Gert Bervoets, CEO H.Essers: “Het is geen toeval dat wij de distributie van het Pfizer-coronavaccin mogen uitrollen.”

NIEUWJAARSACTIVITEIT EKONOMIKA ALUMNI

“Eigenlijk mogen wij in ons land spreken van een heuse ‘Farma Valley’. Na Duitsland is België de grootste exporteur van geneesmiddelen in Europa. Dat komt natuurlijk omdat wij een echt farmaland zijn. Ontwikkeling, productie én distributie. En dat al vele jaren. Topwetenschappers hebben onze reputatie gemaakt. Denk maar aan dokter Paul Janssen en Pieter De Somer. Gelukkig beseft het beleid dat dat een enorme troef is voor ons land. Voor R&D worden fiscale incentives gegeven, en laat farma nu net één van de meest R&D-intensieve sectoren zijn. Tot slot mogen we de goede locatie van ons land in Europa niet vergeten. We kunnen snel de bevolkingsrijke buurlanden bedienen”, zo antwoordde Gert Bervoets, CEO van de logistiek dienstverlener H.Essers, de vraag gesteld door interviewer van dienst Professor Robert Boute (FEB - KU Leuven).

Dit interview kwam in de plaats van de vele nieuwjaarsrecepties die de regionale kernen van Ekonomika Alumni traditioneel overal in Vlaanderen en Brussel organiseren. Maar dit jaar dus niet. En bijgevolg kwam deze virtuele nieuwjaarsactiviteit in de plaats. Het interview werd live uitgezonden vanuit Brouwerij Het Anker in Mechelen, met dank aan Mediamixer voor de productie (zie kaderstuk). Ruim 200 Ekonomika Alumni, studenten en geïnteresseerden namen er aan deel.

PROF. ROBERT BOUTE: WAAROM WERD PRECIES H.ESSERS GEKOZEN VOOR DE VERDELING VAN DE PFIZER-VACCINS?

Gert Bervoets: Pfizer is al jarenlang een goede klant van ons. Eén van onze specialiteiten is het verdelen van farmaproducten. Dat is toch net wat anders dan gewone consumptiegoederen. Waarom? Wel, er gelden strenge voorwaarden en regels. Zo moet je over een licentie beschikken van het FAGG (Federaal Agentschapvoor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten). Bovendien liggen de technische eisen bijzonder hoog. Bijvoorbeeld de temperatuurcontrole. Dit Pfizer-vaccin moet aan min 75 graden Celsius vervoerd worden. En u moet ook het distributieproces kennen. Er zijn voor deze vaccins drie distributieniveaus. De eerste ‘hub’ is het UZ Leuven, voor België. Vandaar gaat het naar het tweede niveau, hub 2, namelijk de verdeelcentra zoals de lokale ziekenhuizen. En die verdelen het verder naar het derde niveau, bv. de WZC’s, de vaccinatiecentra, ... Voor het transport naar de eerste en de tweede hubs moeten de vaccins aan -75° vervoerd worden. Het derde niveau moet het in de ‘frigo’ bewaren. Eens uit de frigo moet het binnen de vijf dagen worden toegediend.

IK NEEM AAN DAT ER OOK VEILIGHEIDSASPECTEN BIJ KOMEN KIJKEN?

Gert Bervoets: Zeker. De security issues mag je niet onder schatten. De vaccins zijn een gegeerd item. Wij monitoren al onze transporten. In de uitgebreide inbraakbeveiliging speelt onze control tower een grote rol. Zo is het niet de chauffeur van de truck die de deuren van zijn vrachtwagen kan openen, maar wel onze controletoren, de control tower. Voor vele transporten hebben wij ook IT corridors. Dat zijn eigenlijk bandbreedtes voor hun routes. Bijvoorbeeld voor een truck die 3.000 km moet afleggen naar Griekenland. Indien de chauffeur afwijkt van die corridor gaat er een alarm af. Het gevolg kan zijn dat de lokale politie verwittigd wordt indien we de chauffeur niet kunnen bereiken. Wij hebben met lokale spelers ook interventieteams ter beschikking moest er iets mislopen. En voor de vaccintransporten hebben we altijd escortebegeleiding voorzien, dus voor het transport naar de eerste hub. Dat kan politiebegeleiding zijn, maar soms ook onzichtbaar.

