COLUMN BART VAN CRAEYNEST

VERKEERDE LESSEN UIT CORONA

Het proces om sterker uit de huidige crisis te komen start met te vermijden dat we ons vastrijden in verkeerde conclusies over deze crisis. De voorbije weken en maanden werden op dat vlak nogal wat ballonnetjes opgelaten. Met de verkeerde lessen dreigen we evenwel de economische schade na deze crisis nog te verergeren en zelfs structureel te maken. De schade aan onze welvaart op langere termijn zou in dat geval veel zwaarder kunnen gaan doorwegen dan de zware (maar uiteindelijk tijdelijke) klap die we de voorbije maanden te verwerken kregen.

10 verkeerde lessen uit de corona crisis (in willekeurige volgorde):

1.‘CORONA BETEKENT HET EINDE VAN HET ECONOMISCHE MODEL GEBASEERD OP GROEI’

Zonder economische groei wordt onze hele samenleving een ‘zero-sum game’: individuen of bevolkingsgroepen kunnen er dan enkel op vooruit gaan ten koste van anderen. Bovendien is onze huidige welvaartsstaat niet bestand tegen de impact van de vergrijzing zonder economische groei. De huidige crisis vergroot het belang van groei zelfs nog om de opgelopen schade weg te werken. Een ernstig debat over de verdeling van de vruchten van die groei is zeker aan de orde, maar daarvoor moet die groei wel eerst gerealiseerd worden. Zonder groei dreigen onze welvaartsstaat en onze overheidsschuld zeer snel onhoudbaar te worden.

2.‘WE MOETEN VEEL MEER INVESTEREN IN ONZE OVERHEID / SOCIALE ZEKERHEID / GEZONDHEIDSZORG’

België behoort al decennialang tot de landen waar het meeste geld vloeit naar de overheid/sociale zekerheid/gezondheidszorg. Onze totale overheidsuitgaven bedroegen in 2019 52% van het BBP. Die klommen in 2020 naar meer dan 60% en zouden na de crisis bij ongewijzigd beleid stabiliseren rond 56% van het BBP. Dat we met zo’n groot overheidsbeslag toch op tekorten aan essentieel beschermingsmateriaal botsen, is onaanvaardbaar. Het debat moet dan ook niet zozeer focussen op meer geld voor de overheid, maar wel op de vraag of de huidige middelen correct ingezet worden.

3.‘WE MOETEN DE KOOPKRACHT VAN DE MENSEN ONDERSTEUNEN’

Het blijft politiek aanlokkelijk om uit te pakken met ideetjes om de koopkracht van de mensen te ondersteunen, maar dat komt grotendeels neer op verspilling. Dit is geen crisis van de koopkracht van de mensen. De gemiddelde koopkracht van de Belgen is in deze crisis niet afgenomen. Volgens enquêtes van de Nationale Bank heeft drie op vier gezinnen geen inkomensverlies geleden. Een beperkt deel van de gezinnen, veelal de meest kwetsbaren, zijn wel hard geraakt. Dat impliceert dat gerichte koopkrachtmaatregelen naar die beperkte groep nodig en zinvol zijn, maar koopkrachtcadeautjes voor iedereen zijn dat niet.

4.‘WE MOETEN ONS MEER RICHTEN OP ONSZELF, DINGEN TERUG ZELF PRODUCEREN, LOKAAL KOPEN’

Volgens het Planbureau is 30% van onze welvaart en onze jobs direct en indirect gelinkt aan de buitenlandse handel. In essentie is de Belgische markt gewoon te klein om ons huidige welvaartsniveau enkel lokaal te realiseren. Dat betekent niet dat we moeten gaan voor ongebreidelde/ ongecontroleerde globalisering zonder aandacht voor de verliezers daarvan, maar internationale handel is een cruciale pijler van onze welvaart. Economisch terugplooien op onszelf zou gepaard gaan met een enorme stap terug in welvaart.

5.‘ONZE ECONOMIE/BEDRIJVEN MOET KLEINSCHALIGER’

Bedrijven met minder dan 50 werknemers zijn in België vandaag al goed voor 55% van de totale werkgelegenheid, wat bij de hoogste van Europa hoort. In Spanje, Portugal, Italië en Griekenland ligt het aandeel van kleine ondernemingen nog hoger, maar dat zijn niet meteen voorbeeldlanden op economisch vlak. Bovendien zijn multinationals met voorsprong de meest productieve en innovatieve ondernemingen in onze economie, en in die zin een cruciale motor van welvaartscreatie. Alles nog kleinschaliger zou ook neerkomen op een duidelijke verlagingvan onze welvaart.

