"We willen dat onze studenten zich ontwikkelen tot burgers die een meerwaarde bieden voor de maatschappij"
Filip Van den Bossche en Peter Vancompernolle
De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) kreeg in december een hernieuwde vijfjarige EQUIS-accreditatie. Om dit prestigieuze internationale kwaliteitslabel te krijgen moet de faculteit voldoen aan een aantal criteria m.b.t. onderwijs, onderzoek, studenten, personeel en middelen, die rigoureus onder de loep werden genomen door een team van internationale collega’s. Daarnaast worden drie transversale thema’s meegenomen in de beoordeling: Internationalisering, ‘Connections with practice’ en ‘Ethics, Responsibility and Sustainability’. In een vorige editie van ECONnect gingen we dieper in op ‘Internationalisering’. Dit keer zoomen we in op ‘Connections with practice’ met Filip Van den Bossche en Peter Van Compernolle.
Kunnen jullie ‘Connections with Practice’ kaderen binnen het onderwijsbeleid van de faculteit?
Filip Van den Bossche: De link met het bedrijfsleven zit in het DNA van onze faculteit, en dat komt ook expliciet tot uiting in onze programma’s. We hebben een facultair leerresultatenkader met leerlijnen die in elke opleiding in meerdere of mindere mate aan bod komen. Denk maar aan usual suspects zoals economische analyse, management van bedrijfsdomeinen, recht, talen, wiskundige en statistische technieken, en ICT-vaardigheden. In het leerresultatenkader geven we voor elke opleiding aan hoeveel er wordt ingezet op elke leerlijn. Daarnaast zijn er ook vijf transversale leerlijnen die in al onze programma’s aanwezig moeten zijn. ‘Internationale oriëntatie’ is er een van, maar ook ‘Onderzoeksvaardigheden’, ‘Ethiek, verantwoordelijkheid en duurzaamheid, ‘Ondernemerschap en Innovatie’ en ‘Professionele vaardigheden en voorbereiding op de arbeidsmarkt’. Voor de ontwikkeling van de professionele vaardigheden laten we de studenten kennismaken met de praktijk en reiken hen de juiste vaardigheden aan om aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt.
Peter Vancompernolle: Een beeld dat vaak gebruikt wordt bij de vijf transversale leerlijnen is dat van de FEB-sauzen. De inhoudelijke leerlijnen, die strak rond een specifiek domein zitten – accountancy, wiskunde, recht, talen – kunnen verschillen over de opleidingen heen, en sommige leerlijnen zijn specifiek voor een of meerdere programma’s. Maar de transversale leerlijnen tonen wat élke FEB-student als ‘vorming’ moet gehad hebben. Dat zijn de kernwaarden waar we als faculteit voor staan, en elke student moet door dat bad. Met de juiste dosering van de inhoudelijke en transversale leerlijnen kom je dan tot een ideale mix die aangeeft waar de opleiding voor staat. Al onze programma’s zijn specifiek gedoseerd, en krijgen zo een eigen profilering.
Employability of ‘inzetbaarheid’ verwijst rechtstreeks naar de praktijk, naar de bedrijfswereld. Kunnen jullie er wat dieper op ingaan?
Peter Vancompernolle: We zien op de arbeidsmarkt dat de vraag naar een goede beheersing van soft skills enorm groot is. Werkomgevingen en kennis veranderen erg snel, en professionele vaardigheden zijn daarom ook zo belangrijk: ze wapenen onze studenten om in een snel veranderende context goed te blijven functioneren. Er wordt bijgevolg ook sterk op gerekruteerd: in welke mate is de kandidaat flexibel en kan hij goed samenwerken, in hoeverre kan hij probleemoplossend werken? Doorheen hun loopbaan zullen de meeste mensen een aantal keer van job veranderen. Via Levenslang Leren kunnen ze dan nieuwe specifieke kennis opdoen. Maar ook in de nieuwe werkomgeving zullen ze moeten samenwerken met andere mensen en nieuwe uitdagingen aangaan. Daar komen die professionele vaardigheden om het hoekje kijken.