KERNCIJFERS VAN LOGISTIEK DIENSTVERLENER H.ESSERS

• 1,3 miljoen m² warehouses

• 1.500 trekkers

• 3.500 aanhangwagens

• 6.600 werknemers

• actief in 19 landen met in totaal 80-tal vestigingen

• omzet (2019): ca. 750 miljoen

DUS WANNEER WIJ EEN H.ESSERS-TRUCK OP DE AUTOSNELWEG ZIEN PASSEREN, DAN KAN HET DAT DAAR DE VACCINS VOOR ‘HET RIJK VAN DE VRIJHEID’ IN ZITTEN?

Gert Bervoets: Dat kan, maar het is weinig waarschijnlijk. Voor de transporten naar de eerste hub – die wij doen voor Europa en voor enkele extra landen – heb je vandaag eigenlijk maar een vijftiental vrachtwagens nodig. Want een volle vrachtwagen kan tot 2 miljoen vaccins vervoeren. Nu, die zitten om verschillende redenen niet helemaal vol, dus zijn het er in praktijk wel meer. Vooral omdat de planning nogal eens durft te veranderen.

DUS JULLIE HEBBEN GEEN PLANNING WAAROP JULLIE JE KUNNEN ORGANISEREN?

Gert Bervoets: Die is er wel ... maar die kan elke dag veranderen. Wij moeten dus op dagbasis kunnen schakelen. Kort op de bal spelen is de boodschap. Dat verhoogt dus nog verder de complexiteit van die vaccintransporten. Nu, die flexibiliteit is ook iets waar we op inzetten, dat is een deel van onze toegevoegde waarde. Binnenkort gaat de productie van verschillende vaccins enorm toenemen. Dat verhoogt nogmaals de complexiteit, maar wij zijn daarop voorzien.

WIE BEPAALT WELKE HOEVEELHEID VACCINS NAAR WAAR WORDEN GELEVERD?

Gert Bervoets: Pfizer. Zij overleggen natuurlijk met de diverse overheden, en ook met ons, maar het is Pfizer die daar finaal over beslist.

HOE ZIE JIJ HET VERSCHIL TUSSEN HET VK EN DE EU, WAARBIJ DE BRITTEN AL VÓÓR NIEUWJAAR MASSAAL AAN HET VACCINEREN WAREN, TERWIJL EUROPA PAS IN MAART DENKT AAN OPSCHALING?

Gert Bervoets: Voor beide benaderingen valt iets te zeggen. De Britten hebben ervoor gekozen om snel en massaal te vaccineren, zelfs wanneer het Pfizer-vaccin nog niet de formele goedkeuring had gekregen van de bevoegde autoriteiten. Daardoor hebben ze een voorsprong genomen, maar ook een risico. Europa speelde meer op zekerheid, dus trager maar veiliger. En moest ook elk van de 27 lidstaten op gelijke voet behandelen, met eenzelfde starthoeveelheid vaccins voor elke lidstaat. Europa voorziet ook een voorraad vaccins voor de zogenaamde ‘tweede prik’, dat doet het VK niet. Wat ons sinds1 januari wel parten speelt, is de Brexit. Het transport is nu veel moeilijker, zelfs problematischer geworden. Wij hebben in de eerste weken van het jaar vastgesteld dat de Britse douane niet zo goed is voorbereid. Dat geldt voor export en import. Goederen zijn geblokkeerd geweest in de havens. Engeland had wel vóór Kerstmis heel wat voorraden opgebouwd voor vele goederen, en gelukkig maar voor hen, want nu is het vaker chaos dan ons lief is. Voor het vaccintransport speelt ook dat sommige grondstoffen van over het Kanaal moeten komen. Niet evident op dit ogenblik.

HEEFT UW FOCUS OP DEZE VACCINTRANSPORTEN EEN INVLOED OP UW ANDERE BUSINESSES. MET ANDERE WOORDEN, WORDT ANDERE BUSINESS DAARDOOR NEGATIEF GEÏMPACTEERD?

Gert Bervoets: Hoegenaamd niet. De vaccintransporten verhogen natuurlijk de druk, maar dan wel alleen voor die planningafdeling. De andere transporten en businesslijnen zijn daar niet door getroffen. En voor het vaccintransport speelt ook een zekere fierheid, dat wij dat mogen doen. Een trucker bij ons zei het zo: “Wij komen een stukje hoop brengen”.