6.‘LAAT ONS DE JOBS HERVERDELEN VIA ARBEIDSDUURVERKORTING EN/OF BRUGPENSIOEN’

De jongste weken werden al herstructureringen en ontslagen aangekondigd en de komende maanden zit er nog wel meer slecht nieuws van op de arbeidsmarkt aan te komen. Dat leidde al tot voorstellen van arbeidsduurverkorting en brugpensioen om het aantal ontslagen te beperken. Dat is evenwel een schijnoplossing. Voor deze crisis was een belangrijke hindernis voor onze economische groei dat bedrijven onvoldoende werknemers vonden. De ontslagen doorkruisen dat nu, maar toch zal de structurele krapte op de arbeidsmarkt snel terug de bovenhand nemen. De focus moet liggen op de mensen die de komende maanden hun job verliezen zo snel mogelijk terug naar een nieuwe job te begeleiden, o.a. via gepaste opleiding, niet op met z’n allen minder gaan werken.

7.‘ONZE OVERHEID GAAT FAILLIET’

De huidige economische klap wordt vooral opgevangen door de overheid. Daardoor klimt het begrotingstekort dit jaar naar 10% van het BBP, of bijna 50 miljard, en de overheidsschuld naar 120%. Dat leidde al tot allerlei doemverhalen over onze failliete overheden. Maar dat risico blijft vooralsnog beperkt. Een indicatie daarvan is dat de schatkist vandaag kan lenen aan historisch lage rentevoeten (ook al zijn die ondertussen wat gestegen van hun absolute dieptepunten). Onze overheden staan na deze crisis zeker voor langdurige saneringsinspanningen om hun rekeningen terug op orde te krijgen en tegelijkertijd de vergrijzing op te vangen, maar ze zijn nog lang niet failliet.

8.‘LAAT DE RIJKEN, DE BEDRIJVEN, … DE CRISIS BETALEN’

Hogere belastingen zijn in bepaalde hoeken het makkelijke antwoord op de vraag hoe we na de crisis de overheidsfinanciën terug op orde krijgen. Het Planbureau verwacht dat de overheidsontvangsten de komende jaren stabiliseren net boven 50% van het BBP, wat bij de hoogste ter wereld hoort. De overheidsuitgaven zouden stabiliseren rond 55%. Om dat gat dicht te rijden met extra belastingen, moet de belastingdruk naar het (met voorsprong) hoogste niveau ter wereld. Dat zou onvermijdelijk negatieve gevolgen hebben voor onze economie. Er valt veel te zeggen voor stevige hervormingen om ons belastingstelsel te verbeteren, maar een forse verhoging van de belastingdruk is geen goed idee.

9.‘WE MOETEN KIEZEN TUSSEN GEZONDHEID EN ECONOMIE’

Die tegenstelling tussen gezondheid en economie die sommigen menen te ontwaren, berust op een verkeerde inschatting van de feiten. De lessen uit de eerste golf illustreren duidelijk dat gezondheid en economie hand in hand gaan. Vergelijkingen tussen regio’s of landen die op een verschillende manier omgingen met het virus tonen aan dat de eventuele maatregelen niet de bepalende factor waren voor de economische schade, maar eerder de uitbraak van het virus zelf. Om de economie terug op toerental te krijgen, is het daarom essentieel om het virus onder controle te krijgen en te houden.

10.‘WE KUNNEN ALLES OPLOSSEN DOOR ONBEPERKT GELD BIJ TE DRUKKEN’

Net als na de crisis van 2008 proberen centrale banken ook nu de economische schok binnen de perken te houden door massaal geld bij te drukken. Zo groeide de balans van de Europese centrale bank ondertussen tot meer dan 7.000 miljard euro (van iets meer dan 1.000 miljard in januari 2008). Sommigen concluderen hier uit dat we eigenlijk onbeperkt geld kunnen bijdrukken, en dat begrotingstekorten en overheidsschulden er niet meer toe doen. De klimaatuitdaging, pensioenen, armoede, … gewoon geld bijdrukken en opgelost. Dat is een gevaarlijke piste. Geld bijdrukken is een instrument dat in extreme crisissituaties soelaas kan bieden, maar het kan geen duurzame financieringsbron zijn voor permanente uitgaven. Geld bijdrukken is een tijdelijke maatregel en kan geen alternatief zijn voor de noodzakelijke hervormingsinspanningen om onze economie structureel sterker te maken. De eerste fase van deze crisis was ongezien, maar de beslissingen rond lockdown en steunmaatregelen lagen nog redelijk voor de hand. De volgende fase, die vooral moet gericht zijn op het duurzaam sterker maken van onze economie na deze crisis, is minder evident. Maar als we daarbij vertrekken van de verkeerde lessen uit de crisis wordt dat sowieso een hopeloze opgave.

Bart Van Craeynest Hoofdeconoom bij Voka en auteur van ‘Terug naar de feiten’