De voorbereiding op de arbeidsmarkt en de vaardigheden die daarbij horen, worden samengevat als ‘career readiness’. De vaardigheden waarop FEB werkt passen hier perfect in: probleemoplossend vermogen, communicatie, leiderschapsvaardigheden, samenwerkingsvaardigheden, aanpassingsvermogen en zelfontwikkelingsvaardigheden. Dat zijn vaardigheden die bij rekrutering heel vaak een rol spelen.
“Werkomgevingen en kennis veranderen erg snel. Professionele vaardigheden zijn daarom zo belangrijk: ze wapenen onze studenten om in een snel veranderende context goed te blijven functioneren.”
Op welke manieren worden de Employability Skills van de studenten ontwikkeld?
Peter Vancompernolle: Career readiness is een betere term als het over studenten gaat, want iedereen is op elk moment ‘employable’. Het hangt er maar van af welk perspectief je inneemt. Als je employability bekijkt vanuit het perspectief van de studenten is het de bedoeling dat ze ten eerste dus een goeie basistraining krijgen in praktische vaardigheden en ten tweede leren nadenken over de toekomst. We noemen dat het ‘future self’ van de studenten. Het is de bedoeling dat onze studenten weten wie ze zijn als persoon, waar hun sterktes en zwaktes liggen, wat hun aspiraties en ambities zijn en dat ze in functie daarvan gerichte keuzes maken. Daar heb je enerzijds specifieke vakken voor, zoals ‘Loopbaanontwikkeling’ bij Handelswetenschappen. Anderzijds hebben we een groot aanbod aan praktijkgerichte, extra-curriculaire activiteiten die de studenten bewust maken van wat ze graag doen. Deze activiteiten kunnen mee input geven aan hun loopbaankeuzes. Voor sommige extra-curriculaire activiteiten kunnen de studenten een portfolio-certificaat krijgen in onze FEB Career Corner, wat een mooie aanvulling is op het CV. Hiermee hebben ze een document in handen waarmee de universiteit bevestigt dat ze bijvoorbeeld goede communicatieskills hebben of goede onderhandelaars zijn. Op lange termijn, gaat employability ook over de vaardigheid van zelfreflectie Door kritisch te leren denken, gaan studenten automatisch de reflex kweken om ook kritisch te reflecteren over hun eigen ontwikkeling. Zo kunnen ze op een bepaald moment in hun loopbaan beseffen dat het tijd is om te gaan bijscholen of nieuwe ervaringen op te zoeken. Op die manier organiseren ze duurzame employability voor zichzelf.
Filip Van den Bossche: Elke student krijgt uitgebreide mogelijkheden om professionele vaardigheden te trainen. Afhankelijk van de opleiding worden hiervoor specifieke vakken ingericht binnen het curriculum, zoals Peter net aanhaalde. De extra-curriculaire activiteiten waaraan studenten kunnen deelnemen zijn bijvoorbeeld de skills-programma’s van Ekonomika, of in teamverband een consultancy-opdracht uitvoeren voor een bedrijf of organisatie. ‘Academics for Companies’, ‘Academics for Development’ en ‘Academics for Technology’ zijn hiervan mooie voorbeelden. De faculteit en de docenten doen dit dus niet alleen, ook bedrijven en studentenverenigingen leveren op hun manier een bijdrage aan vaardigheidstraining. Ook Ekonomika Alumni is hierbij een waardevolle partner. Onze alumnivereniging brengt veel waardevolle contacten aan om studenten kennis te laten maken met het werkveld. Dat maakt de leerlijn professionele vaardigheden extra boeiend: het is een Leerlijn waarin de samenwerking met onze partners mooi uit de verf komt.
Peter Van Compernolle: We verwachten ook enige zelfsturing van de studenten. Naast het basisaanbod binnen de curricula, is het echt wel de bedoeling dat de studenten zelf op zoek gaan naar extra-curriculaire activiteiten. Zeer actieve studenten hebben die aansporing minder nodig. Sommige studenten zijn terughoudend en moeten overtuigd worden door de faculteit of door medestudenten. Dan heb je nog een middengroep die gewoon een duwtje nodig heeft. Het zijn die laatste twee categorieën waar we het voor doen, waarbij de return van die middengroep misschien nog wat groter is. Voor die extra-curriculaire activiteiten, leveren we op jaarbasis zo’n 600 portfolio-certificaten aan de studenten.