VANUIT SUPPLY CHAIN MANAGEMENT IS DIT EEN INTERESSANTE CASE. ENKELE VRAGEN HIEROVER. IS DAT VACCINTRANSPORT OVER DRIE HUBS NIET TE COMPLEX? KON DAT NIET IN TWEE STAPPEN?

Gert Bervoets: Er is een interessante studie uit Antwerpen die dit distributiemodel van 3 stappen in vraag stelt. En of stap 2 niet had overgeslagen kunnen worden. Dat is een extra handling, dat is juist. Maar de complexiteit van dit transport, inclusief het ontdooiproces dat in hub 2 gebeurt, verhindert de uitrol van zo’n vereenvoudigd model.

DIE CONTROL TOWER INTRIGEERT. WAT DOET U DAAR ALLEMAAL MEE?

Gert Bervoets: Dat is eigenlijk een doorgedreven digitalisering. Wanneer je alle flows continu monitort, heb je een schat aan data. En daar kan mee gewerkt worden. Wat wij daar bijvoorbeeld mee doen? Onze transporten optimaliseren. Zoals de vulgraad van onze vrachtwagens, of de leadtimes beperken, de duurzaamheid vergroten, ... We laten daar modellen op los die die optimalisering verwezenlijken. Zoveel data kan je alleen nog met modellen verwerken.

DUURZAAMHEID ... HET WOORD IS GEVALLEN. BIJ MIJN STUDENTEN MERK IK OP DAT ZIJ DAAR ZEER GEVOELIG VOOR ZIJN. MAAR WAT DOET H.ESSERS OP DAT VLAK?

Gert Bervoets: Wij zijn daar alleszins hard mee bezig. Een kwart van de trucks rijdt leeg rond, dat is geweten, en bij de andere is er regelmatig nog vrije capaciteit. Dat is natuurlijk niet zo duurzaam. Via optimalisering proberen wij daar een oplossing voor te vinden. Wij zetten ook in op multi-modaliteit o.a. door het spoor in te zetten op delen van het transport. En synchromodaliteit gaat nog een stap verder: daarbij combineren we op een dynamische manier verschillende transportmodi (weg, water, spoor) in functie van verschillende parameters. De data via onze control tower laten ons ook toe om clusters te detecteren zodat we de transporten op bepaalde regio’s, en/of sectoren efficiënter kunnen maken.

We proberen ook milieuvriendelijkere brandstoffen in te zetten, maar daar hangen we af van de leveranciers. Waterstof wordt nu als een hype in de markt gezet, maar die technologie is nog niet rijp.

IK HOOR AL MEER DAN 10 JAAR DAT DUURZAAMHEID EEN TOPPRIORITEIT IS. WAAROM ZOUDEN WE DAT NU WEL MOETEN GELOVEN?

Gert Bervoets: Er is de jongste 2 jaar toch wel veel veranderd. Ik merk ook de duidelijke druk van onze klanten om daar op in te zetten. Het staat nu echt wel op de agenda in de hele supply chain.

TOT SLOT: HOE ERG IS DEZE CORONACRISIS VOOR ONZE ECONOMIE, EN VOOR UW BEDRIJF?

Gert Bervoets: Als H. Essers zijn we deze crisis al bij al goed doorgekomen. We hebben er zelfs van geprofiteerd om ons acquisitiebeleid van 3 jaar in 1 jaar te doen. En we hopen ook hier en daar nog aan marktaandeel te winnen. We zien ook nieuwe businessopportuniteiten o.a. met de komst van nieuwe grote distributiecentra naar België. Maar voor de hele economie is het toch iets anders. In 2020 hebben we de grootste naoorlogse recessie meegemaakt. Dat gaan we niet op één of twee jaar kunnen goedmaken. We zullen 10 jaar 2% economische groei nodig hebben om het verlies van deze crisis goed te maken.

EN WANNEER KRIJGEN WIJ ONS ‘NORMAAL LEVEN‘ TERUG?

Gert Bervoets: In maart komt het vaccin van Johnson & Johnson op de markt, dat vergt maar één prik en hoeft niet extreem koud bewaard te worden. Dat zal de vaccinatiecampagnes versnellen. Ik verwacht dan ook dat alle risicogroepen tegen mei zullen gevaccineerd zijn. Dan is er ook geen reden meer om versoepelingen nog verder uit te stellen.

