Amerikaanse 'IRA' als wake-upcall voor Europese concurrentiekracht
De Amerikaanse overheid heeft besloten om een versnelling hoger te schakelen in haar strijd tegen klimaatverandering, en dat is op zich goed nieuws. Niettemin maken Belgische en Europese ondernemingen zich zorgen over de gevolgen van het grootschalige subsidieprogramma voor de Amerikaanse industrie, beter bekend als de Inflation Reduction Act of IRA. De aan die subsidies verbonden eisen inzake lokale inhoud en assemblage discrimineren immers de facto de Europese ondernemingen.
Daar waren en zijn de Europese overheden en het bedrijfsleven niet mee opgezet. En dat hebben ze ook duidelijk te kennen gegeven. Sindsdien praten beide partijen over de toepassingsmodaliteiten van de IRA, zoals bleek uit de ontmoeting in maart tussen president Biden en Europees Commissievoorzitter von der Leyen. Het valt nog te bezien of die dialoog in de komende maanden ook daadwerkelijk oplossingen zal opleveren om de negatieve impact voor de Europese industrie te verzachten.
Het IRA-programma heeft Europa in elk geval grondig wakker geschud. Het maakte eens te meer duidelijk dat het concurrentievermogen van bedrijven en de aantrekkelijkheid van de EU absoluut moeten worden versterkt. Die wake-upcall is een zeer goede zaak, want de situatie was bijzonder gespannen geworden voor onze ondernemingen, die al geconfronteerd werden met energieprijzen ver boven die in de VS, met een hoge inflatie, met grote tekorten op de arbeidsmarkt en met administratieve lasten als gevolg van de vele Europese initiatieven.
Reactie vanuit de bedrijfswereld
Wat denken de Belgische en Europese ondernemerskoepels, vertegenwoordigd door respectievelijk het VBO en BusinessEurope (waarvan het VBO Belgisch lid is) daarover? Het verheugt deze koepels dat er opnieuw wordt gediscussieerd over de contouren van het Europese industriebeleid en de noodzaak om de Green Deal beter te combineren met een competitiviteitsbeleid. Om daartoe te komen, moeten verschillende hefbomen op een samenhangende manier worden geactiveerd. Zo moet ‘Europa’ onder meer de werking van de interne markt optimaliseren, onze export en import (met name van grondstoffen) helpen diversifiëren, maar wel in een geest van gezonde concurrentie, veilige en betaalbare energie garanderen, het talent dat essentieel is voor de energie- en digitale transitie ontwikkelen en innovatie aanmoedigen. Kortom, een goede ‘policy mix’ implementeren die Europa ook echt aantrekkelijker maakt voor investeringen, vooral vanuit de industrie.
De voorbije maanden stelde de Europese Commissie een aantal pistes voor. Dat vinden VBO en BusinessEuropa alvast positief, het is een eerste stap in de goede richting. Maar die pistes moeten wel verder worden uitgewerkt, en dat zonder in twee specifieke valkuilen te trappen.
Opletten voor valkuilen
Ten eerste mogen Europa en de lidstaten niet al hun inspanningen richten op een beperkt aantal sectoren of technologieën die verband houden met de Green Deal. Onze hele industrie moet immers worden ondersteund, gezien de enorme stijgingen van de energiekosten en de aanzienlijke inspanningen die onze bedrijven in alle sectoren hebben geleverd om de energietransitie tot een goed einde te brengen en duurzaamheid in de praktijk te realiseren.
‘Ten tweede moeten we voorzichtig omspringen met steun aan het bedrijfsleven via nationale begrotingen’ zeggen de ondernemerskoepels. Dat zou immers een continue wedloop op staatssteun kunnen ontketenen, de concurrentie kunnen verstoren en in het nadeel kunnen werken van lidstaten met beperkte(re) budgettaire middelen. De oplossing ligt in een aantrekkelijker investeringsklimaat in Europa, een beter gebruik van de bestaande Europese fondsen en een betere toegankelijkheid van die fondsen voor onze bedrijven.
Concurrentievermogen van Europa versterken
Op basis van die opmerkingen roepen VBO en BusinessEurope de staatshoofden, regeringsleiders en de EU-instellingen op, om nu echt dringend na te denken over de maatregelen die moeten worden genomen om het internationale concurrentievermogen van onze ondernemingen te versterken. Het grote doel moet zijn om ‘Europa’ aantrekkelijker te maken en een gezonde intra-Europese concurrentie te waarborgen.
Dat vraagt ook een extra inspanning om de administratieve lasten die voortvloeien uit de vele bestaande en toekomstige Europese wetten drastisch te verminderen.
Pieter Timmermans (Ceo VBO FEB) en Markus Beyrer (Directeur-generaal BusinessEurope)