“Onze alumnivereniging brengt veel waardevolle contacten aan om studenten kennis te laten maken met het werkveld.”
Meer dan vaardigheden
Maar ‘Connections with Practice’ gaat over meer dan enkel vaardigheden, toch?
Filip Van den Bossche: Connections with Practice is inderdaad een ruimer concept. Misschien is het goed om dat even te positioneren binnen onze visie op onderwijs. We hebben een rijke traditie van op onderzoek gebaseerd en onderzoeksgedreven onderwijs, waarbij onze docenten de studenten vanuit hun eigen onderzoekservaring inwijden in een bepaald domein. We willen die onderzoeksbasis altijd combineren met ‘ontwikkeling’, ‘immersie’ (onderdompeling, red.) en ‘inzetbaarheid’. Dat wil zeggen dat studenten zich ‘ontwikkelen’ tot burgers die een meerwaarde bieden voor de maatschappij. Het betekent ook dat ze via ‘immersie’ in contact komen met het bedrijfsleven via stages of bedrijfsprojecten – ook dat is een aspect van Connections with Practice. De professionele vaardigheden die Peter net heeft opgesomd vallen onder ‘inzetbaarheid’: welke skills, welke competenties hebben studenten nodig zodat ze hun plaats op de arbeidsmarkt kunnen verdedigen, zich uit de slag kunnen trekken, weten hoe ze moeten samenwerken en functioneren binnen een bedrijfscontext? Maar het is dus inderdaad een veel breder begrip. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om een gastdocent die in de les komt spreken of een bedrijfsbezoek met studenten. Dat zijn allemaal werkvormen waarmee we de link leggen met de bedrijfsrealiteit.
Wat vond het EQUIS-team dat onze faculteit heeft doorgelicht van onze invulling van ‘Connections with Practice’?
Filip Van de Bossche: Daar waren ze heel lovend over. Het aspect van de stages was bij de vorige EQUIS-visitatie aangeduid als een ‘development objective’. We hebben onszelf dus geëngageerd om een stevig stagekader uit te werken. We hebben een laagdrempelige drie-studiepuntenstage voor onze studenten ontwikkeld, naast een vrijwillige stage en een zwaardere zes-studiepuntenstage. Daarnaast hebben we ook de Leerlijn Professionele Vaardigheden waar we volop werk van maken. Er zijn heel wat linken met het werkveld die we aan de EQUIS-commissie hebben kunnen tonen, en waar ze veel appreciatie voor getoond hebben.
De voorbereiding op zo’n EQUIS-doorlichting klinkt als een boeiende opgave voor de Faculteit.
Filip Van den Bossche: Absoluut, omdat het raakt aan onze eigenheid, ons DNA, waarbij we onze studenten in de eerste plaats een goeie disciplinaire onderzoeksbasis willen meegeven. Anderzijds doen we dat niet in een cocon, maar met een ruime blik op de wereld zodat onze studenten zich bewust zijn van de uitdagingen waar de samenleving voor staat, en dat ze daarvoor gewapend worden tijdens de opleiding: de combinatie van leerlijnen geeft dus een aantal aanknopingspunten die ervoor zorgen dat we studenten daarop kunnen voorbereiden in al onze programma’s. Het is dus zeker een boeiende oefening. We zijn het aan onszelf verplicht om deze denkoefening te maken, omdat we deze profielen ook echt willen afleveren op de arbeidsmarkt.
Peter Van Compernolle: Het is ook een oefening om, in alle bescheidenheid, alle ‘good practices’ naar boven te halen. Er zijn zoveel goeie praktijken, maar het is niet altijd meteen zichtbaar dat in een vak aan professionele vaardigheden wordt gewerkt. Als wij aan studenten vragen op welke manieren ze in contact komen met de praktijk of met professionele vaardigheden, dan worden de typische voorbeelden van het gastcollege of het bedrijfsbezoek aangehaald. Maar ook het probleemoplossend vermogen dat in een cursus wiskunde aan bod komt, draagt bij tot een degelijke voorbereiding op de arbeidsmarkt. Naast de kans voor de docent om gericht iets te vertellen over professionele vaardigheden, kan hij de feitelijke leerstof vanuit dit alternatieve ‘praktische’ perspectief ook nog eens herhalen; op die manier blijft de toelichting ‘fris’, en gaan de studenten de specifieke lesinhoud van het vak extra waarderen vanuit de idee dat het vanuit meerdere opzichten een direct nut heeft voor later! Zijn er zaken die jullie nog willen aanpakken?