Fa Quix

HET TIJDPERK VAN “HYBRIDE COMMUNICATIE” IS AANGEBROKEN Bram Blondeel en Antoon Theunissen, zaakvoerders (en pur-sang creatievelingen) van communicatiebureau MediaMixer uit Antwerpen.

JULLIE NOEMEN MEDIAMIXER HÉT STORYTELLING AGENCY. WAT BEDOELEN JULLIE DAAR PRECIES MEE?

Bram: Storytelling is letterlijk een verhaal vertellen. Dat doen wij voor onze klanten. Onze tagline - ‘content in motion’ - onderstreept ons DNA: content creatief tot leven te brengen. Antoon: Beschouw ons gerust als architecten. Wij vertalen onze klanten hun wensen naar de juiste kanalen, vorm, boodschap naar het juiste doelpubliek. Met als resultaat een mediamix die staat als een huis.

COMMUNICATIE BINNEN ORGANISATIES EN BEDRIJVEN WINT AAN BELANG – MERKEN JULLIE DAT OOK?

Antoon: Zeker en vast en vooral op audiovisueel gebied. Zelfs tijdens deze coronacrisis. Het succes van video is simpel te verklaren hé: Eén beeld zegt nog altijd meer dan 1000 woorden. Bram: Naast video hebben wij ook heel wat expertise in heel wat andere communicatiegebieden: campagnes off- en online, apps, websites en sociale media, live events en - belangrijk in corona - online events. Antoon: En dat laatste gaat blijven hé, corona of niet. In de toekomst zullen we allerlei hybride vormen zien met een mix van live-events en online content. We hebben recent nog een online event gedaan voor NN - een grote verzekeraar. We hadden nu dubbel zoveel bezoekers online dan bij een gewone fysieke beurs. Dan zie je echt dat dit werkt dus, waarom zou je dat dan in de toekomst niet herhalen?

DIE COMBINATIE ONLINE/OFFLINE – HET HYBRIDEMODEL – DAT IS DE TOEKOMST VOLGENS JULLIE?

Bram: Digitaal heeft zeer veel voordelen: je kan bezoekers beter ‘tracken’ en meer data genereren. Én die bezoekers moeten niet in de file staan en ook geen parking zoeken. Antoon: Maar let op: mensen die digitaal naar een event komen moet je ook blijvend kunnen boeien. Je moet rekening houden met ‘spannings-bogen’, met entertainment.

IK HOORDE DAT JULLIE OOK RADIO-UITZENDINGEN IN ELKAAR STEKEN?

Antoon: Zo oud als de straat maar het werkt nog altijd! Dichtbij, warm en verstaanbaar – dat is radio. Bram: We maken ‘bedrijfsradio’ voor de medewerkers van bv NN, BASF, Ikea en Bacardi-Martini. En het brengt de mensen die er werken – zeker nu – echt dichter bij elkaar.

ER ZIJN AL WAT NAMEN VAN KLANTEN GEVALLEN – H.ESSERS IS OOK EEN KLANT?

Bram: Voor hen maken we momenteel een interactieve tafel voor hun nieuw hoofdkantoor. Op deze multitouchtable met RFID kan je aan de hand van bv. een kleine 3D vrachtwagen bepaalde informatie opvragen. Heel interactief en vernieuwend – zo’n dingen doen wij graag.

JULLIE HEBBEN DE DIGITALE VERSNELLING, TIJDENS CORONA, NIET GEMIST.

Antoon: We zijn vooral niet stil blijven zitten. We zijn zeer snel gaan kijken naar digitale platformen. Dat event voor NN – daar zijn we, samen met de klant heel trots op. Bezoekers konden er van de ene workshop naar de andere surfen, e-learnings volgen, plenaire sessies bijwonen, live vragen stellen, een hele dag TV-liveshow – noem maar op.

JULLIE ZIJN KLAAR VOOR DE HYBRIDE TOEKOMST – MAAR ZIJN JULLIE KLANTEN DAT OOK?

Bram: Op dat heeft corona wel geholpen. Er is niemand die nu nog twijfelt aan de noodzaak om ook digitaal aanwezig te zijn. Diegenen die de sprong al waagden, zeggen dat ze het blijvend willen integereren in hun communicatiemix. Antoon: We zijn blij als we zo’n dingen horen want dat betekent dat wij onze job goed gedaan hebben.

Antoon Theunissen

Bram Blondeel