facility groen licht geven om dosissen te laten importeren en te distribueren. Andere landen zetten hun eigen traject uit. Veel van die landen zullen op bilaterale basis van Indische en Chinese leveranciers vaccins proberen te kopen wat hun goed recht is. Dat wordt overal gedaan, zelfs binnen de EU, die bilaterale sprongen. Het gaat sowieso in verschillende snelheden verlopen. Maar het zal zeker nog lang duren voordat alles op alle continenten geregeld is. Denk aan situaties waar momenteel oorlog is of overstromingen of aardbevingen waar het sowieso al moeilijk is. Maar die moeten ook mee gevaccineerd worden natuurlijk. Want we gaan connecties hebben met die gebieden via reiscontacten, hulpverlening of andere zaken. Iedereen moet mee. Het zal zeker in verschillende snelheden gaan. Dat is bijna niet te vermijden.

DE PRIJZEN VAN DE VACCINS ZIJN ONLANGS IN DE PUBLICITEIT GEKOMEN, DENK JE DAT DAT EEN INVLOED GAAT HEBBEN OP DE PRODUCTIE, HOE GAAN DE PRODUCENTEN DAAROP REAGEREN?

Moeilijke vraag, is vooral koffiekijken. Er is een bottom-up prijs zetting. Voor sommige vaccins wordt het bepaald door de technologie waarmee ze ontwikkeld of gemaakt zijn of waar ze geografisch worden gemaakt. Dat gaat een impact hebben op de kostprijs. Maar de kostprijs is niet de verkoopprijs. Er is met veel producenten een gentlemen’s agreement afgesproken dat het aan kostprijs zou zijn, dat de producenten vergoed worden voor het ontwikkelen en maken van de vaccins maar er geen winsten op mogen maken. Maar of dat overal zo is en hoe dat zit, is niet duidelijk. Elk bedrijf heeft ook zijn eigen kostenstructuur. De prijzen zullen toch de algemene klassieke economische regel van vraag en aanbod volgen, en dat wordt waarschijnlijk in onderhandelingen afgesproken. Dat de prijzen verschillen verbaast me niet, maar de verschillen zijn soms zeer groot. Hoe kan de ene het nu doen voor 1 USD waar de andere 20 USD nodig heeft, bij wijze van spreken? Zit daar dan een verborgen marge in of niet, daar hebben we uiteraard te weinig zicht op.

IS ER IETS DAT JE ZELF NOG ZOU WILLEN TOEVOEGEN?

Onze faculteit heeft een visie ontwikkeld voor impact van onderzoek. Als er nu één ding duidelijk is, is het de impact van hetgeen we doen. Ik voel ook het enthousiasme hierover bij het onderzoeksteam. Men is heel blij om aan iets te kunnen werken waarvan men elke dag ziet dat het wel zijn nut gaat hebben. De wereld zit met vragen die we misschien voor een stukje kunnen oplossen of helpen beantwoorden. Ik merk de gedrevenheid en de wil om heel veel en hard te werken, niet alleen bij het onderzoeksteam, maar ook bij die stakeholders zoals de producenten en internationale organisaties. Het realiseren van een duurzame en eerlijke globale preventieve gezondheidszorg zal nog veel uitdagingen met zich meebrengen en nog veel implementatiewaardige onderzoeksresultaten vergen.

DIE GOODWILL EN SAMENWERKING IN ONDERZOEK OM EEN VERSCHIL TE MAKEN IN DE WERELD GAAT BLIJVEN DENK JE?

Ik denk dat er van de goodwill zeker iets zal blijven vooral omdat er nu heel veel netwerken en samenwerkingsverbanden opgebouwd zijn met andere instituten en andere onderzoekers, ook mede mogelijk gemaakt door de technologie. Alles virtueel doen heeft er voor gezorgd dat je met veel meer mensen in korte tijd connecties kan leggen om de dingen vooruit te helpen. We zullendat wel voor een deel kunnen blijven gebruiken. Zeker voor het ATM-team heeft het een enorme boost gegevendat we vanuit supply chain, productie en logistiek, in contact gekomen zijn met mensen die ook met de supply chain in aanmerking komen maar vanuit een totaal andere hoek en dat het besef gegroeid is dat je samen, vanuit een systeembenadering, pakken verder geraakt dan alleen.

Hilde Roos en Hanneke van Sloten