Filip Van den Bossche: Wat voor mij nog als een uitdaging op tafel ligt, is het luik ‘communiceren over de vaardigheden’: de studenten bewustmaken dat ze op veel momenten in hun studieloopbaan, soms zonder het te beseffen, werken aan hun competenties, aan hun employability skills. Daar willen we veel explicieter over communiceren. We willen daarbij ook de docent zien als een soort verspreider van de boodschap: ‘door in dit vak te zitten werk je aan déze doelstellingen en aan die competenties’. Ik vind het belangrijk om die boodschap mee te kunnen geven aan de verschillende stakeholders – studenten, bedrijven, docenten. Eigenlijk zou een student die bij ons wilt studeren moeten weten: als ik bij FEB ga studeren, wat betekent dat eigenlijk? In welk verhaal schrijf ik mij in? Zo worden onze studenten ook de beste ambassadeurs van onze “FEB-stempel”, van het waardenpatroon dat wij willen uitdragen.
Els Brouwers
Praktijkgerichte activiteiten voor FEB-studenten
Binnen FEB kunnen studenten putten uit meer dan 80 praktijkgerichte activiteiten. Veel studenten engageren zich als studentenvertegenwoordiger voor hun opleiding of zijn lid van het praesidium van een studentenvereniging (Ekonomika, ISCEB…). Andere studenten werken als tutor in peer-to-peer learning initiatieven, nemen deel aan een Product Innovation Project bij KU Leuven KICK, of doen praktijkervaring op via een studie-gerelateerde studentenjob.
Jaarlijks doen ongeveer 500 FEB-studenten praktijkervaring op via een stage bij een bedrijf. Daarnaast faciliteert de faculteit jaarlijks via het bedrijvennetwerk van FEB Corporate Relations een 300-tal praktijkgerichte opdrachten binnen de opleidingen, zoals de bachelorproef in de opleidingen Handelswetenschappen en Business Administration. Bovendien trekken jaarlijks ongeveer 500 studenten op internationale uitwisseling via het Erasmusprogramma.
Voor heel wat van de activiteiten buiten de opleiding kunnen studenten een FEB-certificaat aanvragen, ondertekend door de decaan. Dat kunnen ze toevoegen aan hun Portfolio met praktijkervaringen – een mooie aanvulling op hun CV. Jaarlijks worden er zo’n 600 portfoliocertificaten aangevraagd door onze studenten.
De meerwaarde van al deze activiteiten is groot. Ze bieden een unieke kans om het bedrijfsleven van binnenuit te leren kennen, de opgedane kennis uit de opleiding praktisch toe te passen, de vereiste competenties en attitudes te ontwikkelen, en een professioneel netwerk uit te bouwen. De ideale voorbereiding op de eerste carrièrestap, én een ervaring voor het leven!
Verwelkom FEB-talent in uw bedrijf! Overzicht stagebeurzen en jobfairs 2023-2024
Dit academiejaar organiseert de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) i.s.m. studentenverenigingen Ekonomika en Absoc een aantal stagebeurzen. Is uw bedrijf op zoek naar gemotiveerde starters die het verschil kunnen maken op de werkvloer? Kom dan zeker langs op 9/11 (Leuven), 14/11 (Antwerpen) of 21/11 (Brussel). Of publiceer uw stages gratis op het platform ‘Career Corner’.
Daarnaast vinden er het komende academiejaar tal van recruitment events plaats, waar u met beloftevolle starters in dialoog kunt gaan: 17/10 (Leuven) | 14/11 (Antwerpen) | 22/2 (Leuven) | 5/3 (Leuven) | 7/3 (Brussel) | 13/3 (Leuven) | 14/3 (Antwerpen) | 19/3 (Leuven).
Schrijf snel in, de plaatsen zijn beperkt!
Meer info: